Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 2001
gepubliceerd op 06 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het brugpensioen na ontslag

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012923
pub.
06/12/2001
prom.
18/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/18/2001012923/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het brugpensioen na ontslag (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het brugpensioen na ontslag.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 Brugpensioen na ontslag (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51630/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder « werklieden » verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert en verlengt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het brugpensioen na ontslag.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst brengt geen wijziging aan de leeftijdsvoorwaarden vermeld in de bovengenomende collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 3.Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden en conform de criteria vastgelegd in het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen wordt de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst ongewijzigd verlengd voor de periode van 1 juli 2000 tot en met 30 juni 2001.

Art. 4.De leeftijd bedoeld in artikel 3 moet ten laatste bereikt zijn bij het effectief verstrijken van de opzeggingstermijn of op de datum waarop de verbrekingsvergoeding wordt toegekend.

Art. 5.De werknemer die op brugpensioen wenst gesteld te worden verwittigt de werkgever zes maanden voor de datum van de ingang van het brugpensioen. Van deze termijn kan bij onderling akkoord tussen de werkgever en de werknemer afgeweken worden naar aanleiding van bijzondere omstandigheden zoals omwille van familiale redenen, beperkte medische geschiktheid van de werknemer, noodzakelijke personeelsafvloeiingen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2000 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^