Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2002
gepubliceerd op 16 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende de vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012951
pub.
16/10/2002
prom.
19/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/19/2002012951/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende de vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven, betreffende de vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2001 Vaststelling van de algemene regels die toepasselijk zijn op de loon- of arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder het nummer 60353/CO/203) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en op de mannelijke en vrouwelijke bedienden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de hardsteengroeven. HOOFDSTUK II. - Classificatie van het personeel

Art. 2.A. Administratief personeel Eerste categorie : aanvangsleeftijd 21 jaar Definitie : impliceert de noodzaak om voldoende kennis te hebben teneinde functies van intellectuele aard van het laagste niveau te kunnen uitoefenen.

Voorbeelden : - huisbewaarder-deurwachter, bureaubode, deurwachter, telefonist met enkelvoudige telefoonpost, hulpmagazijnier die onder het toezicht staat van een magazijnier.

Tweede categorie : aanvangsleeftijd van 21 jaar Definitie : impliceert de noodzaak om voldoende kennis te hebben verworven ten einde gewone en weinig verscheiden werkzaamheden te kunnen uitvoeren die echter een bepaalde verantwoordelijkheid met zich brengen.

Voorbeelden : - perforateur, verificateur, hulpoperator op statistiekmachines, mechanograaf bedreven in het werk op Elliot-Fischer, Burroughs en dergelijke machines met volledig klavier, ervaren operator, bediende die gewone facturen opmaakt zonder verantwoordelijk te zijn voor speciale clausules, ervaren typist die het werk goed weet te schikken en een correcte spelling heeft, beginneling steno-typist, magazijnier, hulpbediende bij de sociale dienst (lonen en sociale wetten), telefonist die een functie uitoefent die de volle werktijd in beslag neemt.

Derde categorie : aanvangsleeftijd 23 jaar Definitie : impliceert de noodzaak van een vorming zoals die welke wordt verkregen door middelbare studies van de lagere graad en voldoende kennis om afwisselend werk uit te voeren dat persoonlijkheid, zin voor initiatief en een bepaalde zin voor verantwoordelijkheid vergt.

Voorbeelden : - tweetalige vertaler van courante teksten, hulpboekhouder voor de centralisatie (bijhouden van de hulpjournalen en van de bijzondere rekeningen), de bedienden van de boekhouding, lonen, facturen, kostprijzen, ervaren magazijnier die de kaartenbak en de cardex moet bijhouden en toezicht moet uitoefenen op de kwantiteit, de kwaliteit, de waarde, de voorraad goederen, de reserve en de opslagplaats, ervaren mechanograaf die bedreven is in het werk met de machines en goede noties van boekhouding bezit, ervaren steno-typist die bekwaam is tot 100 woorden per minuut in steno op te nemen en 40 woorden per minuut op de machine te schrijven, met correcte schikking van het werk, operator op statistiek-machines.

Vierde categorie : aanvangsleeftijd 23 jaar Definitie : impliceert een vorming zoals die welke wordt verkregen door middelbare studies van de hogere graad en bovendien de geschiktheid om een werk uit te voeren dat soms delicaat is en zowel een bepaalde praktische ervaring als een sterke persoonlijkheid vergt.

Voorbeelden : - boekhouder die ermee belast is alle verrichtingen boekhoudkundig vast te leggen, samen te brengen en te ordenen om er de algemene balansen van op te maken, welke de voorzieningen, de balans en de resultaatrekeningen voorafgaan, bediende die verantwoordelijk is voor de toepassing van alle regelingen op het gebied van de lonen en/of de sociale wetten, hoofdkassier, correspondent in buitenlandse talen, ervaren mechanograaf die in staat is schakelborden te installeren en ze te wijzigen, bediende die verantwoordelijk is voor de dienst aankopen.

Vijfde categorie : aanvangsleeftijd 30 jaar Definitie : impliceert de intellectuele vorming zoals die welke wordt verkregen door studies van de hogere middelbare graad of hogere technische studies of universitaire studies en een grotere geschiktheid dan voor de vierde categorie.

