Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 februari 2020
gepubliceerd op 03 maart 2020

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juni 1999 betreffende het veiligheids- en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2020020422
pub.
03/03/2020
prom.
19/02/2020
ELI
eli/besluit/2020/02/19/2020020422/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 FEBRUARI 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/06/1999 pub. 02/07/1999 numac 1999000509 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het veiligheids en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden sluiten betreffende het veiligheids- en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999000028 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden sluiten betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, gewijzigd bij wet van 10 maart 2003, bij wet van 27 december 2004, bij wet van 25 april 2007, bij wet van 14 april 2011, bij wet van 27 juni 2016, bij wet van 21 juli 2016 en bij wet van 3 juni 2018, artikel 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/06/1999 pub. 02/07/1999 numac 1999000509 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het veiligheids en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden sluiten betreffende het veiligheids- en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 mei 2019;

Gelet op het advies nr. 66.363/2/V van de Raad van State, gegeven op 29 juli 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 juni 1973;

Op de voordracht van de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/06/1999 pub. 02/07/1999 numac 1999000509 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende het veiligheids en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden sluiten betreffende het veiligheids- en coördinatiebeleid naar aanleiding van voetbalwedstrijden wordt vervangen als volgt: "

Art. 2.De organisator verleent aan de veiligheidsverantwoordelijke in het kader van diens aanstelling een mandaat via een schriftelijke overeenkomst die afgesloten wordt tussen de organisator en de veiligheidsverantwoordelijke.

Deze overeenkomst bevat met name de volgende elementen: - een overzicht van de bevoegdheden en taken van de veiligheidsverantwoordelijke; - de startdatum van de overeenkomst; - de redenen tot stopzetting van de overeenkomst."

Art. 2.Artikel 5bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 7.De veiligheidsverantwoordelijke moet voldoen aan de volgende minimale voorwaarden: 1° bij aanvang van de opleiding de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;2° onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte of op datum van zijn aanstelling minstens sedert twee jaar onafgebroken zijn hoofdverblijfplaats hebben op het Belgische grondgebied;3° niet geschrapt zijn uit het Rijksregister, zoals voorzien in artikel 2 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zonder een nieuw adres meegedeeld te hebben.Betrokkene staaft dit aan de hand van een attest van hoofdverblijfplaats; 4° gedurende de vijf jaar voorafgaand aan zijn aanwerving niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een burgerrechtelijk uitsluiting, noch van een administratief of gerechtelijk stadionverbod noch van een stadionverbod als beveiligingsmaatregel of een waarschuwing zoals voorzien in de artikelen 24, § 2/1 et 25/1 van de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999000028 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden sluiten betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;5° het kunnen voorleggen van een attest medische geschiktheid dat niet ouder is dan één jaar;6° behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie van het wegverkeer, niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, zoals bedoeld in artikel 7 van het Strafwetboek of tot een gelijkaardige straf in het buitenland.Betrokkene staaft dit aan de hand van een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of, indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, een gelijkwaardig getuigschrift dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend; 7° geen feiten hebben gepleegd die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, raken aan het vertrouwen in de betrokkene doordat ze een tegenindicatie betreffende de veiligheidsvereisten zoals bepaald in artikel 7bis/1, A), uitmaken;8° beantwoorden aan het profiel zoals bepaald in artikel 7bis/1."

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis /1 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/1. Het profiel van de veiligheidsverantwoordelijken wordt gekenmerkt door de volgende vereisten: A) Veiligheidsvereisten 1° Afwezigheid van verdachte relaties met het criminele milieu, en/of in verband met het extremisme en het radicalisme;2° Geen gevaar inhouden voor de openbare orde en voor de inwendige of uitwendige veiligheid van de Staat. B) Competentievereisten 1° Respect voor de grondrechten en de rechten van de medeburgers;2° Respect voor de democratische waarden;3° Integriteit, loyauteit en discretie;4° Incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;5° Geschiktheid tot analyse en synthese van concrete problemen;6° Zich gemakkelijk verbaal kunnen uitdrukken;7° Duidelijke, nauwkeurige en bondige rapporten kunnen opstellen;8° Snel en autonoom beslissingen kunnen nemen;9° Strategieën kunnen ontwikkelen voor het oplossen van problemen;10° In alle situaties, onder meer in situaties van conflict, gevaar of crisis, stressbestendigheid vertonen;11° Beschikken over nuttige ervaring inzake veiligheid;12° Blijk geven van leadership; 13° Beschikken over volgende competenties: rationaliteit, observatievermogen, actiebereidheid en verantwoordelijkheidszin."

