Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2004
gepubliceerd op 29 november 2004

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voor kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2004009799
pub.
29/11/2004
prom.
18/11/2004
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voor kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 53;

Gelet op het ter uitvoering van die wet genomen koninklijk besluit van 29 september 1987 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de voorschriften van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken na te leven;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 december 2001 houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voor kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie;

Gelet op de bepalingen van artikel 295 van het Gerechtelijk Wetboek;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voorzien bij het artikel 53, § 6, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt als volgt samengesteld : A. Voorzitter : Mevr. M.-C. Van Cauwelaert, kamervoorzitter in het hof van beroep te Brussel.

B. Plaatsvervangend voorzitter : Mevr. N. Lauwers, directeur-generaal bij de FOD Justitie.

C. Leden : De heren. : J. Leemans, ereleraar aan het Sint-Guido Instituut te Anderlecht;

Ch. De Ro, leraar aan het « Collège Sainte-Marie » te Saint-Ghislain;

J. Janssens, erestudieprefect aan het Koninklijk Lyceum te Laken;

Ph. Lepas, prefect aan het « Athénée royal te Andenne ».

D. Plaatsvervangende leden : Mevrn. : N. Van Tuijcom, lerares aan het Sint-Jozefscollege te Sint-Pieters-Woluwe;

Ch. Van Den Bossche, lerares aan het « Collège Sainte-Marie » te Saint-Ghislain.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 3 december 2001, voornoemd, wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2004.

Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX.

^