Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 maart 2004
gepubliceerd op 19 maart 2004

Koninklijk besluit inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2004011149
pub.
19/03/2004
prom.
19/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/19/2004011149/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 MAART 2004. - Koninklijk besluit inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelpraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14, § 1;

Gelet op de richtlijn 2000/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2000 inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 mei 1975 betreffende cacao en chocolade;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedings-middelen;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 13 juni 2002;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 9 juli 2002;

Gelet op het advies nr. 35.877/1 van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Onze Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand en Landbouw en Onze Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame Ontwikkeling, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie. § 2. Deze producten mogen enkel onder de hiernavolgende verkoopsbenamingen worden verkocht, te koop gesteld, voor de verkoop of levering ingevoerd, gefabriceerd, bereid, voorhanden gehouden, vervoerd of al dan niet onder bezwarende titel overgedragen, indien ze beantwoorden aan de criteria bepaald in dit besluit: 1° cacaopoeder, cacao : het product dat wordt verkregen door gereinigde, gedopte en geroosterde cacaobonen tot poeder te verwerken en dat ten minste 20 % cacaoboter, uitgedrukt als gewichtsprocent van de droge stof, en ten hoogste 9 % water bevat;2° magere cacao, mager cacaopoeder, sterk ontvette cacao, sterk ontvet cacaopoeder : cacaopoeder dat minder dan 20 % cacaoboter, uitgedrukt als gewichtsprocent van de droge stof bevat;3° chocoladepoeder, gesuikerd cacaopoeder, gesui-kerde cacao : het product dat een mengsel is van cacaopoeder en suikers en dat ten minste 32 % cacaopoeder bevat;4° huishoudchocoladepoeder, gesuikerde huishoud-cacao, gesuikerd huishoudcacaopoeder : het product dat een mengsel is van cacaopoeder en suikers en dat ten minste 25 % cacaopoeder bevat;deze benamingen worden aangevuld met de vermelding "mager" of "sterk ontvet" indien het product overeenkomstig punt 2° mager of sterk ontvet is; 5° cacaoboter : het vet verkregen uit cacaobonen of delen van cacaobonen met de volgende eigenschappen : - gehalte vrije vetzuren (uitgedrukt als oliezuur) ten hoogste 1,75 % - onverzeepbare bestanddelen (bepaald door middel van petroleumether) ten hoogste 0,5 %, behalve in het geval van cacaopersboter waarvoor het maximum 0,35 % bedraagt;6° chocolade : het product dat wordt verkregen uit cacaoproducten en suikers en dat, behoudens het bepaalde in punten a), b) en c), in totaal ten minste 35 % droge cacaobestanddelen bevat, inclusief ten minste 18 % cacaoboter en ten minste 14 % vetvrije droge cacaobestanddelen. Wanneer deze benaming evenwel wordt gebruikt in combinatie met de woorden : a) "-hagelslag" of"- vlokken" dient het product dat in de vorm van korrels of vlokken wordt aangeboden in totaal ten minste 32 % droge cacaobestanddelen te bevatten, inclusief ten minste 12 % cacaoboter en ten minste 14 % vetvrije droge cacaobestanddelen;b) "-couverture" dient het product in totaal ten minste 35 % droge cacaobestanddelen te bevatten, inclusief ten minste 31 % cacaoboter en ten minste 2,5 % vetvrije droge cacaobestanddelen;c) "gianduja-" (of afleidingen van het woord "gianduja") : dient het product te zijn verkregen enerzijds uit chocolade met een totaalgehalte van ten minste 32 % aan droge cacaobestanddelen, inclusief ten minste 8 % vetvrije droge cacao-bestanddelen, en anderzijds uit fijngemaakte hazelnoten in een zodanige verhouding dat 100 gram product ten minste 20 gram en ten hoogste 40 gram hazelnoten bevat.De volgende ingrediënten mogen worden toegevoegd : - melk en /of droge melkbestanddelen verkregen door indamping van melk, in een zodanige verhouding dat het eindproduct ten hoogste 5 % aan droge melkbestanddelen bevat; - amandelen, hazelnoten en andere noten, geheel of in stukken, in een zodanige verhou-ding dat het gewicht daarvan, gevoegd bij dat van de fijngemaakte hazelnoten, niet meer dan 60 % van het totale gewicht van het product uitmaakt; 7° melkchocolade : het product dat wordt verkregen uit cacaoproducten, suikers en melk of melkproducten en dat, behoudens het bepaalde in punten a), b) en c): - in totaal ten minste 25 % droge cacaobestanddelen bevat; - ten minste 14 % droge melkbestanddelen bevat, verkregen door gehele of gedeeltelijke dehydratatie van volle, halfvolle of magere melk, room, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde room, boter of melkvet; - ten minste 2,5 % vetvrije droge cacaobestanddelen bevat; - en minste 3,5 % melkvet bevat; - in totaal (aan cacaoboter en melkvet) ten minste 25 % vetten bevat.

