Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 1999
gepubliceerd op 02 december 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen in de sector dierenvoeding

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016363
pub.
02/12/1999
prom.
18/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/18/1999016363/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen in de sector dierenvoeding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen van de sector dierenvoeding, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999.

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat onverwijld maatregelen moeten worden genomen om elk risico op recyclage van PCB's en dioxinen via de dierlijke voeding te vermijden;

Overwegende dat het dienaangaande dringend nodig is alle operatoren te kennen die risicostoffen bestemd voor dierlijke voeding in het verkeer brengen en dat de controles op de risico- voedermiddelen en toevoegingsmiddelen versterkt worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen in de sector dierenvoeding wordt vervangen door het volgende opschrift : « Koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen en de toelating van operatoren en handelaars in de sector dierenvoeding ».

Art. 2.In artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit, wordt na punt 4° een punt 4°bis en een punt 4°ter ingevoegd, luidende als volgt : « 4°bis. operator : elke persoon die in het verkeer brengt : 1° voedermiddelen overeenkomstig : - rubrieken 9 en 10 van het deel B - rubrieken 15 en 16 van het deel C van hoofdstuk I van de bijlage van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding;2° toevoegingsmiddelen overeenkomstig bijlage II groep L, rubrieken E 516 tot en met II-2, van het ministerieel besluit van 12 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd in dierlijke voeding; 4°ter. handelaar : elke persoon, andere dan fabrikant, die mengvoeders in het verkeer brengt, bestemd voor rundvee, varkens, schapen en pluimvee in een stadium tussen de productie of de invoer en het gebruik. »

Art. 3.Een hoofdstuk Ibis, wordt ingevoegd, luidende als volgt : « HOOFDSTUK Ibis. - Toelating van operatoren en handelaar

Artikel 1bis.§ 1. Elke operator moet vooraf over een toelating beschikken afgeleverd door de Minister. § 2. Om de toelating bedoeld in § 1 te bekomen moet de operator bij de bevoegde overheid een aanvraag indienen met volgende nuttige gegevens en inlichtingen : 1° indien de aanvrager een natuurlijk persoon is : zijn naam en voornaam, beroep, adres, telefoonnummer en eventueel faxnummer.Indien de aanvrager een rechtspersoon is : de aard en de naam van de vennootschap, het adres, telefoonnummer en eventueel faxnummer van de maatschappelijke zetel, alsmede de naam van de personen die bevoegd zijn voor de rechtspersoon op te treden in de handelingen waarvoor de toelating wordt gevraagd met aanwijzing, in voorkomend geval, van degene onder hen die de beroepskennis aanbrengt; 2° de precieze omschrijving van de activiteiten die de aanvrager voornemens is uit te oefenen;3° het adres van de plaats waar de fabricatie zal uitgevoerd worden en waar de producten zullen opgeslagen worden;4° het algemeen grondplan van het bedrijf, het schema van de technische installaties en van het productieproces evenals een lijst van het voornaamste industrieel materieel;5° een lijst van de apparatuur bestemd om controle uit te oefenen op de kwaliteit van de geproduceerde producten. § 3. Om de toelating bedoeld in § 1 te bekomen en te behouden moet de operator voldoen aan de minimum voorwaarden van hoofdstuk III van de bijlage.

Artikel 1ter.§ 1. Elke handelaar moet vooraf over een toelating beschikken afgeleverd door de Minister. § 2. Om de toelating bedoeld in § 1 te bekomen, moet de handelaar bij de bevoegde overheid een aanvraag indienen met volgende nuttige gegevens en inlichtingen : 1° indien de aanvrager een natuurlijk persoon is : zijn naam en voornaam, beroep, adres, telefoonnummer en eventueel faxnummer.Indien de aanvrager een rechtspersoon is : de aard en de naam van de vennootschap, het adres, telefoonnummer en eventueel faxnummer van de maatschappelijke zetel, alsmede de naam van de personen die bevoegd zijn voor de rechtspersoon op te treden in de handelingen waarvoor de toelating wordt gevraagd met aanwijzing, in voorkomend geval, van degene onder hen die de beroepskennis aanbrengt; 2° de precieze omschrijving van de activiteiten die de aanvrager voornemens is uit te oefenen;3° het adres van de plaats waar de dierenvoeders zullen opgeslagen worden; § 3. Om de toelating bedoeld in § 1 te bekomen en te behouden moet de handelaar voldoen aan de minimum voorwaarden van hoofdstuk IV van de bijlage.

