Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2005
gepubliceerd op 30 november 2005

Koninklijk besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor patiënten in een persisterende vegetatieve status, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2005022940
pub.
30/11/2005
prom.
18/11/2005
ELI
eli/besluit/2005/11/18/2005022940/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor patiënten in een persisterende vegetatieve status, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikel 34, eerste lid, 14°, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998 en gewijzigd door de wet van 25 januari 1999, artikel 35, § 1, zevende lid, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 27 april 2005, en artikel 37, § 20, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 27 april 2005;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 7 december 2004;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 13 december 2004 en 20 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 januari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 augustus 2005;

Gelet op het advies 39.071/1 van de Raad van State, gegeven op 27 september 2005., met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor patiënten in een persisterende vegetatieve status, maken deel uit van de in artikel 34, eerste lid, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bedoelde verstrekkingen.

Onder geneesmiddelen in de zin van dit besluit worden verstaan alle geneesmiddelen nodig voor de verzorging ten huize van patiënten in een persisterende vegetatieve status, onder andere analgetica, anticholinergica, anti-emetica, maagzuursecretie-inhibitoren, anti-epileptica, psycholeptica, spasmolytica, aërosols, geneesmiddelen die de defecatie reguleren, geneesmiddelen voor dermatologisch gebruik en voor mondverzorging.

Onder verzorgingsmiddelen in de zin van dit besluit worden verstaan alle verzorgingsmiddelen nodig voor de verzorging ten huize van patiënten in een persisterende vegetatieve status, onder andere incontinentiemateriaal, ontsmettingsmiddelen, sondes, verbanden voor wonden en voor gastrotomie en tracheotomie, materiaal voor beademing en zuurstofbehandeling, naalden, perfusiezakken, pompen, injectiespuiten.

Onder hulpmiddelen in de zin van dit besluit worden verstaan alle hulpmiddelen nodig voor de verzorging ten huize van patiënten in een persisterende vegetatieve status, onder andere matrassen, kussens en speciale bedden, rolstoelen en aangepaste zetels, liftsystemen, aangepaste douche- of badstoelen, materiaal voor aërosoltherapie en beademing, communicatieapparaten, toiletstoelen, beschermbogen, orthesen, alsook het herstel en onderhoud van dat materiaal.

Art. 2.Voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen hebben de rechthebbenden van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging die voldoen aan de voorwaarden die in dit besluit zijn vastgesteld recht op een forfaitaire tegemoetkoming van maximaal euro 6.965,77 (index 111,64) per jaar, onverminderd de bepalingen in artikel 5.

De rechthebbenden die verzorgd worden in het kader van de instellingen omschreven in art. 34, 6°, 11° en 12° van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, de centra voor dagverzorging niet inbegrepen, en waarvan de terugkeer naar de thuisomgeving niet gepland wordt binnen een maand komen niet in aanmerking, onverminderd de bepalingen in artikel 5, voor deze tegemoetkoming.

Deze tegemoetkoming sluit de andere interventies van de verzekering voor geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 34 van bovenvermelde wet, niet uit voor dezelfde verstrekkingen.

Art. 3.Onder « patiënt in een persisterende vegetatieve status » in de zin van dit besluit wordt verstaan de patiënt die ten gevolge van een acute hersenbeschadiging (ernstige schedeltrauma, hartstilstand, aderbloeding...), gevolgd door een coma, waarbij de ontwaaktechnieken de situatie niet hebben kunnen verbeteren, een volgende status behoudt : - ofwel een persisterende neurovegetatieve status, namelijk : 1. getuigt van geen enkele vorm van bewustzijn van zichzelf of de omgeving en is niet in staat met anderen te communiceren;2. geeft geen enkele volgehouden, repliceerbare, gerichte en vrijwillige respons op stimulatie van het gezichtsvermogen, het gehoor, de tastzin of pijnprikkels;3. geeft geen enkel teken van welke vorm van taalvermogen dan ook, noch wat het begripsvermogen noch wat de spreekvaardigheid betreft;4. kan soms spontaan de ogen openen, oogbewegingen maken, zonder daarom personen of voorwerpen met de ogen te volgen;5. kan een slaap-waakritme hebben en ontwaakt dus mogelijkerwijs met tussenpozen (zonder bij bewustzijn te komen);6. de hypothalamische en trunculaire functies zijn nog voldoende intact om te kunnen overleven met medische en verpleegkundige verzorging;7. vertoont geen emotionele reactie op verbale aanmaningen;8. vertoont urinaire en fecale incontinentie;9. vertoont tamelijk intacte schedel- en ruggenmergreflexen. En dat sinds minstens drie maanden - ofwel een minimaal responsieve status (MRS), die verschilt van de neurovegetatieve status, omdat de patiënt zich in een bepaald opzicht van zichzelf en de omgeving bewust is. Soms is hij/zij in staat een gerichte beweging te maken of te reageren op bepaalde stimuli door te huilen of te lachen, met ja of nee via bewegingen of articulatie. De constante aanwezigheid van een van die tekens volstaat om de patiënt als MRS te categoriseren. De afhankelijkheid blijft totaal, met hersenschorsgebreken die niet kunnen worden onderzocht en verregaande sensorische en motorische gebreken.

