Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2010
gepubliceerd op 18 juni 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010201902
pub.
18/06/2010
prom.
19/04/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2009 Nationaal akkoord 2009-2010 (Overeenkomst geregistreerd op 5 augustus 2009 onder het nummer 93404/CO/149.01) Hoofdstuk I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden.

Hoofdstuk II. - Kader

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage.

Art. 3.Uitvoering interprofessioneel akkoord Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008.

Hoofdstuk III. - Inkomenszekerheid

Art. 4.Koopkracht Afdeling 1ste. - Indexering

Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) december van het vorige kalenderjaar tegenover december van het kalenderjaar daarvoor. Afdeling 2. - Sectoraal systeem ecocheques

In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009 - 2010 van 22 december 2008 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, wordt een kader uitgewerkt van een sectoraal systeem ecocheques, rekening houdend met volgende principes : - Betaling aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider van 3 semestriële schijven van ecocheques, elk ter waarde van 125,00 EUR; - De betaling van deze ecocheques vindt plaats op volgende tijdstippen : - in de loop van de maand december 2009 en behelst de referteperiode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009; - in de loop van de maand juni 2010 en behelst de referteperiode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010; - in de loop van de maand december 2010 en behelst de referteperiode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010; - In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging is een alternatieve besteding voor deze ecocheques op ondernemingsvlak mogelijk op voorwaarde dat het bedrag van 3 x 125 EUR gegarandeerd wordt en mits een akkoord op ondernemingsvlak vóór 30 september 2009, en dit via een collectieve arbeidsovereenkomst.

Een kopie van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient ter informatie te worden overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens, en dit vóór 15 oktober 2009.

Indien er geen akkoord wordt gesloten op het vlak van de onderneming vóór 30 september 2009, dient het sectoraal systeem van de ecocheques te worden toegepast.

Bovendien dient in dit akkoord op ondernemingsvlak minstens dezelfde gelijkstellingen te worden voorzien die ook zijn opgenomen binnen het sectoraal systeem van ecocheques; - Er wordt een pro rata uitbetaald in volgende gevallen : - arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van de semestriële schijven zoals hierboven vermeld, a rato van 1/25e per week, met een maximum van 25/25e. Voor de toepassing van deze alinea wordt met "week" bedoeld : elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld; - deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider. - Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die opgenomen zijn in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.

Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, de dagen bij tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids)ongeval bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon; - Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Subcomité voor de elektriciens, krijgen op de hierboven vermelde tijdstippen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt. Het bedrag van 125 EUR wordt aangepast in functie van het aantal tewerkgestelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals hierboven vermeld.

Opmerking Rekening houdend met bovenvermelde principes dient een collectieve arbeidsovereenkomst inzake een sectoraal systeem ecocheques te worden uitgewerkt, met ingang van 1 juli 2009 voor onbepaalde duur.

Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur.

De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011. Na de interprofessionele evaluatie van het netto voordeel in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009 - 2010 en eventuele beslissingen over de wijzigingen, dient een sectorale evaluatie te worden voorzien om de recurrentie van de premie van 250 EUR in te vullen vanaf 1 januari 2011.

Art. 5.Jongerenlonen In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007 - 2008 wordt de bestaande leeftijdsdiscriminatie voor jongeren binnen de uurlonen weggewerkt. Hierdoor hebben arbeiders die jonger zijn dan 18 jaar ook recht op een loon aan 100 pct.

Voor jobstudenten wordt vanaf 1 juli 2009 een specifieke regeling ingevoerd, met name een uurloon aan 80 pct. van het baremaloon van de beroepencategorie waarin de arbeider met een gelijkaardige functie als die van de jobstudent wordt tewerkgesteld.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake loonvorming van 24 juni 2003, inzake uurlonen van 29 januari 2008 en inzake functieclassificatie van 18 oktober 1999 zullen vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. ? ? ? ? ? ?

Art. 6.Eindejaarspremie - algemeen regime De arbeiders waarvan de arbeidsovereenkomst in gemeenschappelijk overleg beëindigd wordt, genieten de eindejaarspremie a rato van de geleverde prestaties gedurende de referteperiode.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie - algemeen regime van 27 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst op een aantal technische punten verder te worden verduidelijkt.

Art. 7.Fonds voor bestaanszekerheid Vanaf 1 juli 2009 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid vanaf de 61ste dag tot en met 150ste dag verhoogd tot 8,32 EUR per werkloosheidsuitkering en tot 4,16 EUR per halve werkloosheidsuitkering.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid van 27 juni 2007, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 2008, zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient bovendien op een aantal technische punten verder te worden verduidelijkt.