Artikel 1quater : De toelating is niet overdraagbaar. Zij wordt schriftelijk medegedeeld aan de betrokkene. Zij is ten hoogste tien jaar geldig en wordt op vraag van de houder, ingediend ten laatste twee maanden voor het verstrijken van de geldigheidstermijn, telkens voor ten hoogste tien jaar verlengd. De ontstentenis van een aanvraag tot verlenging brengt de schrapping van de toelating met zich mee. ».

Art. 4.Het opschrift van Hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Wijziging en opschorting van de erkenning, de registratie en de toelating ».

Art. 5.In artikel 12, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « de toelating voorzien in artikel 1bis en 1ter, » ingevoegd tussen de woorden « De Minister kan » en « de erkenning ».

Art. 6.In artikel 12, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden « , de operator, de handelaar » ingevoegd tussen de woorden « de fabrikant » en de woorden « of de tussenpersoon ».

Art. 7.In artikel 12, na punt 2° van hetzelfde besluit wordt een punt 3° ingevoegd, luidende als volgt : « 3° De fabrikant, de operator, de handelaar of de tussenpersoon legt onjuiste verklaringen af betreffende de herkomst en/of de gezondheidsrisico's van de stoffen bestemd voor dierlijke voeding.»

Art. 8.In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de woorden « , de operatoren » ingevoegd tussen de woorden « De fabrikanten » en de woorden « en de tussenpersonen ».

Art. 9.In punt 4 van het hoofdstuk I.3.b) van de bijlage van hetzelfde besluit wordt tussen het derde en het vierde lid het volgende lid ingevoegd : « Van iedere partij voedermiddelen en toevoegingsmiddelen bedoeld in artikel 1 § 1, 4°bis moet een representatief monster van minimum 500 g worden bewaard gedurende minimum 6 maanden en ter beschikking van de bevoegde overheid worden gehouden ».

Art. 10.In punt 4, laatste lid, van het hoofdstuk I.3.b) van de bijlage van hetzelfde besluit worden de woorden « (ten minste 3 maanden) » ingevoegd tussen de woorden « een passende periode » en de woorden « ter beschikking van ».

Art. 11.Punt 6.2. van het hoofdstuk I.3.b) van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 6.2. Gegevensbestand van de mengvoeders.

Met het oog op de traceerbaarheid moet de fabrikant de volgende gegevens te boek stellen : naam en adres van de leveranciers van voedermiddelen bedoeld in artikel 1, § 1, punt 4°bis, 1°, met vermelding van de aard, de hoeveelheid, de leveringsdatum en het nummer van de partij indien van toepassing; - naam en adres van de leveranciers van toevoegingsmiddelen bedoeld in artikel 1, § 1, punt 4°bis, 2°, met vermelding van de aard, de hoeveelheid, de leveringsdatum en het nummer van de partij indien van toepassing; - naam en adres van de fabrikanten van voormengsels of van de tussenpersonen met vermelding van, indien van toepassing, het nummer van de partij, aard en hoeveelheid van het gebruikte voormengsel en de leveringsdatum; - naam en adres van de leveranciers van grondstoffen met hoge gehalten aan ongewenste stoffen of producten met vermelding van de aard en het gehalte aan ongewenste stoffen of producten, de leveringsdatum; - per productiedatum, de aard en de hoeveelheid van de geproduceerde voeders, het nummer van de partij indien van toepassing, de naam en adres van de bestemmelingen met vermelding van de nummers van de betrokken beslagen, van de hoeveelheden en de leveringsdata.

Art. 12.In punt 4 van het hoofdstuk II.c) van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd : « Van iedere partij voedermiddelen en toevoegingsmiddelen bedoeld in artikel 1 § 1, 4°bis moet een representatief monster van minimum 500 g worden bewaard gedurende minimum 6 maanden en ter beschikking van de bevoegde overheid worden gehouden ».

Art. 13.In punt 4, laatste lid, van het hoofdstuk II.c) van de bijlage bij hetzelfde besluit worden de woorden « ten minste 3 maand » ingevoegd tussen de woorden « op de verbruikstermijn » en de woorden « van de mengvoeders ».

Art. 14.Punt 6.c) van het hoofdstuk II.c) van de bijlage bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : - naam en adres van de leveranciers van voedermiddelen bedoeld in artikel 1, § 1, punt 4°bis, 1°, met vermelding van de aard, de hoeveelheid, de leveringsdatum en het nummer van de partij indien van toepassing; - naam en adres van de leveranciers van toevoegingsmiddelen bedoeld in artikel 1, § 1, punt 4°bis, 2°, met vermelding van de aard, de hoeveelheid, de leveringsdatum en het nummer van de partij indien van toepassing; - naam en adres van de fabrikanten van voormengsels of van de tussenpersonen met vermelding van, indien van toepassing, het nummer van de partij, aard en hoeveelheid van gebruikte voormengsel en de leveringsdatum; - per productiedatum, de aard en de hoeveelheid van de geproduceerde voeders, het nummer van de partij indien van toepassing, de naam en adres van de bestemmelingen met vermelding van de nummers van de betrokken beslagen, van de hoeveelheden en de leveringsdata.

