Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 2011
gepubliceerd op 07 december 2011

Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de audiovisuele sector de toelating wordt verleend om af te wijken van de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduurgrenzen van toepassing op jeugdige werknemers, alsook om sommige jeugdige werknemers 's nachts en/of op zon- of feestdag tewerk te stellen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011204607
pub.
07/12/2011
prom.
18/11/2011
ELI
eli/besluit/2011/11/18/2011204607/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit waarbij aan de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de audiovisuele sector (PC 227) de toelating wordt verleend om af te wijken van de dagelijkse en wekelijkse arbeidsduurgrenzen van toepassing op jeugdige werknemers, alsook om sommige jeugdige werknemers 's nachts en/of op zon- of feestdag tewerk te stellen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, artikel 31, artikel 32, § 2 en artikel 34bis, § 1, derde en vierde lid, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997;

Gelet op het eensluidend advies van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, gegeven op 17 september 2010;

Gelet op advies nr. 49.456/1 van de Raad van State, gegeven op 12 april 2011 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hoofdstuk I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de audiovisuele sector ressorteren en op de jeugdige werknemers bedoeld in § 2 die door hen worden tewerkgesteld. § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder "jeugdige werknemers" : - hetzij jeugdige werknemers van 15 tot 18 jaar die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en wier cursusprogramma voorziet in periodes van tewerkstelling in de onderneming teneinde de functies uit te oefenen die zijn opgenomen als bijlage bij dit besluit; - hetzij jeugdigen van 15 jaar of ouder die ingeschreven zijn in het voltijds secundair onderwijs en die tijdelijk tewerkgesteld zijn in een onderneming in het kader van een stage die deel uitmaakt van het studieprogramma van de discipline die zij volgen en dit teneinde de functies uit te oefenen die opgenomen zijn als bijlage bij dit besluit.

De jeugdige werknemers die specifiek worden bedoeld in het vorige lid zijn diegenen wier prestaties passen in het kader van : - hetzij een leerovereenkomst gesloten met toepassing van de wet van 19 juli 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/1983 pub. 07/09/2011 numac 2011000526 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten op het leerlingenwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst; - hetzij een leerovereenkomst gesloten met toepassing van de reglementering inzake de voortdurende vorming van de middenstand; - hetzij een overeenkomst voor socio-professionele inschakeling zoals bedoeld in artikel 1, 1°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 28 juli 1998 betreffende de overeenkomst inzake inschakeling in het maatschappelijk en beroepsleven van de centra voor alternerende opleiding en onderwijs of in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de ingroeibanen; - hetzij een arbeidsovereenkomst in toepassing van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Hoofdstuk II. - Arbeidsduur

Art. 2.De arbeidsduur voor de jeugdige werknemers die de functies uitoefenen die opgenomen zijn als bijlage bij dit besluit, is vastgesteld op gemiddeld 38 uren per week op jaarbasis.

De dagelijkse arbeidsduur kan echter op tien uren worden gebracht en de wekelijkse arbeidsduur op vijftig uren onder de voorwaarden voorzien voor de toepassing van artikel 26, § 1, 3°, van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten.

Hoofdstuk III. - Arbeid op zon- en feestdagen

Art. 3.Jeugdige werknemers die de functies uitoefenen die opgenomen zijn als bijlage bij dit besluit, mogen één zondag op twee en vijf feestdagen per jaar arbeid verrichten.

Art. 4.Jeugdige werknemers die arbeid op zondagen, bijkomende rustdagen of feestdagen verrichten, hebben recht op inhaalrust overeenkomstig het bepaalde respectievelijk in artikel 16 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten wat betreft de zondagsrust en in de artikelen 11 en 12 van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.

Deze inhaalrust kan niet worden aangerekend op de bijkomende rustdagen die aan de jeugdige werknemers worden toegekend.

Art. 5.In geval de jeugdige werknemer arbeid presteert op een zondag of een bijkomende rustdag, is het mogelijk dat de twee wekelijkse rustdagen waarop deze werknemer recht heeft, niet opeenvolgend zijn.

De inhaalrust ingevolge arbeid op zondag of op een bijkomende rustdag mag echter niet minder bedragen dan zesendertig opeenvolgende uren, met dien verstande dat één van beide wekelijkse rustdagen een werkonderbreking van ten minste zesendertig opeenvolgende uren met zich meebrengt.

Hoofdstuk IV. - Nachtarbeid

Art. 6.Jeugdige werknemers ouder dan 16 jaar die de functies uitoefenen die opgenomen zijn als bijlage bij dit besluit, mogen tot 23 uur worden tewerkgesteld, op voorwaarde dat zij nog over een openbaar vervoermiddel beschikken om terug te keren naar huis, of, bij gebreke daaraan, dat de werkgever voor dit vervoer zorgt of hen de kosten terugbetaalt die zij werkelijk hebben gemaakt om terug naar huis te keren.

Deze werknemers mogen in geen geval worden tewerkgesteld na 23 uur.

Hoofdstuk V. - Algemene bepalingen

Art. 7.De werkgevers die gebruik maken van de afwijkingen waarin voorzien is in dit besluit, moeten aan de vakbondsafvaardiging de lijst van de betrokken jeugdige werknemers overmaken, van zodra dezen worden tewerkgesteld in de onderneming. Wanneer er geen vakbondsafvaardiging is, moeten de werkgevers deze lijst bezorgen aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Art. 8.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971. Bijlage - Productiefuncties 60.21 technicus algemeen (radio) 60.12 medewerker cameracorrectie 60.22 medewerker elektro 40.07 medewerker styling-maquillage 60.04 multimedia assistent 60.20 operator multi-camera (tape, slomo) 60.16 technieker labo 60.10 assistent beeld/geluid 60.01 beeldbandbeheerder 50.02 medewerker materiaalbeheer Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 november 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^