Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2006
gepubliceerd op 14 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201171
pub.
14/09/2006
prom.
19/04/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2006.

Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de audiovisuele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005 Statuut van de syndicale afvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 24 juni 2005 onder het nummer 75380/CO/227) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers tewerkgesteld in ondernemingen van de audiovisuele sector die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel ongeacht het type arbeidsovereenkomst, waaronder hij tewerkgesteld is. HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen

Art. 2.Onverminderd de beschikkingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5bis van 30 juni 1977 en collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5ter van 21 december 1978, verklaren de werkgevers- en werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, dat de essentiële beginselen betreffende de oprichting, de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de syndicale afvaardigingen van het personeel van de ondernemingen bepaald worden door deze overeenkomst.

Art. 3.De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de bedrijfsleiders en zij maken er een erepunt van hun werk plichtsgetrouw uit te voeren.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij maken er een erepunt van hen met rechtvaardigheid te behandelen. Zij verbinden er zich toe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de onderneming rechtstreeks noch onrechtstreeks te hinderen.

Art. 4.De werkgeversorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangeslotenen aan te bevelen, op het personeel geen enkele druk uit te oefenen om hun te beletten bij een vakbond aan te sluiten.

De werknemersorganisaties verbinden er zich toe, onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, aan hun organisaties aan te bevelen de sociale relaties te laten verlopen met respect van deze overeenkomst.

Art. 5.De partijen verbinden er zich toe hun aangesloten organisaties aan te bevelen : - respectievelijk de bedrijfsleiders en de syndicale afgevaardigden te verzoeken in alle omstandigheden blijk te geven van zin voor rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening, die bepalend zijn voor de goede sociale verhoudingen in de ondernemingen; - er over te waken dat dezelfde personen de sociale wetgeving, de collectieve arbeidsovereenkomsten en het arbeidsreglement naleven en hun inspanningen bundelen teneinde de naleving ervan te verzekeren.

Art. 6.De werknemersorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangesloten organisaties aan te bevelen zich onderling akkoord te stellen en daartoe eventueel een beroep te doen op het verzoeningsinitiatief van de voorzitter van het paritair comité voor het aanwijzen of het verkiezen van een gemeenschappelijke syndicale afvaardiging in de ondernemingen en ervoor te zorgen dat de aangewezen afgevaardigden of voor verkiezing voorgedragen kandidaten zouden gekozen worden op basis van het gezag en de bekwaamheid, waarover zij in het uitoefenen van hun functies moeten beschikken. HOOFDSTUK III Oprichting en samenstelling van de syndicale afvaardiging

Art. 7.Voor wat de syndicale afvaardiging betreft, hebben alleen de erkende werknemersorganisaties het recht kandidaten voor te dragen, hetzij door aanduiding hetzij na verkiezingen georganiseerd door de werknemersorganisaties.

Art. 8.§ 1. Op vraag van minstens één representatieve werknemersorganisatie, middels aangetekend schrijven aan de werkgever en aan de andere representatieve vakbondsorganisaties, kan in elke onderneming met 10 of meer werknemers een syndicale afvaardiging opgericht worden.

In de ondernemingen met minder dan 25 werknemers kan de werkgever binnen een termijn van 14 kalenderdagen vanaf de verzending van het aangetekend schrijven waarvan sprake in deze paragraaf, een schriftelijke vraag richten aan de voorzitter van het paritair comité, met afschrift aan de representatieve vakbondsorganisaties, om na te gaan of minstens 1/3 van alle werknemers (met een minimum van 4 werknemers) akkoord gaat met de oprichting van een syndicale delegatie. Indien de voorzitter vaststelt dat dit quorum niet wordt bereikt, kan geen syndicale afvaardiging worden opgericht.

Indien de werkgever dit nazicht niet gevraagd heeft binnen de voorziene termijn, dan wordt deze voorwaarde beschouwd als zijnde vervuld. § 2. In de ondernemingen met minder dan 10 werknemers kan, op vraag van minstens één representatieve werknemersorganisatie, middels aangetekend schrijven aan de werkgever en aan de andere representatieve vakbondsorganisaties, een syndicale afvaardiging opgericht worden, voor zover de werkgever akkoord gaat met de oprichting. § 3. De berekening van het aantal werknemers gebeurt op grond van het gemiddeld aantal werknemers die gedurende de vier trimesters, voorafgaand aan het trimester waarin de aanvraag is gesteld, in de onderneming zijn tewerkgesteld.