Art. 15.§ 1. De bijlage I bij dit besluit wordt toegevoegd als hoofdstuk III van de bijlage bij hetzelfde besluit. § 2. De bijlage II bij dit besluit wordt toegevoegd als hoofdstuk IV van de bijlage bij hetzelfde besluit.

Art. 16.Het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen in de sector dierenvoeding wordt opgeheven.

Art. 17.§ 1. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. § 2. In afwijking van § 1, moeten de aanvragen tot toelating bedoel in hoofdstuk Ibis aangevraagd worden binnen de 15 dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 18.Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlage HOOFDSTUK III Minimum voorwaarden waaraan de in artikel 1bis bedoelde operatoren moeten voldoen : 1° Van iedere partij van deze producten bedoeld in artikel 1, punt 4bis, 1° en 2° die in het verkeer wordt gebracht moet door de bevoegde overheid of, indien in onmogelijkheid, een volgens de Europese norm EN 45004 geaccrediteerd inspectieorganisme een respectievelijk monster in 3 exemplaren (elk van 500 g) worden genomen;2° Eén exemplaar van dit monster moet voor ontleding van het gehalte aan PCB (7 congeneren) behalve in de bedoelde bindmiddelen, verdunningsmiddelen en stollingsmiddelen waarvoor de ontleding betrekking heeft op het gehalte aan dioxines, worden overgemaakt aan een hiertoe door de Minister erkend laboratorium of hiertoe volgens de Europese norm EN 45001 geaccrediteerd laboratorium;3° Eén exemplaar van dit monster moet in het bezit gesteld worden van de eindgebruiker van de overeenkomstige bemonsterde partij.4° elk monster, verzegeld en geëtiketteerd door het hierboven vermeld organisme, moet zodanig bewaard worden dat verandering van de samenstelling of abnormale aantasting van het monster uitgesloten is. Het niet ontlede exemplaar van dit monster moet ter beschikking van de bevoegde autoriteiten worden gehouden gedurende een periode van 6 maand na het in het verkeer brengen van de betrokken partij; 5° met het oog op de traceerbaarheid moet de fabrikant of de invoerder de volgende gegevens te boek stellen : - aard van het product, de hoeveelheid van ieder lot gefabriceerd of ingevoerd, fabricatiedatum of datum van invoer en indien van toepassing het nummer van de partij of van het productiegedeelte in geval van continuproductie, evenals de precieze aanduiding van de opslag (tank, silo,...) in geval van opslag in bulk; - naam en adres van de bestemmelingen waaraan deze producten werden geleverd, met vermelding van het nummer van de partij of van het productiegedeelte in geval van continuproductie, de leveringsdatum en oorspronkelijke opslagplaats in geval van bulkopslag. 6° Ieder lot van de « producten » die in het verkeer wordt gebracht moet vergezeld zijn van een analysebulletin, hetzij overeenkomend met de analyse van een monster bedoeld onder punt 1 hierboven, hetzij voor de ingevoerde producten, overeenkomend met een representatief monster van de oorspronkelijke partij. In dit laatste geval moet de traceerbaarheid van het monster tot de oorspronkelijke partij aangetoond worden en het monster moet eveneens genomen zijn door een volgens de Europese norm EN 45004 geaccrediteerd organisme.

De operatoren bedoeld in artikel 1bis die uitsluitend dierlijk afval van laag-risico materiaal bestemd voor huisdieren in het verkeer brengen zijn enkel onderworpen aan de voorschriften van voormeld punt 5°. 7° onmiddellijk de bevoegde overheid inlichten van alle overschrijdingen van de normen aan ongewenste stoffen en eveneens de betrokken partij ter beschikking houden. HOOFDSTUK IV Minimale voorwaarden waaraan handelaars, bedoeld in artikel 4°ter moeten voldoen : Met het oog op de traceerbaarheid, moet de handelaar volgende gegevens te boek stellen, in chronologische volgorde van levering : - de datum van levering; - voorzover zij beschikken over een beslagnummer, de namen en adressen van de kopers aan wie deze producten werden geleverd met de vermelding van het beslagnummer toegekend door de Diergeneeskundige dienst van het Ministerie van Middenstand en Landbouw; - de aard van het voeder (handelsbenaming of, bij ontstentenis, een juiste aanduiding van de bedoelde speculatie); - de geleverde hoeveelheid; - het lotnummer, bij ontstentenis, de fabrikatiedatum.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 november 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen in de sector dierenvoeding.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^