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/2 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/2. § 1. Voorafgaand aan zijn aanstelling tekent de betrokkene een verklaring waaruit blijkt dat hij zijn instemming betuigt met het onderzoek naar de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, dit zowel in het kader van de procedure, voorzien in paragraaf 2, als op enig ander ogenblik gedurende zijn aanstelling.

De betrokkene voegt aan deze verklaring alle documenten en inlichtingen ter staving van de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, toe.

Indien de betrokkene weigert om de verklaring, zoals bedoeld in het eerste lid, te ondertekenen, wordt deze geacht niet aan de minimale voorwaarden te voldoen. § 2. De organisator controleert op basis van de door de betrokkene overgemaakte documenten en inlichtingen de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, 1°, 2°, 3°, 5° en 6° en bevraagt de overkoepelende sportbond aangaande de naleving van de voorwaarde, bepaald in artikel 7, 4°.

De beoordeling in het kader van artikel 7, 8°, meer bepaald wat betreft de profielvereisten vermeld in artikel 7bis/1, B), gebeurt op basis van een persoonlijk onderhoud met de betrokkene. Hierbij is een vertegenwoordiger van de lokale politie aanwezig. Tijdens dit onderhoud wordt een modelformulier, uitgewerkt door de overkoepelende sportbond, als leidraad gebruikt.

Indien de organisator besluit dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° en beantwoordt aan de profielvereisten bepaald in artikel 7bis/1, B), legt hij het volledige dossier, voor advies, voor aan de korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, die nagaat of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7, 7°. De korpschef of diens aangestelde verleent de organisator binnen de maand na ontvangst van het dossier een gunstig of ongunstig advies.

De korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, kan te allen tijde op eigen initiatief en/of op verzoek van de organisator de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, 7°, controleren. § 3. Elke veiligheidsverantwoordelijke wordt minstens één keer om de vijf jaar aan een volledig nieuw onderzoek van de voorwaarden, bepaald in artikel 7, en van de profielvereisten, voorzien in artikel 7bis/1, onderworpen.

De betrokkene dient binnen de maand te rekenen vanaf de datum van het schriftelijk verzoek van de organisator de documenten bedoeld in paragraaf 1, tweede lid over te maken. Het onderzoek gebeurt volgens de procedure voorzien in paragraaf 2."

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis /3 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/3. De kandidaat-veiligheidsverantwoordelijke die voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 7 en aan de profielvereisten, voorzien in artikel 7bis/1, wordt door de overkoepelende sportbond toegelaten tot de opleiding van veiligheidsverantwoordelijke."

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis /4 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/4. Binnen een termijn van zes maanden na zijn aanstelling moet de veiligheidsverantwoordelijke een opleiding gevolgd hebben, georganiseerd door de overkoepelende sportbond en waarvan het programma is erkend door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Hiertoe richt de overkoepelende sportbond een schriftelijke aanvraag tot de Minister van Binnenlandse zaken. Bij de aanvraag tot erkenning voegt de overkoepelende sportbond het uitgewerkte programma voor de opleiding toe. De Minister van Binnenlandse zaken brengt de overkoepelende sportbond schriftelijk op de hoogte van de beslissing om het programma voor de opleiding al dan niet te erkennen.

Met het oog op het verkrijgen van een erkenning vanwege de Minister van Binnenlandse Zaken heeft het programma voor de opleiding minstens betrekking op de volgende punten: - De in de voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen; - Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming; - De vigerende wetgeving in verband met voetbal en massamanifestaties; - De wetgeving inzake brandbeveiliging; - Het reglement van inwendige orde."

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een nieuw hoofdstuk II/1 « De supporters liaison officer » ingevoegd.

