Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2014
gepubliceerd op 11 juni 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2014014272
pub.
11/06/2014
prom.
19/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/19/2014014272/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik de eer heb U voor te leggen beoogt de wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg om de wijziging van het bedrag van een boete voor gebrek aan een vrachtbrief en een boete toe te voegen voor gebrek aan de bepalingen van de reglementering over rij- en rusttijd.

De ministerraad van 28.11.2013 heeft een actieplan aangenomen in de strijd tegen de frauduleuze detachering van EU-werknemers in ons land, de zogenaamde sociale dumping.

Dit operationeel actieplan omvat een reeks maatregelen om efficiënter en strenger op te treden tegen deze belangrijke inbreuken op onze sociale en arbeidswetgeving en tegen frauduleuze structuren erachter.

Het actieplan voorziet daarom in : - doelgerichte controles door gespecialiseerde en gecoördineerde teams - een duidelijke strafvervolging en een geïntegreerde fenomeenbestrijding - zwaardere straffen Voor wat het wegvervoer betreft, waren bijzondere maatregelen voorzien : a. een verhoging van de boetes bij inbreuken op verplichting om vrachtbrief in de vrachtwagen te hebben.Enkel aan de hand van de vrachtbrief kan nagegaan worden of de cabotageregels gerespecteerd werden.

De sanctie wanneer geen CMR brief voorhanden is bedraagt thans 55 euro. Het was de intentie dit bedrag gevoelig te verhogen, meer bepaald naar 1.800 euro.

De wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014763 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (1) type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014761 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (1) sluiten betreffende het vervoer van goederen over de weg voorziet voor afwezigheid van de vrachtbrief slechts een maximale strafrechtelijke boete van 1.500 euro (d.i. 250 euro vermeerderd met de opdeciemen). Op basis van het advies van de Raad van State wordt de overeenkomstige onmiddellijke inning dan ook naar 1.500 euro gebracht i.p.v. 1.800 euro.

Als een vervoerder van mening is dat het ontbreken van een vrachtbrief komt door een vergetelheid, kan hij altijd vragen dat een proces-verbaal opgesteld wordt. In dat geval zal de rechter, in functie van de bewijselementen, eventueel het bedrag van de boete kunnen verminderen. b. een sanctie op het verbod om de lange wekelijkse rust in de vrachtwagen te nemen. Artikel 1 van het besluit voorziet een sanctie voor gebrek aan vrachtbrief .

Deze sanctie bedraagt momenteel 55 euro.

Dit moet naar 1.500 euro worden gebracht onmiddellijk te betalen bij ontstentenis waarvan het voertuig wordt geïmmobiliseerd.

Zo kunnen de situaties van onwettige cabotage worden aangepakt.

Artikel 2 van het besluit voorziet een sanctie op het verbod om de lange wekelijkse rust in de vrachtwagen te nemen.

Er wordt een onmiddellijke inning gecreëerd met een bedrag van 1.800 euro, onmiddellijk te betalen bij ontstentenis waarvan het voertuig wordt geïmmobiliseerd. Zo kunnen de situaties waarbij chauffeurs vaak lange tijd in hun vrachtwagen wonen (een aspect van sociale dumping) worden aangepakt.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 55.587/4 van 24 maart 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg' Op 28 februari 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 24 maart 2014 . De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en Marianne Dony, assessoren, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 maart 2014.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Voorafgaande vormvereisten 1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `tot hervorming der instellingen' moeten de drie gewestregeringen bij het uitwerken van het voorliggende ontwerp worden betrokken. In het dossier dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, bevinden zich evenwel alleen de afschriften van de brieven die aan de verschillende gewestregeringen zijn gezonden en die, evenals de adviesaanvraag, zijn gedagtekend 28 februari 2014.

De steller van het ontwerp moet erop toezien dat dit voorafgaand vormvereiste naar behoren wordt vervuld. 2. In het eerste en het tweede lid van de aanhef wordt gepreciseerd dat het ontwerp zijn rechtsgrond ontleent aan artikel 2bis van de wet van 18 februari 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/1969 pub. 25/04/2012 numac 2012000279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten `betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg' en aan artikel 34 van de wet van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999014158 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet betreffende het vervoer van zaken over de weg type wet prom. 03/05/1999 pub. 04/05/1999 numac 1999021210 bron diensten van de eerste minister Wet houdende budgettaire en diverse bepalingen sluiten `betreffende het vervoer van zaken over de weg' (1). De tenuitvoerlegging van deze machtigingen vereist evenwel in geen van beide gevallen dat koninklijke besluiten worden uitgevaardigd waarover in de Ministerraad overleg is gepleegd.

De in het vierde lid van de aanhef genoemde impactanalyse is bijgevolg geen verplicht voorafgaand vormvereiste krachtens artikel 6 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'.

Het vierde lid van de aanhef moet dan ook ofwel worden weggelaten, ofwel worden vervangen door een overweging. De vermelding van het overleg over het ontwerp in de Ministerraad moet eveneens uit de aanhef worden geschrapt.

