Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juni 1997
gepubliceerd op 28 juni 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 116 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012488
pub.
28/06/1997
prom.
19/06/1997
ELI
eli/besluit/1997/06/19/1997012488/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 JUNI 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 116 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994 en het koninklijk besluit van 14 november 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 116, 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 mei 1993 en 27 december 1993 en 127, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 1996;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 mei 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 6 juni 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de werkloosheidsreglementering zo snel mogelijk vereenvoudigd moet worden in het geval van de berekening van de werkloosheidsperiodes voor deeltijdse werknemers die in een wedertewerkstellingsprogramma aangeworven zijn, gelet op de moeilijkheden die zich stellen bij het opvolgen van de dossiers van deze werklozen en de belangrijke administratieve kosten die eruit volgen; dat eveneens om billijkheidsredenen in het geval van de anciënniteitstoeslag bij de werkloosheidsuitkeringen voor samenwonenden, deze toeslag zo spoedig mogelijk op dezelfde wijze dient berekend te worden voor alle werklozen van minder dan 55 jaar;.

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 116, 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 mei 1993 en 27 december 1993 worden het derde en het vierde lid vervangen door de volgende leden : " Een nieuwe werkloosheidsperiode in de zin van artikel 114, 2, vangt aan na een werkhervatting als deeltijdse werknemer met behoud van rechten wanneer de inkomensgarantie-uitkering niet is toegekend gedurende een ononderbroken periode van : 1° 24 maanden, wanneer de deeltijdse arbeidsregeling gemiddeld per week 18 uren bedraagt of ten minste de helft bedraagt van het normaal gemiddeld wekelijks aantal arbeidsuren van de maatman.2° 36 maanden, wanneer de deeltijdse arbeidsregeling niet gemiddeld per week het aantal uren omvat voorzien in 1°, maar tenminste gemiddeld per week 12 uren omvat of ten minste het derde bedraagt van het normaal gemiddeld wekelijks aantal arbeidsuren van de maatman.3° 36 maanden, wanneer de deeltijdse arbeid waarvan de regeling beantwoordt aan de voorwaarden van 1° en 2°, verricht wordt in een wedertewerkstellingsprogramma. Wat de volledig werkloze betreft kan de nieuwe werkloosheidsperiode evenwel slechts toegekend worden ter gelegenheid van een uitkeringsaanvraag zoals bedoeld in artikel 133, 1, 2°.

De nieuwe werkloosheidsperiode vangt echter slechts aan in de gevallen voorzien in het derde lid vanaf de eerste dag waarop de werknemer volledig uitkeringsgerechtigde werkloze voor alle dagen van de week wordt op het einde van zijn deeltijdse tewerkstelling. '.

Art. 2.Artikel 127, 1, derde lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1996, wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1997.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juni 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.

begin


Publicatie : 1997-06-28 Numac : 1997012488

^