Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 februari 2008
gepubliceerd op 08 april 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012180
pub.
08/04/2008
prom.
19/02/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid, betreffende de bestaanszekerheid.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 februari 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2007 Bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 8 augustus 2007 onder het nummer 84218/CO/116)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Met « arbeiders » wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters.

Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid

Art. 2.De arbeiders die ten minste zes maanden anciënniteit in de onderneming hebben en die gedeeltelijk werkloos worden gesteld ingevolge economische of technische redenen of ingevolge overmacht in hoofde van de onderneming hebben recht, ten laste van hun werkgever en gedurende een periode van maximum vijftig dagen per jaar, op een aanvullende werkloosheidsuitkering vastgelegd vanaf 1 april 2007 op 7,90 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid en vanaf 1 januari 2008 op 8,10 EUR per dag gedeeltelijke werkloosheid.

Vergoedingen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard

Art. 3.De arbeiders die door hun werkgever worden ontslagen om economische of technische redenen, of redenen van structurele aard hebben recht, ten laste van hun werkgever, op een vergoeding waarvan het bedrag als volgt wordt vastgelegd : - 54,5366 EUR na 1 jaar dienst - 111,5521 EUR na 2 jaar dienst - 163,6097 EUR na 5 jaar dienst verhoogd met een bedrag van 14,8736 EUR per jaar dienst boven de 5 jaar, evenwel beperkt tot een maximumbedrag van 461,0820 EUR na 25 jaar dienst.

Aanvullende werkloosheidsuitkeringen bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard

Art. 4.Onverminderd de vergoeding bij ontslag om economische of technische redenen of redenen van structurele aard, zoals bepaald in artikel 3 hierboven, wordt volgende bijzondere regeling van aanvullende werkloosheidsuitkering voorzien volgens onderstaand schema voor arbeiders, die om economische of technische redenen of redenen van structurele aard worden ontslagen.

Arbeiders met een anciënniteit van 10 tot minder dan 15 jaar in de onderneming ontvangen, op voorwaarde dat deze voorziene verhoging van het bestaande dagbedrag niet leidt tot de toepassing van de nieuwe capitatieve bijdrage(n) zoals voorzien in het koninklijk besluit van 22 maart 2006 tot invoering van een speciale patronale sociale zekerheidsbijdrage op sommige aanvullende vergoedingen in het kader van het generatiepact en tot vaststelling van de uitvoeringsregelen van artikel 50 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 31 maart 2006), het in artikel 2 voorzien dagbedrag van aanvullende werkloosheidsuitkering voor de eerste 52 bewezen dagen effectieve werkloosheid, welke aanvangt vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn of vanaf het verstrijken van de door de opzeggingsvergoeding gedekte periode. Indien de voorziene verhoging van het bestaande dagbedrag wel zou leiden tot de toepassing van de nieuwe capitatieve bijdrage(n) zoals voorzien in het bovengenoemde koninklijk besluit van 22 maart 2006, dan zal de verhoging niet worden toegepast en zal het laatst geldende bedrag (7,70 EUR) uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005 betreffende de bestaanzekerheid (koninklijk besluit van 28 september 2005; Belgisch Staatsblad van 26 oktober 2005) van toepassing blijven.

Voor arbeiders met een anciënniteit van 15 tot minder dan 20 jaar in de onderneming wordt dit, onder dezelfde voorwaarde als vermeld in alinea 2 van dit artikel, gebracht op de eerste 78 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Voor arbeiders met een anciënniteit van 20 jaar en meer wordt dit, onder dezelfde voorwaarde als vermeld in alinea 2 van dit artikel, gebracht op de eerste 104 bewezen dagen effectieve werkloosheid.

Het recht op deze aanvullende werkloosheidsuitkering wordt, in overeenstemming met het in alinea 2 van dit artikel 4 genoemde koninklijk besluit van 22 maart 2006, behouden in geval van werkhervatting.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden.

Art. 5.De in de ondernemingen bestaande voor de arbeiders gunstiger stelsels blijven behouden.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten, in uitvoering van het nationaal akkoord voor arbeiders van de scheikundige nijverheid 2007-2008 van 14 maart 2007 gesloten in het paritair comité voor de scheikundige nijverheid, voor een onbepaalde duur en treedt in werking op 1 april 2007, met uitzondering van artikel 4, dat onder de in alinea's 2, 3 en 4 van dit artikel 4 vermelde voorwaarde, vanaf 1 januari 2007 in werking treedt. Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2005 (koninklijk besluit van 28 september 2005; Belgisch Staatsblad van 26 oktober 2006) betreffende de bestaanszekerheid gesloten in het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid.

Zij kan door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 februari 2008.

De Minister van Werk, J. PIETTE

^