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/5 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/5. De supporters liaison officer moet voldoen aan de volgende minimale voorwaarden: 1° bij aanvang van de opleiding de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben;2° onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte of op datum van zijn aanstelling minstens sedert twee jaar onafgebroken zijn hoofdverblijfplaats hebben op het Belgische grondgebied;3° niet geschrapt zijn uit het Rijksregister, zoals voorzien in artikel 2 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zonder een nieuw adres meegedeeld te hebben.Betrokkene staaft dit aan de hand van een attest van hoofdverblijfplaats; 4° gedurende de vijf jaar voorafgaand aan zijn aanwerving niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een burgerrechtelijk uitsluiting, noch van een administratief of gerechtelijk stadionverbod noch van een stadionverbod als beveiligingsmaatregel of een waarschuwing zoals voorzien in de artikelen 24, § 2/1 et 25/1 van de wet van 21 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999000028 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden sluiten betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden;5° het kunnen voorleggen van een attest medische geschiktheid dat niet ouder is dan één jaar;6° behoudens veroordelingen wegens inbreuken op de wetgeving betreffende de politie van het wegverkeer, niet veroordeeld geweest zijn, zelfs niet met uitstel, tot enige correctionele of criminele straf, zoals bedoeld in artikel 7 van het Strafwetboek of tot een gelijkaardige straf in het buitenland.Betrokkene staaft dit aan de hand van een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering, of, indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, een gelijkwaardig getuigschrift dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend; 7° geen feiten hebben gepleegd die, zelfs als ze niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een strafrechtelijke veroordeling, raken aan het vertrouwen in de betrokkene doordat ze een tegenindicatie betreffende de veiligheidsvereisten zoals bepaald in artikel 7bis/6 uitmaken; 8° beantwoorden aan het profiel zoals bepaald in artikel 7bis/6."

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis /6 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/6. Het profiel van de supporters liaison officer wordt gekenmerkt door de volgende vereisten: A) Veiligheidsvereisten Afwezigheid van verdachte relaties met het criminele milieu, en/of in verband met het extremisme en het radicalisme;

Geen gevaar inhouden voor de openbare orde en voor de inwendige of uitwendige veiligheid van de Staat.

B) Competentievereisten 1° Respect voor de grondrechten en de rechten van de medeburgers;2° Respect voor de democratische waarden;3° Integriteit, loyauteit en discretie;4° Incasseringsvermogen ten aanzien van agressief gedrag van derden en het vermogen om zich daarbij te beheersen;5° Affiniteit hebben met de werking van de club en de nodige geloofwaardigheid hebben om te worden aanvaard bij de supportersverenigingen;6° Goede vaardigheden inzake communicatie en bemiddeling (onder meer voor wat betreft het voorkomen en het oplossen van problemen);7° Sociaal voelend zijn, met stress om kunnen en zich kunnen inleven in anderen;8° Bij voorkeur tweetalig met als pluspunt een mondelinge en schriftelijke kennis van het Engels bij een deelname aan internationale voetbalwedstrijden;9° Engagement, motivatie, betrouwbaarheid en flexibiliteit inzake de werkuren tonen door aanwezig te zijn tijdens de volledige wedstrijden; 10° De huidige communicatiemiddelen en nieuwe technologieën beheersen."

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/7 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/7. § 1. Voorafgaand aan zijn aanstelling tekent de betrokkene een verklaring waaruit blijkt dat hij zijn instemming betuigt met het onderzoek naar de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, dit zowel in het kader van de procedure, voorzien in paragraaf 2, als op enig ander ogenblik gedurende zijn aanstelling.

De betrokkene voegt aan deze verklaring alle documenten en inlichtingen ter staving van de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, toe.

Indien de betrokkene weigert om de verklaring, zoals bedoeld in het eerste lid, te ondertekenen, wordt deze geacht niet aan de veiligheidsvoorwaarden te voldoen. § 2. De organisator controleert op basis van de door de betrokkene overgemaakte documenten en inlichtingen de naleving van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, 1°, 2°, 3°, 5° en 6° en bevraagt de overkoepelende sportbond aangaande de naleving van de voorwaarde, bepaald in artikel 7bis/5, 4°.

De beoordeling in het kader van artikel 7bis/5, 8°, meer bepaald wat betreft de profielvereisten vermeld in artikel 7bis/6, B), gebeurt op basis van een persoonlijk onderhoud met de betrokkene. Hierbij is een vertegenwoordiger van de lokale politie aanwezig. Tijdens dit onderhoud wordt een modelformulier, uitgewerkt door de overkoepelende sportbond, als leidraad gebruikt.

