Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 augustus 1997
gepubliceerd op 23 september 1997

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de procedure voor de toepassing van de artikelen 30 en 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, en van de procedure met betrekking tot het bewijs van de gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten zoals bedoeld in artitel 5, § 4, tweede lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022620
pub.
23/09/1997
prom.
19/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/19/1997022620/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit houdende vaststelling van de procedure voor de toepassing van de artikelen 30 en 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, en van de procedure met betrekking tot het bewijs van de gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten zoals bedoeld in artitel 5, § 4, tweede lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 30 en 35;

Gelet op de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, gewijzigd door de wet van 8 augustus 1980 en het koninklijk besluit nr. 59 van 22 juli 1982, inzonderheid op artikel 5, § 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 oktober 1993 houdende vaststelling van de procedure voor de toepassing van de artikelen 30 en 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987,en van de procedure met betrekking tot het bewijs van de gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten zoals bedoeld in artikel 5, § 4, tweede lid,van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in de artikelen 32 en 35 van de wet op de ziekenhuizen,gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de desaffectatie van ziekenhuisdiensten en houdende nadere bepaling van de gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten, zoals bedoeld in artikel 5, § 4, eerste lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is de ziekenhuizen op de hoogte te stellen van de mogelijkheid om, via vrijwillige sluiting van acute ziekenhuisbedden, bijkomende Sp- en PVT-bedden en plaatsen van beschut wonen op te richten en van de procedure met betrekking tot het bewijs van de gelijkwaardige vermindering van acute ziekenhuisbedden;

Overwegende dat deze vrijwillige sluiting van bedden één geheel vormt met de operatie van de verplichte bedvermindering wegens het niet bereiken van het vastgestelde activiteitsniveau, in die zin dat beide kaderen binnen de politiek om te komen tot het financieel evenwicht van de sociale zekerheid;

Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is de ziekenhuizen terzelfdertijd op de hoogte te brengen van zowel de maatregelen die de verplichte sluiting van bedden beogen als deze die de vrijwillige sluiting van bedden beogen te stimuleren;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "het koninklijk besluit van 8 augustus 1997" : het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot vaststelling van de nadere regelen bedoeld in de artikelen 32 en 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, met betrekking tot de desaffectatie van ziekenhuisdiensten en houdende nadere bepaling van de gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten, zoals bedoeld in artikel 5, § 4, eerste lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging;2° "de vergunning" : de vergunning bedoeld in de artikelen 30 en 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, gewijzigd door de wet van 22 december 1989;3° "de bijzondere erkenning" : de bijzondere erkenning bedoeld in artikel 5, § 1 van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, gewijzigd door de wet van 8 augustus 1980 en het koninklijk besluit nr.59 van 22 juli 1982.

Art. 2.De inrichtende macht van een ziekenhuis waar, in het kader van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997, een bedvermindering wordt doorgevoerd door middel van desaffectatie van acute ziekenhuisbedden die al dan niet aanleiding geeft tot de ingebruikname van plaatsen voor beschut wonen en/of een psychiatrisch verzorgingstehuis of bedden in een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) dienen een aanvraag volgens het model in bijlage in te dienen bij de Minister die de vastelling van de verpleegdagprijs van de ziekenhuizen onder zijn bevoegdbeid heeft.

Indien evenwel de overheid die de vergunning of de bijzondere erkenning aflevert, aan de betrokken inrichtende macht meedeelt dat zijzelf een afschrift van deze vergunning en van de erop betrekking hebbende verantwoordingsstukken overmaakt aan de in het vorig lid bedoelde Minister, dan geldt de overmaking automatisch als aanvraag en wordt de betrokken inrichtende macht hiervan vrijgesteld.

Art. 3.De in artikel 2 bedoelde aanvraag moet de volgende gegevens omvatten : a) het aantal bestaande en erkende bedden per ziekenhuisdienst op de datum van de publikatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad;b) het aantal bedden in een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (gevolgd van de aanduiding van de betrokken geneeskundige specialiteit) (kenletter Sp) dat men in gebruik wenst te nemen evenals de datum waarop dit zou geschieden;c) het aantal plaatsen van beschut wonen dat men in gebruik wenst te nemen evenals de datum waarop dit zou geschieden;d) het aantal verzorgingsbedden in een psychiatrisch verzorgingstehuis dat men in gebruik wenst te nemen evenals de datum waarop dit zou geschieden;e) het aantal bestaande bedden per dienst dat men gebeurlijk wenst te desaffecteren of te sluiten;f) het aantal bedden per ziekenhuisdienst waarover het ziekenhuis in de toekomst nog zou beschikken;g) het verschil tussen de sub a) en sub f) bedoelde gegevens.

Art. 4.De in artikel 2 bedoelde aanvraag dient te worden medeondertekend door de verantwoordelijke(n) van de inrichtende macht van het initiatief van beschut wonen en /of van het psychiatrisch verzorgingstehuis indien de desaffectatie van ziekenhuisbedden aanleiding geeft tot de ingebruikname van plaatsen voor beschut wonen of van verzorgingsbedden buiten het ziekenhuis.

De Minister die de vaststelling van de verpleegdagprijs van de ziekenhuizen onder zijn bevoegdheid heeft deelt, binnen de twee maanden na de indiening van het in het eerste lid bedoelde formulier, aan het Rijksinstituut voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering en aan de inrichtende macht van het initiatief voor beschut wonen of het psychiatrisch verzorgingstehuis mede of de overeenkomstig dit besluit geleverde bewijsvoering beantwoordt aan de gestelde vereisten inzake gelijkwaardige bedvermindering.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 12 oktober 1993 houdende vaststelling van de procedure voor de toepassing van de artikelen 30 en 35 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, en van de procedure met betrekking tot het bewijs van de gelijkwaardige vermindering van ziekenhuisbedden in afgeschafte ziekenhuisdiensten zoals bedoeld in artikel 5, § 4, tweede lid, van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging, wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^