In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid dient de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de syndicale premie voor 2008 van 29 januari 2008 onder dezelfde voorwaarden te worden verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Art. 8.Vervoer en mobiliteit Afdeling 1ste. - Verplaatsing van de woonplaats naar de zetel van de

onderneming, de aanwervingplaats of de ophaalplaats § 1. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het openbaar of gecombineerd openbaar vervoer, bedraagt de tussenkomst van de werkgever 80 pct. van de totale kost van het vervoerbewijs. § 2. De sociale partners bevelen de werkgevers aan om gebruik te maken van de derde betalers regeling wanneer de arbeider zich verplaatst met het openbaar of gecombineerd openbaar vervoer. In dit geval is er geen vergoeding aan de arbeider verschuldigd. § 3. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet, heeft hij recht op de werkgeversbijdrage in het maandabonnement of weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009.

Deze vergoeding op basis van de werkgeversbijdrage in het maandabonnement of weekabonnement, dient steeds in zijn geheel te worden betaald, en dit voor alle dagen van de week of maand afhankelijk van het soort abonnement dat de werkgever als basis gebruikt. Een omrekening van de werkgeversbijdrage naar een dagbedrag is niet toegestaan.

De verplaatsing met het eigen vervoer heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.

Deze vergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS, conform het advies van de Centrale Raad van het Bedrijfsleven. § 4. Indien een leerling in een systeem van alternerend leren zich verplaatst naar de werkplaats met om het even welk vervoermiddel heeft hij recht op terugbetaling van de vervoerskosten door de werkgever.

Deze terugbetaling is conform de regels die gelden voor de verplaatsingen van de arbeiders uit de sector. § 5. Een gelijkaardige regeling zoals bepaald in § 4 is ook van toepassing voor arbeiders die zich verplaatsen om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te leggen, met een maximum van 1 dag per kalenderjaar. Afdeling 3. - Verplaatsing van de woonplaats, de zetel van de

onderneming of de ophaalplaats naar een werf § 1. Wanneer de arbeider zich verplaatst met een voertuig van de werkgever, heeft hij vanaf 1 juli 2009 recht op een vergoeding van 0,1028 EUR per kilometer. Het indexeringsmechanisme zoals voorzien in artikel 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2005 inzake vervoerskosten, blijft onverminderd van toepassing. § 2. De chauffeursvergoeding zoals opgenomen in artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2005 inzake vervoerskosten, wordt vanaf 1 juli 2009 verhoogd tot 0,1184 EUR per kilometer.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2005 inzake vervoerskosten zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Hoofdstuk IV. - Werkzekerheid

Art. 9.Bestrijding zwartwerk De sociale partners engageren zich om tijdens de duurtijd van dit akkoord maatregelen uit te werken om het zwartwerk in de sector te bestrijden.

De sociale partners engageren zich de nodige stappen te zetten om de gegevens waarover de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid beschikt in het kader van de DIMONA - aangifte in dit kader te kunnen aanwenden.

Art. 10.Economische werkloosheid De sociale partners vragen aan de Koning om, voor een periode van 2 jaar, de maximumduur van de volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor tijdelijke werkloosheid om economische redenen van de arbeider op 8 weken te brengen. HOOFDSTUK V. - Vorming en innovatie

Art. 11.Algemene bepalingen Afdeling 1ste. - Risicogroepen

Van de bijdrage van 0,15 pct. voor risicogroepen, wordt 0,05 pct. aangewend voor innoverende projecten. Afdeling 2. - Permanente vorming

§ 1. De bijdrage van 0,60 pct. voor permanente vorming, van toepassing voor onbepaalde duur wordt bevestigd. § 2. De tijd die een arbeider nodig heeft om een competentietest voor een ervaringsbewijs af te leggen, dient te worden beschouwd als een verloonde afwezigheid, met een maximum van 1 dag per kalenderjaar.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en innovatie wordt uitgewerkt en treedt in voege vanaf 1 juli 2009 tot en met 31 december 2011, met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot de bijdragen die van onbepaalde duur zijn.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengt de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en innovatie van 27 juni 2007 met uitzondering van het systeem zoals beschreven in artikel 9, § 1, b) dat vanaf 1 juli 2009 wordt stopgezet.

Art. 12.OpleidingsCV § 1. Vanaf 1 januari 2010 houdt elke onderneming, in het belang van de permanente vorming en van de verworven beroepservaring voor de verdere loopbaan, van elke arbeider een opleidingsCV bij. § 2. Dit opleidingsCV is een inventaris van de uitgeoefende functies en gevolgde opleidingen tijdens zijn loopbaan in de betrokken onderneming en de opleidingen op eigen initiatief van de arbeider. § 3. Deze inventaris wordt gevalideerd door werkgever en arbeider in een gemeenschappelijk document, waarvan de arbeider bij uitdiensttreding een exemplaar dient te krijgen. Een modeldocument hiertoe dient te worden opgemaakt in de schoot van Vormelek.

Opmerking Sectoraal zal in de schoot van Vormelek een suppletief en eenvoudig model vastgelegd worden in een collectieve arbeidsovereenkomst, te sluiten tegen 31 december 2009.