Voor de berekening van het aantal bedoelde werknemers, worden alle werknemers in aanmerking genomen zoals vermeld in artikel 1, met uitzondering van de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur die geen 12 maanden anciënniteit tellen op de dag van de aanvraag tot oprichting.

Als een representatieve vakbondsorganisatie overweegt een aanvraag tot oprichting van een syndicale delegatie in te dienen, brengt zij de werkgever hiervan schriftelijk in kennis. De werkgever is er toe gehouden om binnen een termijn van 14 dagen na ontvangst het schrijven, een lijst van de werknemers bedoeld in § 3 ter beschikking te stellen. Deze lijst moet worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen die gelden in het kader van de sociale verkiezingen. § 4. De werknemersorganisaties die niet aan de oorsprong hebben gelegen van de aanvraag, beschikken over een termijn van 14 kalenderdagen te rekenen vanaf de verzending van het aangetekend schrijven voorzien in § 1 om de werkgever en de werknemersorganisatie(s) die de brief hebben verzonden, te laten weten dat zij aanspraak maken op ten minste één mandaat of een plaatsvervangend mandaat.

De werknemersorganisaties stellen zich onderling akkoord over de verdeling van de afgevaardigden met inachtneming van de in artikel 11 bepaalde grenzen. Zij kunnen hiertoe eventueel beroep doen op de voorzitter van het paritair comité.

Art. 9.Partijen bevelen de ondernemingen aan om syndicaal overleg te organiseren.

Art. 10.§ 1. De syndicale afvaardiging wordt opgericht : - ofwel op de dag dat de werkgever zijn schriftelijk akkoord heeft gegeven; - ofwel, bij gebrek aan reactie van de werkgever op het aangetekend schrijven zoals bedoeld in artikel 8, § 1, bij het verstrijken van de reactietermijn van 14 kalenderdagen; - ofwel, op de dag van het positief antwoord van de voorzitter van het paritair comité, op de telling zoals bedoeld in artikel 8, § 1. § 2. De samenstelling van de syndicale afvaardiging wordt aan de werkgever betekend bij aangetekend schrijven, uitgaande van de betrokken werknemersorganisatie(s), waarbij ten minste één afgevaardigde wordt aangeduid.

Het mandaat van de syndicale afvaardiging neemt een aanvang op de datum van de verzending van dit aangetekend schrijven.

Art. 11.De syndicale afvaardiging wordt samengesteld uit effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden, waarvan het aantal als volgt wordt bepaald : - minder dan 25 werknemers : 2 effectieven; - van 25 tot 75 werknemers : 2 effectieven en 2 plaatsvervangers; - van 76 tot 150 werknemers : 3 effectieven en 3 plaatsvervangers; - 151 en meer werknemers : 4 effectieven en 4 plaatsvervangers.

Bij het verstrijken van de mandaten van de syndicale afgevaardigden kan de werkgever op basis van de daling inzake het personeelsvolume en de bepalingen van dit artikel, de vernieuwing van één of meerdere mandaten weigeren.

Bij het verstrijken van de mandaten van de syndicale afgevaardigden kan (kunnen) de werknemersorganisatie(s), op basis van de stijging van het personeelsvolume en de bepalingen van dit artikel, een toename vragen van het aantal afgevaardigden.

Art. 12.Indien het mandaat van een syndicaal afgevaardigde, effectief of plaatsvervangend, niet is ingevuld of een einde neemt om welke reden dan ook, heeft de betrokken werknemersorganisatie het recht om in zijn aanstelling of in zijn vervanging te voorzien. De nieuwe afgevaardigde of de vervanger voleindigt het mandaat.

Art. 13.Om als afgevaardigde te mogen fungeren, moeten de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen aan de aanvang van hun mandaat : 1. ten minste 12 maanden anciënniteit bezitten in de onderneming en niet in een proefperiode zijn;2. niet in opzegperiode zijn;3. de pensioenleeftijd niet bereikt hebben;4. geen deel uitmaken van het leidinggevend personeel of van de raad van bestuur van de onderneming;5. minstens halftijds tewerkgesteld zijn.