Onderzoek van het ontwerp Artikel 1 van het ontwerp strekt ertoe het bedrag van de onmiddellijke inning, bedoeld in bijlage 1, b), 1., van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten `betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg', te verhogen van 55 euro tot 1.800 euro.

Dat nieuwe bedrag van 1.800 euro is in overeenstemming met artikel 35, § 1, eerste lid, van de wet van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999014158 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet betreffende het vervoer van zaken over de weg type wet prom. 03/05/1999 pub. 04/05/1999 numac 1999021210 bron diensten van de eerste minister Wet houdende budgettaire en diverse bepalingen sluiten `betreffende het vervoer van zaken over de weg' dat luidt als volgt : "

Art. 35.§ 1. De in artikel 36 bedoelde inbreuken op deze wet en haar uitvoeringsbesluiten worden bestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van vijftig tot tienduizend 1euro, vermeerderd met de opdeciemen, of met één van die straffen alleen, onverminderd de eventuele schadevergoeding".

Er moet echter rekening gehouden worden met de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014763 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (1) type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014761 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (1) sluiten `betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg', waarvan artikel 54 de wet van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999014158 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet betreffende het vervoer van zaken over de weg type wet prom. 03/05/1999 pub. 04/05/1999 numac 1999021210 bron diensten van de eerste minister Wet houdende budgettaire en diverse bepalingen sluiten op een nog niet gekende datum opheft.

Artikel 41, § 1, 4°, van de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014763 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (1) type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014761 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (1) sluiten luidt immers als volgt : "Art. 41, § 1. Worden gestraft met geldboete van 50 euro tot 250 euro, vermeerderd met de opdeciemen, zij die de volgende bepalingen van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten overtreden : 1° de krachtens artikel 28, 4° en 6°, door de Koning vastgestelde regels betreffende de afgifte, de vervanging, de vernieuwing, de schrapping en de geldigheid van de vergunningen en de bestuurdersattesten;2° de krachtens artikel 15, 5°, door de Koning vastgestelde verplichtingen van de borgen in geval van afneming op de borgtocht en in geval van vermindering of opzegging van de borgtocht;3° de eventueel krachtens artikel 28, 9°, door de Koning vastgestelde verplichting tot het verstrekken van statistische gegevens;4° de door artikel 29 vastgestelde verplichting een vrachtbrief op te maken en de eventueel daarmee gepaard gaande bijkomende regels vastgesteld door de Koning". Deze nieuwe bepaling zal, op het ogenblik van haar inwerkingtreding, het maximumbedrag van de onmiddellijke inning bedoeld in bijlage 1, b), 1, van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten, beperken tot het bedrag van 250 euro, vermeerderd met de opcentiemen, dit wil zeggen 1.500 euro volgens de thans geldende opcentiemen.

Het zou beter zijn nu al met dat toekomstige maximumbedrag rekening te houden.

De griffier, Anne-Catherine Van Geersdaele De voorzitter, Pierre Liénardy _______ Nota (1) Dat, in het tweede lid van de aanhef, zou moeten worden vervangen door artikel 40 van de wet van 15 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014763 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (1) type wet prom. 15/07/2013 pub. 18/02/2014 numac 2013014761 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (1) sluiten `betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr.1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg', ingeval deze wet in werking zou treden voordat het ontworpen besluit definitief wordt aangenomen.

19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 februari 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/1969 pub. 25/04/2012 numac 2012000279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 2bis, ingevoegd bij de wet van 6 mei 1985;

Gelet op de wet van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/1999 pub. 30/06/1999 numac 1999014158 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet betreffende het vervoer van zaken over de weg type wet prom. 03/05/1999 pub. 04/05/1999 numac 1999021210 bron diensten van de eerste minister Wet houdende budgettaire en diverse bepalingen sluiten betreffende het vervoer van zaken over de weg, artikel 34;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg;

Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 25 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 25 februari 2014;

Gelet op advies 55.587/4 van de Raad van State, gegeven op 24 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de strijd tegen de sociale dumping inzake wegvervoer voornamelijk kan worden aangegaan door de verhoging van bepaalde straffen;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Justitie, de Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 19 juli 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/07/2000 pub. 26/07/2000 numac 2000014182 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg sluiten betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzake het vervoer over de weg, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 juli 2013, wordt in b) Goederenvervoer over de weg - vrachtbrief, 1., het bedrag "55 EUR" vervangen door "1.500 EUR".

Art. 2.In bijlage 1, Aanhangsel 1, bij hetzelfde besluit, wordt c) Rij- en rusttijden aangevuld met een punt 8 luidende :

"

8.

De op het ogenblik van de controle verplicht te nemen normale wekelijkse rusttijd, wordt genomen aan boord van het voertuig.

- verordening (EG) nr. 561/2006, art. 8. 6 en 8.8. - AETR, art. 8.

1.800 EUR

"

«

8.

Le temps de repos hebdomadaire normal, obligatoire au moment du contrôle, est pris à bord du véhicule.

- règlement (CE) N° 561/2006, art. 8. 6 et 8.8. - AETR, art. 8.

1.800 EUR

»


Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor het Wegvervoer, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Financiën, K. GEENS De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

^