Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 1998
gepubliceerd op 28 november 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro

bron
diensten van de eerste minister
numac
1998009932
pub.
28/11/1998
prom.
18/11/1998
ELI
eli/besluit/1998/11/18/1998009932/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro, inzonderheid op artikel 62;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat artikel 2 van de verordening nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 en artikel 2 van de verordening nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 bepalen dat de overgangsfase van de invoering van de euro aanvangt op 1 januari 1999;

Overwegende dat genoemde verordeningen overeenkomstig hun respectieve artikelen 6 en 17 rechtstreeks op het Belgische grondgebied van toepassing zijn;

Overwegende dat de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro aanvullende bepalingen bevat die noodzakelijk zijn voor de invoering van de eenheidsmunt en dat sommige van deze bepalingen zo spoedig mogelijk in werking moeten treden en andere in elk geval op 1 januari 1999;

Overwegende dat dit besluit tot doel heeft overeenkomstig artikel 62 van dezelfde wet de tijdstippen van inwerkintreding van de artikelen van deze wet te bepalen;

Overwegende dat uit het voorgaande volgt dat het betaamt dit besluit zo spoedig mogelijk te nemen en bekend te maken;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De artikelen 1 tot 8, 25, 28 tot 38, 58, 61 en 62 van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro treden in werking op 1 december 1998.

Art. 2.De artikelen 9 tot 24, 26 en 27, 39 tot 57, 59 en 60 van dezelfde wet treden in werking op 1 januari 1999.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 december 1998.

Art. 4.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Economie, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, J.-L. DEHAENE De Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van de Kleine en Middelgrote ondernemingen, K. PINXTEN De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

^