Hoofdstuk VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit

Art. 13.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 14.Flexibiliteit Opmerking § 1. De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake flexibiliteit van 27 juni 2007 wordt verlengd van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011. § 2. De bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 27 juni 2007 wordt verlengd van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning

Art. 15.Eindeloopbaan § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013.

Opmerking In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 27 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013.

In die zin zal ook de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag van 27 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013.

In die zin zal ook de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen arbeidsters van 27 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013. § 2. De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 27 juni 2007 wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 56 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 inzake halftijds brugpensioen wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 4. Het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan wordt onder dezelfde voorwaarden verlengd van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar van 29 januari 2008 wordt verlengd van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 5. Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen - procedure, zoals voorzien in artikel 19, § 6 van het nationaal akkoord 2007 - 2008 verlengd.

Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : minstens 1 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider (bij aangetekende brief) uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg

Art. 16.Statuut van de vakbondsafvaardiging De partijen engageren zich om tijdens de duurtijd van dit akkoord de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake het statuut van de vakbondsafvaardigingen van 27 juni 2007 en inzake het statuut van de vakbondsafvaardigingen in ondernemingen met minder dan 50 arbeiders en minstens 35 werknemers van 27 juni 2007 te herschrijven en te integreren tot één collectieve arbeidsovereenkomst inzake het statuut van de vakbondsafvaardigingen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake het statuut van de vakbondsafvaardigingen van 27 juni 2007 en inzake het statuut van de vakbondsafvaardigingen in ondernemingen met minder dan 50 arbeiders en minstens 35 werknemers van 27 juni 2007 worden geïntegreerd in een gecoördineerde collectieve arbeidsovereenkomst inzake het statuut van de vakbondsafvaardigingen. HOOFDSTUK IX. - Sectorale projecten 2009-2010

Art. 17.Stand-by regeling Partijen engageren zich om een sectorale minimumregeling uit te werken inzake stand-by en dit voor 31 december 2010, rekening houdend met volgende principes : - de periode dat een arbeider stand-by is wordt niet als arbeidstijd beschouwd; - wanneer de arbeider effectief prestaties levert, moet hiervoor loon worden betaald; - de effectief gewerkte tijd moet worden meegeteld als arbeidstijd, zowel voor de arbeidsduur als voor de berekening van het loon.

Art. 18.Veiligheid op de werkplaats Partijen engageren zich om uiterlijk tegen 31 december 2009 een collectieve arbeidsovereenkomst inzake veiligheid op de werkplaats af te sluiten die de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 1993 inzake premie voor ongezond en gevaarlijk werk vervangt.

De elementen die in deze nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst dienen te worden opgenomen, zijn de volgende : - Preventie : het definiëren van de maatregelen die nodig zijn voor de bescherming van veiligheid en gezondheid van de arbeider; - Definitie : een strikte omschrijving van wat als uitzonderlijke werken dient te worden beschouwd (limitatieve lijst die jaarlijks dient geactualiseerd dient te worden). Indien de arbeider werkt op plaatsen waar de arbeiders die er gewoonlijk werken een gelijksoortige loontoeslag genieten, heeft hij recht op minstens dezelfde loontoeslag voor de duur van de uitoefening van de werken die recht geven op de loontoeslag; - Bedrag : bij uitzonderlijke werken dient een loontoeslag van 15 pct. te worden betaald; - Toepassing : - deze loontoeslag dient enkel betaald te worden voor de effectieve uren dat uitzonderlijke werken worden uitgevoerd; - op sectorniveau zal daartoe een instrument worden uitgewerkt dat deze effectieve uren kan meten of forfaitair kan vastleggen; - Ondernemingsregelingen : voordeliger ondernemingsregelingen blijven onverminderd van toepassing.

Art. 19.Technische aanpassingen § 1. Collectieve arbeidsovereenkomst kort verzuim In artikel 4, punt 2 (huwelijk van een familielid van de arbeider) slaat het begrip "wonend onder hetzelfde dak" enkel op "gelijk welk ander familielid".

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 27 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. § 2. Collectieve arbeidsovereenkomst statuten fonds voor bestaanszekerheid Wanneer een oudere werkloze, die een aanvullende vergoeding ontvangt van het fonds voor bestaanszekerheid, het werk hervat, dient deze aanvullende vergoeding te worden doorbetaald.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 27 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duurtijd akkoord

Art. 20.Sociale vrede De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd van onderhavige overeenkomst. Bijgevolg zal op nationaal of regionaal vlak of op ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld, aangemoedigd of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze overeenkomst uit te breiden of die van aard zou zijn de loonkosten van de ondernemingen te verhogen.

Art. 21.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties.

De artikels die van toepassing zijn op het fonds voor bestaanszekerheid voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het nationaal akkoord2009-2010 Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^