Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2006
gepubliceerd op 19 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201214
pub.
19/09/2006
prom.
19/04/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende de buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse; 19 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2000 Buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 17 oktober 2000 onder het nummer 55706/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II.- Buitengewone bijdrage

Art. 3.Vanaf 1 januari 2001 wordt de buitengewone bijdrage, die vanaf 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999 0,30 pct. bedroeg, gebracht op 0,20 pct. van de niet-begrensde brutolonen van de werklieden.

Deze buitengewone bijdrage wordt aangewend in het kader van vormingsinitiatieven die sectoraal worden bepaald. HOOFDSTUK III. - Inning en invordering

Art. 4.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958). HOOFDSTUK IV. - Duur

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en geldt voor onbepaalde duur.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Deze opzegging kan slechts ingaan ten vroegste vanaf 1 januari 2002.

Indien één van de partijen wenst over te gaan tot de opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst, verbindt deze partij er zich toe drie maanden voordat de opzegging effectief kan ingaan alle partijen bij elkaar te brengen om de redenen van de opzegging toe te lichten en tegelijkertijd amendementsvoorstellen in te dienen en te bespreken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^