Art. 14.Het plaatsvervangend lid treedt op in vervanging van een effectief lid.

Art. 15.Het mandaat van de afgevaardigde loopt ten einde : 1. bij het verstrijken van de termijn;2. ingevolge schriftelijke ontslagneming door de werknemersorganisatie aan de werkgever betekend;3. in geval de afgevaardigde ophoudt tot het personeel te behoren;4. in geval hij in de onderneming met een leidinggevende functie wordt belast of lid wordt van de raad van bestuur;5. in geval van overlijden.

Art. 16.Het mandaat van afgevaardigde duurt 4 jaar en is vernieuwbaar.

De werkgever verwittigt de syndicale organisaties die een afgevaardigde hebben aangeduid, per aangetekend schrijven van het nakend verstrijken van de duurtijd van de mandaten. Zo de werknemersorganisaties in dit geval, niet overgaan tot de vernieuwde aanstelling overeenkomstig de procedure voorzien in artikel 10 vóór het verstrijken van de mandaten, nemen de mandaten een einde bij het verstrijken ervan.

Indien de werkgever niet overgaat tot deze melding, dan worden de mandaten stilzwijgend vernieuwd. HOOFDSTUK IV Bevoegdheid van de syndicale afvaardiging

Art. 17.Zonder afbreuk te doen aan de specifieke opdrachten toegewezen door en/of op grond van specifieke bepalingen, heeft de bevoegdheid van de syndicale afvaardiging onder andere betrekking op : 1. de arbeidsverhoudingen;2. de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomst;3. onderhandelingen met de hulp van de secretarissen van de organisaties met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de schoot van de onderneming;4. de naleving van de algemene beginselen van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 18.De syndicale afvaardiging heeft het recht door het ondernemingshoofd of door zijn vertegenwoordiger ten laatste binnen de 8 dagen te worden gehoord, naar aanleiding van elk geschil of betwisting van collectieve aard die zich in de onderneming voordoet; zij heeft hetzelfde recht wanneer dergelijke geschillen of betwistingen dreigen te ontstaan.

Art. 19.Elke individuele klacht wordt langs de gewone hiërarchische weg ingediend door de belanghebbende werknemer die op zijn verzoek wordt bijgestaan door zijn syndicale afgevaardigde. De syndicale afvaardiging heeft het recht te worden gehoord naar aanleiding van elk individueel geschil of betwisting die langs deze weg niet kon worden opgelost.

Art. 20.Wanneer eventuele besprekingen niet tot een akkoord leiden, mag de syndicale afvaardiging zich bij overlegvergaderingen laten bijstaan door vertegenwoordigers van hun syndicale organisaties; zij brengt voorafgaandelijk de werkgever hiervan op de hoogte.

In dezelfde omstandigheden, kan de werkgever zich bij overlegvergaderingen laten bijstaan door vertegenwoordigers van de werkgeversorganisatie; hij brengt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging hiervan op de hoogte.

Indien geen oplossing gevonden wordt, kan de directie of de syndicale afvaardiging de verzoeningsprocedure starten zoals bepaald in het huishoudelijk reglement van het paritair comité.

Een stakingsaanzegging mag slechts schriftelijk en na uitputting van de verschillende overleg- en bemiddelingsprocedures beschreven in dit artikel, ingediend worden. Hij moet ten minste 14 kalenderdagen voor de aangekondigde actie gegeven worden.

Art. 21.De tussen de syndicale afvaardiging en de werkgever gesloten schriftelijke overeenkomsten, zullen door de werkgever van de onderneming ter kennis worden gebracht van het personeel door aanplakking in de lokalen van de onderneming, behoudens wanneer het gaat om individuele gevallen. HOOFDSTUK V. - Werking

Art. 22.Bewust van de medeverantwoordelijkheid inzake personeelsproblematiek, bekijkt en behandelt de afgevaardigde de gestelde problemen met de nodige objectiviteit.

