Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2009
gepubliceerd op 27 januari 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009205052
pub.
27/01/2010
prom.
18/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 25 juni 2009 onder het nummer 92686/CO/105)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen.

Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en de werksters.

Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de werklieden en bijgevolg van de ondernemingen.

Art. 3.De sector bevestigt te voldoen aan de in artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het generatiepact en de uitvoeringsbesluiten hiervan bepaalde opleidingsinspanning van 1,9 pct. van de loonmassa middels de jaarlijkse verhoging van de vormingsinspanning van iedere onderneming afzonderlijk, de bedrijfsopleidingsplannen en de rapportering van de opleidingen in het paritair contactcomité zoals bepaald in artikelen 4, 5, 6 en 7.

Art. 4.De vormingsinspanning van elke onderneming zal vanaf 2009 minstens 1,2 pct. en vanaf 2010 minstens 1,3 pct. bedragen van de totale jaarlijkse bruto loonmassa.

De opleidingen die in aanmerking komen om deze norm te behalen zijn de opleidingen die in de sociale balans dienen opgenomen te worden. Dit zijn dus zowel de initiële als de voortgezette formele, minder formele en informele beroepsopleidingen.

De op ondernemingsvlak reeds bestaande inspanningen inzake vorming en opleiding voor werklieden kunnen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de bovengenoemde doelstellingen. De sector roept de ondernemingen op om de nodige aandacht aan vorming en opleiding te besteden en vraagt de ondernemingen waar de gestelde norm reeds wordt overschreden om deze inspanningen te continueren.

Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 1 april van het desbetreffend jaar.

In de bedrijfsopleidingsplannen zal rekening gehouden worden met de inspanningen inzake vorming die de ondernemingen nu reeds doen, zal ook on-the-job-training gevaloriseerd worden, en zal zoveel mogelijk aandacht geschonken worden aan alle werkliedencategorieën, ook aan de laaggeschoolden.

In dit verband zal de ondernemingsraad, in toepassing van haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 15 van 25 juli 1974, nr. 34 van 27 februari 1981, nr. 37 van 27 november 1981, nr. 9bis van 29 oktober 1991 en nr. 9ter van 27 februari 2008, eveneens geraadpleegd worden.

Bij ontstentenis van een ondernemingsraad wordt de vakbondsafvaardiging geraadpleegd.

Voor de ondernemingen zonder syndicale afvaardiging wordt het bedrijfsopleidingsplan voorgelegd aan het paritair comité.

Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van werkgever als van werknemer. § 2. Indien de onderneming geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld of indien de raadpleging van de ondernemingsraad, bij ontstentenis de syndicale afvaardiging en bij ontstentenis het paritair comité, niet heeft plaatsgehad, kan de onderneming niet genieten van de financiële ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009 betreffende de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen.

Art. 6.De ondernemingen zullen in het paritair contactcomité verslag uitbrengen van welke opleidingen aan welke categorieën van werklieden zijn gegeven volgens de modaliteiten die in het paritair contactcomité zullen afgesproken worden.

Art. 7.De arbeiders met statuut van uitzendkracht die minstens 1 jaar ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten van een gelijkwaardige behandeling inzake opleiding. Hiertoe zullen de nodige contacten worden gelegd met de opleidingsfondsen van de uitzendsector.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en en is gesloten voor een onbepaalde duur, met uitzondering van artikelen 2, 3, 4, 5, § 2 en 7 die buiten werking treden op 31 december 2010.

Zij kan door een van de partijen worden opgezegd met een opzegging van 3 maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende partijen.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van deze van 17 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/09/2007 pub. 26/09/2007 numac 2007012468 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming sluiten, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 september 2007.

Zij vervangt de bepalingen van hoofdstuk IX, afdelingen 2 en 4, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2009-2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^