Indien de organisator besluit dat de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7bis/5, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6° en beantwoordt aan de profielvereisten bepaald in artikel 7bis/6, B), legt hij het volledige dossier, voor advies, voor aan de korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, die nagaat of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 7bis/5, 7°. De korpschef of diens aangestelde verleent de organisator binnen de maand na ontvangst van het dossier een gunstig of ongunstig advies.

De korpschef van de lokale politie van de plaats waar de club is gevestigd of diens aangestelde, kan te allen tijde op eigen initiatief en/of op verzoek van de organisator de naleving van de voorwaarden bepaald in artikel 7bis/5, 7° alsook van de profielvereisten bepaald in artikel 7bis/6, A) controleren. § 3. Elke supporters liaison officer wordt minstens één keer om de vijf jaar aan een volledig nieuw onderzoek van de voorwaarden, bepaald in artikel 7bis/5, en van de profielvereisten, voorzien in artikel 7bis/6 onderworpen.

De betrokkene dient binnen de maand te rekenen vanaf de datum van het schriftelijk verzoek van de organisator de documenten bedoeld in paragraaf 1, tweede lid over te maken. Het onderzoek gebeurt volgens de procedure voorzien in paragraaf 2."

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/8 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/8. De aanwijzing van de supporters liaison officer en de vaststelling van diens bevoegdheden gebeurt door de clubdirectie via een schriftelijke overeenkomst die afgesloten wordt tussen de organisator en de supporters liaison officer.

Deze overeenkomst beschrijft de taken en de bevoegdheden van de supporters liaison officer en bepaalt uitdrukkelijk dat de supporters liaison officer niet bevoegd is om beslissingen te nemen die specifiek tot de bevoegdheid behoren van stewards, van de veiligheidsverantwoordelijke of van de organisator.

Deze overeenkomst bevat met name de volgende elementen: - een overzicht van de bevoegdheden en taken van de supporters liaison officer; - de startdatum van de overeenkomst; - de redenen tot stopzetting van de overeenkomst."

Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/9 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/9. Zowel op wedstrijddagen als op dagen wanneer er geen wedstrijd is, voert de supporters liaison officer de volgende taken uit: - overleg- en bemiddelingsmomenten organiseren tussen de supportersvertegenwoordigers, de clubvertegenwoordigers en de institutionele vertegenwoordigers en eraan deelnemen, met als doel conflicten te voorkomen en ieders noden op elkaar af te stemmen; - infosessies organiseren tijdens dewelke met name de bekommernissen van de supporters worden aangekaart en eraan deelnemen; - deelnemen aan de veiligheidsvergaderingen en/of organisatorische coördinatievergaderingen voor de aangelegenheden die onder zijn bevoegdheden vallen; - tijdens de wedstrijden onder de supporters een positieve invloed uitoefenen, zowel tijdens conflictsituaties tussen supporters als door mensen die ongepast gedrag vertonen te sensibiliseren en te responsabiliseren; - de relevante klachten van de supporters rapporteren aan de directie van de club om de relaties tussen deze twee partijen te verbeteren en de potentiële risico's op escalatie van de spanningen te minimaliseren; - relevante informatie meedelen aan de supporters liaison officers van de andere clubs en de ontwikkeling van contacts met andere supporters liaison officers."

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/10 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/10. In het jaar volgend op zijn aanwijzing zal de supporters liaison officer een opleiding gevolgd hebben die georganiseerd wordt door de overkoepelende sportbond. Het programma van deze opleiding moet op elk moment ter beschikking kunnen worden gesteld van de Minister van Binnenlandse Zaken."

Art. 15.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis/11 ingevoegd, luidende: "Art. 7bis/11. De supporters liaison officers die vóór de inwerkingtreding van dit besluit worden aangewezen, moeten uitsluitend voldoen aan de vereisten van artikel 7bis/6 van dit besluit."

Art. 16.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « de supporters liaison officer, » ingevoegd tussen de woorden « de hoofdsteward » en de woorden « de medische hulpdiensten ».

Art. 17.De minister bevoegd voor Veiligheid en Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 februari 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, P. DE CREM

^