Art. 4.De verantwoordelijke arts van het deskundig ziekenhuiscentrum dat de patiënt opvolgt, en dat vermeld is in bijlage 2 van het protocol van 24 mei 2004 betreffende het gezondheidsbeleid t.a.v. patiënten in een persisterende vegetatieve status, geeft aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds of de gewestelijke dienst kennis van het feit dat de verzekerde beantwoordt aan voorwaarden bedoeld in artikel 3. Die arts vult daartoe het formulier in dat gaat in bijlage bij dit besluit en bezorgt het aan de verzekeringsinstelling van de betrokkene met een kopie aan de huisarts.

Art. 5.De medische kennisgeving bedoeld in artikel 4 opent het recht op de tegemoetkoming bedoeld in artikel 2.

Deze medische kennisgeving wordt ingediend ten vroegste één maand voor de terugkeer van de patiënt naar de thuisomgeving en uiterlijk voor het einde van de vijfde maand na de maand van terugkeer.

Voor de maand van terugkeer en de 5 maanden die volgen betaalt de verzekeringsinstelling de helft van de tegemoetkoming vastgelegd in artikel 2 aan de patiënt. Na die periode betaalt de verzekeringsinstelling maandelijks een bedrag aan die patiënt dat overeenstemt met één twaalfde van het bedrag in artikel 2. Dit bedrag is niet verschuldigd vanaf de tweede volledige kalendermaand waarin de rechthebbende ononderbroken verblijft in een in artikel 2 vermelde instelling.

Art. 6.Het in artikel 2 bedoelde bedrag van euro 6.965,77 wordt op 1 januari van elk jaar aangepast op grond van de evolutie, tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar, van de waarde van de gezondheidsindex, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

Art. 7.Ten titel van overgangsmaatregel komen de patiënten in een persisterende vegetatieve status die aan de criteria vastgelegd in artikel 3 voldoen en die thuis worden verzorgd op de datum van de inwerkingtreding van dit koninklijk besluit, in aanmerking voor de forfaitaire tegemoetkoming.

Daartoe stelt de verantwoordelijke arts van het betrokken deskundig ziekenhuiscentrum de medische kennisgeving vermeld in artikel 4 op, op basis van een consultatie of het medisch dossier van de patiënt.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

IN EEN GESLOTEN OMSLAG TE VERSTUREN AAN DE ADVISEREND GENEESHEER Medische kennisgeving tot financiële tegemoetkoming voor patiënten in een persisterende vegatieve status Naam van de patiënt : . . . . . Ziekenfonds : . . . . .

Adres van de patiënt : . . . . . Rijksregisternummer : . . . . . . . . . . Rekeningnummer : . . . . .

Bovenvermelde patiënt-rechthebbende is een patiënt die ten gevolge van een acute hersenbeschadiging (ernstige schedeltrauma, hartstilstand, aderbloeding...), gevolgd door een coma, waarbij de ontwaaktechnieken de situatie niet hebben kunnen verbeteren, een volgende status behoudt : - ofwel een persisterende neurovegetatieve status, namelijk : 1. getuigt van geen enkele vorm van bewustzijn van zichzelf of de omgeving en is niet in staat met anderen te communiceren;2. geeft geen enkele volgehouden, repliceerbare, gerichte en vrijwillige respons op stimulatie van het gezichtsvermogen, het gehoor, de tastzin of pijnprikkels;3. geeft geen enkel teken van welke vorm van taalvermogen dan ook, noch wat het begripsvermogen noch wat de spreekvaardigheid betreft;4. kan soms spontaan de ogen openen, oogbewegingen maken, zonder daarom personen of voorwerpen met de ogen te volgen;5. kan een slaap-waakritme hebben en ontwaakt dus mogelijkerwijs met tussenpozen (zonder bij bewustzijn te komen);6. de hypothalamische en trunculaire functies zijn nog voldoende intact om te kunnen overleven met medische en verpleegkundige verzorging;7. vertoont geen emotionele reactie op verbale aanmaningen;8. vertoont urinaire en fecale incontinentie;9. vertoont tamelijk intacte schedel- en ruggenmergreflexen. En dat sinds minstens 3 maanden - ofwel een minimaal responsieve status (MRS), die verschilt van de neurovegetatieve status, omdat de patiënt zich in een bepaald opzicht van zichzelf en de omgeving bewust is. Soms is hij/zij in staat een gerichte beweging te maken of te reageren op bepaalde stimuli door te huilen of te lachen, met ja of nee via bewegingen of articulatie. De constante aanwezigheid van een van die tekens volstaat om de patiënt als MRS te categoriseren. De afhankelijkheid blijft totaal, met hersenschorsgebreken die niet kunnen worden onderzocht en verregaande sensorische en motorische gebreken.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld verantwoordelijke van het deskundig ziekenhuiscentrum : (identificatie van het centrum) Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 18 november 2005 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen, verzorgingsmiddelen en hulpmiddelen voor patiënten in een persisterende vegetatieve status, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^