Voorbeelden : - personeelschef, secretaris-generaal, analyst-mechanograaf, hoofdboekhouder.

Algemene opmerking : Kennis en gebruik van verschillende talen : de in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minima gelden voor het gebruik van één enkele taal.

Het feit dat de kennis of het gebruik van meer dan één taal wordt vereist bij de uitoefening van een functie verantwoordt niet de overgang naar een hogere categorie wanneer de aard van de functie zelf niet wordt gewijzigd, maar er moet rekening gehouden worden met de vaststelling van het loon.

B. Technisch en meesterpersoneel Eerste categorie : aanvangsleeftijd 21 jaar Definitie : bediende met een minimum aan intellectuele vorming en beroepsopleiding die van technische of praktische aard is, zodat hij geschikt is om een technische functie uit te oefenen.

Voorbeelden : - leerling-profileur, kipper, bediende-beginneling.

Tweede categorie : aanvangsleeftijd 21 jaar Definitie : impliceert de noodzaak om voldoende kennis te hebben verworven teneinde gewone en weinig verscheiden werkzaamheden te kunnen uitvoeren, die echter een bepaalde verantwoordelijkheid met zich brengen.

Voorbeelden : - bediende bij de zagerij, profileur, bediende bij de dienst boordstenen en bouwstenen.

Derde categorie A : aanvangsleeftijd 23 jaar Definitie : impliceert de noodzaak van een vorming zoals die welke wordt verkregen door middelbare studies van de lagere of technische graad (A3 of B2) en voldoende kennis om afwisselend werk uit te voeren dat persoonlijkheid, zin voor initiatief, de gave om leiding te geven en zin voor verantwoordelijkheid vergt.

Voorbeelden : - bediende voor het debiet van het bruto en/of voor het zagen, bediende bij de extractie, bediende die zich bezig houdt met verschillende werkzaamheden (beweging en tractie), bediende bij het atelier van de herstellingen (mechanische of elektrische), uitvoerend tekenaar onder toezicht, zagerijchef, hulpbediende in de marmerhouwerij.

Derde categorie B Definitie : impliceert dezelfde criteria als voor A3 of B2, maar met een meer gevorderde kennis en technische studies, zin voor organisatie en de kunst om vlug op te treden in dringende gevallen.

Voorbeelden : - chef van de extractie, chef van de marmerhouwerij, chef van het atelier voor het mechanisch debiteren, dienstchef voor de verkoop van producten van de zagerij, gewoon toestelmonteur, chef van het atelier voor de herstellingen (mechanische en elektrische).

Vierde categorie : aanvangsleeftijd 30 jaar Definitie : impliceert een intellectuele vorming die overeenstemt met die welke wordt verkregen door de middelbare studies van de hogere graad, zowel in het traditioneel als in het technisch onderwijs (A2), en bovendien de geschiktheid om een werk uit te voeren dat een grote beroepsgeschiktheid vergt.

Voorbeelden : - vertegenwoordiger-technicus, chef-toestelmonteur, met name die verantwoordelijk is voor een groep toestelmonteurs, toestelmonteur die verantwoordelijk is voor de studies en de bestekken.

Vijfde categorie Definitie : impliceert een intellectuele vorming zoals die welke wordt verkregen door tenminste studies van de hogere graad, hogere technische studies of universitaire studies met een grotere geschiktheid dan voor de vierde categorie.

Voorbeelden : - directeur, werfleider.

Art. 3.Een paritaire werkgroep zal ten laatste voor 31 december 2002 een nieuwe beroepenclassificatie opstellen en in toepassing brengen. HOOFDSTUK III. - Weddenschalen

Art. 4.A. Bedienden van tenminste 21 jaar oud Op 1 januari 2001, worden de effectieve lonen met 3 pct. verhoogd, met een minimum van 74,37 EUR, index inbegrepen.

Op 1 januari 2002, worden de effectieve lonen met 3 pct. verhoogd, met een minimum van 74,37 EUR, index inbegrepen.