Art. 23.De uren besteed door de syndicale afvaardiging worden beschouwd als normale arbeidsuren voor het personeel, zowel voor wat de berekening van de arbeidstijd betreft als wat de betaling van het loon aangaat.

Art. 24.De syndicale afgevaardigde en zijn plaatsvervanger beschikken elk over 14 dagen per mandaat voor de deelname aan syndicale activiteiten.

Het niet opgebruikte saldo aan dagen is overdraagbaar op de andere syndicale afgevaardigden en/of plaatsvervangers.

De syndicale afgevaardigde is er toe gehouden zijn hiërarchische overste vooraf te verwittigen van zijn deelname aan een syndicale activiteit zoals beschreven in dit artikel. In geval van meningsverschil stelt de werkgever schriftelijk de betrokken syndicale organisatie, hiervan in kennis met vermelding van zijn motivatie.

Art. 25.De syndicale afvaardiging kan, na kennisgeving aan de werkgever, overgaan tot alle schriftelijke en mondelinge mededelingen ten nutte van het personeel. Deze mededelingen dienen van syndicale of professionele aard te zijn. Daartoe kan de syndicale afvaardiging gebruik maken van het internet en van e-mail.

Met akkoord van de werkgever over het tijdstip en de modaliteiten van de organisatie, kunnen op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren, voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming worden belegd door de syndicale afvaardiging. De werkgever mag dit akkoord niet willekeurig weigeren.

Aan de vakbondsafgevaardigden worden de nodige faciliteiten verleend om, zonder de goede gang van de onderneming te verstoren, contact met leden van het personeel afzonderlijk en met de directie der onderneming te hebben. HOOFDSTUK VI Statuut van vakbondsafgevaardigde

Art. 26.Het mandaat van de syndicale afgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties van de categorie werknemers waartoe zij behoren.

Art. 27.§ 1. De afgevaardigde mag niet worden afgedankt om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. § 2. De werkgever die voornemens is een syndicale afgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende redenen, af te danken, verwittigt voorafgaandelijk de syndicale afvaardiging evenals de syndicale organisatie die de kandidatuur van de afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van verzending.

De syndicale organisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om mee te delen dat zij niet akkoord gaat met de redenen van de voorgenomen afdanking. Deze mededeling zal gebeuren bij aangetekend schrijven. De periode van zeven dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

De betrokken syndicale organisatie en de werkgever zijn verplicht alles in het werk te stellen om het geschil op te lossen op het vlak van de onderneming. § 3. Indien op het niveau van de onderneming geen overeenkomst kan bereikt worden, wordt dit geschil overgemaakt aan het Paritair Comité van de audiovisuele sector. Bij gebrek aan unaniem akkoord in het verzoeningsbureau van het paritair comité binnen de 30 dagen, kan de werkgever het geschil voorleggen aan de arbeidsrechtbank. § 4. Tijdens hogervermelde periode kan de afgevaardigde niet ontslagen worden.

Art. 28.In geval van afdanking van een syndicale afgevaardigde wegens zware fout, moet de syndicale afvaardiging en de syndicale organisatie die de afgevaardigde heeft aangesteld daarvan onmiddellijk worden op de hoogte gebracht met een bevestiging per aangetekend schrijven.

Art. 29.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : 1) indien hij een syndicale afgevaardigde afdankt, zonder de in voornoemde artikelen 27 en 28 bepaalde procedure na te leven;2) indien, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van afdanking, rekening houdend met de bepalingen van artikel 27, § 1, door het verzoeningsbureau van het paritair comité of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;3) indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;4) indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan de bruto bezoldiging van één jaar, onverminderd de toepassing van de wettelijke beschikkingen inzake de opzeggingsvergoedingen, vastgelegd bij wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de syndicale afgevaardigde de vergoeding ontvangt, bepaald in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. HOOFDSTUK VII Overvangsbepalingen en geldigheidsduur van deze arbeidsovereenkomst

Art. 30.De syndicale afvaardigingen die reeds zijn opgericht blijven onverkort bestaan, maa de erkende werknemersorganisaties en de syndicale afgevaardigden kunnen zich vanaf de ondertekening van deze overeenkomst beroepen op de gunstiger voorwaarden van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 31.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 24 mei 2005.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd en kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^