Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2010
gepubliceerd op 07 juli 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012084
pub.
07/07/2010
prom.
19/04/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2009 Tewerkstelling van personen behorende tot de risicogroepen, de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 13 oktober 2009 onder het nummer 94906/CO/102.06)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Met "werklieden" worden : de arbeiders en arbeidsters bedoeld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten, vanaf het jaar 2009, enerzijds in toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen, inzonderheid hoofdstuk VIII, afdeling 1, en anderzijds het koninklijk besluit van 19 maart 2007 ter activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren en van de inspanning ten bate van de actieve begeleiding en opvolging van werklozen voor de periode 2009-2010.

Art. 3.De financiële middelen, samengebracht in het "Sociaal Fonds voor de grint- en zandgroeven", worden aangewend om de in de hierna volgende artikelen vermelde kosten te dragen onder de voorwaarden vast te stellen in de raad van beheer van het fonds.

Art. 4.Bij brugpensioen zal het vervangingsengagement bij voorkeur worden ingevuld met personen behorende tot de risicogroepen zoals omschreven bij artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen. «

Art. 173.Onder risicogroepen wordt verstaan : a) de laaggeschoolde werklozen en de langdurige werklozen, de gehandicapten, de deeltijds leerplichtigen, de herintreders, de bestaansminimumtrekkers en de laaggeschoolde werknemers, b) de werklozen van minstens 50 jaar oud, de werknemers van minstens 50 jaar oud die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën en de laaggeschoolde werknemers. De Koning kan, na éénsluitend advies van de Nationale Arbeidsraad, deze categorieën nader omschrijven en tot andere risicogroepen uitbreiden. » Voor de werkgevers die vallen onder het "Grinddecreet", moet er gezocht worden onder de ontslagen werklieden die vallen onder het "Grinddecreet".

Art. 5.De tussenkomst in de kosten van technische vorming en opleiding wordt voorbehouden aan ongeschoolde en/of laag geschoolde personeelsleden voor zover deze opleiding tot gevolg kan hebben dat de ruimere beroepskennis van de betrokkenen een positieve weerslag heeft op de beperking van de gedeeltelijke werkloosheid en een grotere waarborg geeft tot blijvende tewerkstelling.

De kosten kunnen betrekking hebben op een tussenkomst in reiskosten, het loonverlies en de eventuele inschrijvingsrechten of cursusgelden.

Daarenboven wordt aan de werklieden een forfaitair bedrag van 150 EUR uitbetaald, voor zover zij aan het fonds een attest van regelmatig bijwonen van de cursus kunnen voorleggen.

Art. 6.De werkgevers die in de loop van 2009 en/of 2010 initiatieven nemen of genomen hebben die gericht zijn op de risicogroepen bedoeld in hoofdstuk XI, afdeling 1 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen en die laaggeschoolde arbeiders of arbeidsters die geconfronteerd worden met collectief ontslag, herstructurering of de introductie van nieuwe technologieën, een omscholings- of bijscholingsprogramma laten volgen, kunnen ten laste van het fonds een forfaitaire tegemoetkoming van 250 EUR per maand ontvangen met een maximum van 2 500 EUR per jaar.

Art. 7.De in de artikelen 5 en 6 vermelde bedragen van forfaitaire tegemoetkoming kunnen door de raad van beheer van het fonds worden aangepast in functie van de jaarlijkse begroting.

Art. 8.Het totaal bedrag van de jaarlijkse begroting bedoeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst zal in elk geval 0,10 pct. van de bruto loonmassa bedragen.

Art. 9.De raad van beheer is belast met de uitvoering van de genomen beslissingen en het toezicht op de aanvragen, opleidingsprogramma's en de afrekening van de aangevraagde financiële tussenkomsten.

Art. 10.De raad van beheer maakt jaarlijks een evaluatie die bij het verslag van het fonds wordt gevoegd en aan het paritair subcomité wordt voorgelegd. Een kopie van dit verslag wordt eveneens aan de Minister van Werk overgemaakt.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009 en treedt buiten werking op 31 december 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^