Op 1 januari 2002, worden de sectorale weddenschalen met 3 pct. verhoogd, index inbegrepen.

Aanvangsminima van de categorieën : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. Jongere bedienden

Art. 5.De minimumbarema's van de jongere bedienden worden volgens de leeftijd vastgesteld op de volgende percentages toegepast op de lonen van de meerderjarige bedienden van de categorie waartoe zij behoren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C. Cumulatie van functies

Art. 6.De bedienden die in een onderneming in dienst worden genomen om verschillende functies uit te oefenen, worden betaald volgens de best betaalde functie.

De voorwaarden waaronder zij in dienst worden genomen moeten worden gepreciseerd bij de indiensttreding.

D. Verplaatsingsvergoeding

Art. 7.Er wordt aan alle bedienden een forfaitaire jaarlijkse verplaatsingsvergoeding van 148,74 EUR toegekend.

Art. 8.Onverminderd de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19sexies van 30 maart 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen de bedienden, een bedrag gelijk aan 60 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor de afstand afgelegd langs de weg tussen de woonplaats en de werkplaats, dit overeenkomstig de van toepassing zijnde tabellen die gevoegd zijn bij het koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage en het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden.

De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats.

E. Weddeschaalprogrammatie

Art. 9.Zowel voor het administratief personeel als voor het technisch personeel verschillen de in B opgenomen minima volgens de leeftijd van de betrokkenen bij elke jaarlijkse verhoging zoals is vermeld in de paragraaf betreffende de weddeschalen.

F. Ploegenpremie

Art. 10.Er wordt een premie van 18,59 EUR bruto toegekend per volledige week ploegenarbeid indien deze niet voorzien geweest is in het arbeidscontract.

Deze premie wordt samen met de maandwedde uitbetaald. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de wedden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 11.De bij artikel 3 vastgestelde barema's worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . Zij staan tegenover het referteïndexcijfer 106,42.

Art. 12.Het referteïndexcijfer 106,42 is de spil van de stabilisatieschijf waarvan 105,37 de laagste grens en 107,48 de hoogste grens is.

Elke volgende stabilisatieschijf wordt bekomen door de cijfers van de voorgaande schijf te verhogen met 1 pct.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wanneer de derde decimaal van deze berekening gelijk is aan of hoger dan vijf, wordt de tweede decimaal van de grens afgerond op de hogere eenheid.

Wanneer zij lager is dan vijf, is zij te verwaarlozen.

Art. 13.De verhogingen en verlagingen ingevolge de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op deze waarop het indexcijfer dat de verhoging of verlaging van de lonen bedoeld in artikel 11 veroorzaakt, betrekking heeft. HOOFDSTUK V. - Eindejaarspremie

Art. 14.Op het einde van het jaar wordt er een premie van 100 pct. vanaf 1992 van de regelingswedde van de laatste maand van het jaar toegekend aan alle bedienden die deel uitmaken van het personeel op het ogenblik van de uitbetaling ervan, voorzover zij zes maanden aanwezigheid hebben in de maatschappij.

De bediende die werd gepensioneerd of bruggepensioneerd of die werd opgezegd in de loop van het jaar behoudt zijn recht op de premie die op het einde van dit jaar wordt toegekend (in pro rata gewerkte tijd).

De werkman die bediende wordt, wordt met deze gelijkgesteld wat de aanwezigheid betreft, maar er is geen cumulatie van premies.

Het totaal bedrag wordt op de volgende wijze verminderd in geval van afwezigheid : - gecumuleerde afwezigheid van 2 weken : vermindering met 1/24e; - gecumuleerde afwezigheid van 3 weken : vermindering met 1,5/24e; - gecumuleerde afwezigheid van 4 weken : vermindering met 2/24e; - enzovoort.

De eerste maand van ziekte is niet gelijkgesteld. Vervolgens is er gelijkstelling met 100 pct., begrensd op elf maanden voor dezelfde ziekte, en op twee boekjaren.

Datum van uitbetaling : op het einde van het dienstjaar of op de gewone datum van uitbetaling voor de ondernemingen die deze eindejaarspremie reeds toekennen. HOOFDSTUK VI. - Premie van de patroonheilige

Art. 15.De premie van de gedecoreerde patroonheilige is vastgesteld geweest op 58,03 EUR per jaar vanaf 1994.

Deze premie zal worden betaald ter gelegenheid van het feest van de gedecoreerde werknemers.

De dag van de IV gedecoreerde zal in de toekomst worden uitgesteld als deze op een zaterdag of een zondag valt. HOOFDSTUK VII. - Arbeid en gezin

Art. 16.Wat de ondernemingen betreft die ressorteren onder dit paritair comité, wordt inzake loopbaanonderbreking verwezen naar de bepalingen van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000.

Inzake tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, besluiten de ondertekenende werkgevers- en werknemersorganisaties, de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 maart 2001, in het Belgisch Staatsblad verschenen op 28 maart 2001 toe te passen. De duurtijd wordt op 5 jaar gebracht. HOOFDSTUK VIII. - Tewerkstelling

Art. 17.Het aantal personen dat in dienst werd genomen overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de tewerkstelling voor de jaren 1983-1984; 1985-1986; 1987-1988; 1989-1990; 1991-1992; 1993-1994; 1995-1996; 1997-1998 en 1999-2000 wordt gehandhaafd.

Indien er problemen zich stellen, zullen er besprekingen zijn met de vakorganisaties. HOOFDSTUK IX. - Arbeidsduur

Art. 18.De arbeidsduur is vastgesteld op 38 uren per week.

De partijen verbinden zich ertoe een eventuele vermindering van de arbeidsduur te bespreken tijdens de onderhandelingen van de volgende arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK X. - Geschenkcheque

Art. 19.Op Sint-Niklaas, wordt een geschenkcheque van 24,79 EUR aan ieder bediende toegekend, verhoogd met 12,39 EUR per kind ten laste. HOOFDSTUK XI. - Anciënniteitsverlof

Art. 20.Er zal een anciënniteitsverlofdag worden toegekend vanaf 8 jaren anciënniteit in de sector, met een maximum van 3 dagen per jaar.

Na 24 jaren aanwezigheid, wordt een anciënniteitsverlofdag toegekend per schijf van 5 jaren anciënniteit in de sector.

De toepassingsmodaliteiten zullen worden vastgesteld op vlak van de ondernemingen. HOOFDSTUK XII. - Maaltijdbewijs

Art. 21.Voor iedere werkelijke arbeidsdag is aan elke bediende een maaltijdbewijs toegekend.

Vanaf 1 januari 1998 bedraagt de tegemoetkoming van de onderneming in de prijs van het maaltijdbewijs 3,22 EUR. In de ondernemingen waar het maaltijdbewijs al toegekend is, zal hetzelfde bedrag toegekend worden aan de bedienden, volgens de modaliteiten overeen te komen in de betrokken ondernemingen. HOOFDSTUK XIII. - Wettelijk kader

Art. 22.De bepalingen van de huidige collectieve arbeidsovereenkomsten houden rekening met de maatregelen voorzien in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 en van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999). HOOFDSTUK XIV. - Syndicale premie

Art. 23.Vanaf 2001, zal er een syndicale premie van een bedrag van 61,97 EUR per jaar toegekend worden en per bediende, behalve directiepersoneel. HOOFDSTUK XV. - Overgangsmaatregelen

Art. 24.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK XVI. - Loopbaanonderbreking

Art. 25.Tot 31 december 2001, loopbaanonderbreking zoals voorzien bij afdeling 5 van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen zoals later gewijzigd bij wettelijke maatregelen, dient minstens drie maanden op voorhand bij de werkgever te worden aangevraagd.

Deze aanvraag moet ingediend worden met een minimumtermijn van drie maanden. HOOFDSTUK XVII. - Geldigheidsduur van de overeenkomst

Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2002.

Zij wordt stilzwijgend verlengd, behalve indien zij met drie maanden door een van de partijen wordt opgezegd bij een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^