Wanneer deze benaming evenwel gebruikt wordt in combinatie met de woorden : a) "-hagelslag" of "-vlokken" : dient het product dat onder de vorm van korrels of vlokken wordt aangeboden, in totaal een gehalte aan droge cacaobestanddelen te bevatten van ten minste 20 %, alsmede ten minste 12 % droge melkbestanddelen, verkregen door gehele of gedeeltelijke dehydratatie van volle, halfvolle of magere melk, room, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde room, boter of melkvet, en in totaal (aan cacaoboter en melkvet) ten minste 12 % vetten;b) "-couverture" : dient het product in totaal (aan cacaoboter en melkvet) ten minste 31 % vetten bedraagt;c) "gianduja-" (of afleidingen van het woord "gianduja") : dient het product in eerste instantie te zijn verkregen uit melkchocolade met een gehalte van ten minste 10 % aan droge melkbestanddelen die zijn verkregen door gehele of gedeeltelijke dehydratatie van volle, halfvolle of magere melk, room, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde room, boter of melkvet, en moet het verder per 100 gram product ten minste 15 gram en ten hoogste 40 gram fijngemaakte hazelnoten bevatten.Bovendien mogen amandelen, hazelnoten en andere noten, geheel of in stukken, worden toegevoegd, en wel in een zodanige verhouding dat het gewicht daarvan, gevoegd bij dat van de fijngemaakte hazelnoten, niet meer dan 60 % van het totale gewicht van het product uitmaakt; d) wanneer in de benaming "melkchocolade" het woord "melk" wordt vervangen door : - "met room" of "roommelk": dient het product een minimumgehalte aan melkvet van 5,5 % te bevatten; - "van magere melk" : dient het product een maximumgehalte aan melkvet van 1 % te bevatten; 8° huishoudmelkchocolade : het product dat wordt verkregen uit cacaoproducten, suikers en melk of melkproducten en dat : - in het totaal ten minste 20 % droge cacaobestanddelen bevat; - ten minste 20 % droge melkbestanddelen, verkregen door gehele of gedeeltelijke dehydratatie van volle, halfvolle of magere melk, room, geheel of gedeeltelijk gedehydra-teerde room, boter of melkvet; - ten minste 2,5 % vetvrije droge cacaobestanddelen; - ten minste 5 % melkvet; - en in totaal (aan cacaoboter en melkvet) ten minste 25 % vetten; 9° witte chocolade : het product verkregen uit cacaoboter, melk of melkproducten en suikers en dat ten minste 20 % cacaoboter bevat, alsmede ten minste 14 % droge melkbestanddelen, verkregen door gehele of gedeeltelijke dehydratatie van volle, halfvolle of magere melk, room, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde room, boter of melkvet, inclusief ten minste 3,5 % melkvet; 10° gevulde chocolade, chocolade met ... vulling : het gevulde product waarvan het buitenste gedeelte uit één van de in punten 6, 7, 8 of 9 van onderhavige paragraaf omschreven producten bestaat.

De benaming is niet van toepassing op producten waarvan het binnenste gedeelte uit banket-bakkersproducten, gebak, biscuit of consumptie-ijs bestaat.

Het buitenste chocoladegedeelte dient ten minste 25 % van het totale gewicht uit te maken van de producten die deze benaming dragen; 11° praline, chocoladebonbon : het product in de vorm van een bonbon, dat bestaat uit : a) hetzij gevulde chocolade;b) hetzij een enkel chocolaatje, of een combinatie, dan wel mengsel van chocolades, zoals die gedefinieerd zijn in punten 6, 7, 8 of 9 van onderhavige paragraaf, en andere voor menselijke consumptie geschikte stoffen, mits de chocolade ten minste 25 % van het totale gewicht van het product uitmaakt;12° chocolate a la taza : het product dat wordt verkregen uit cacaoproducten, suikers en meel of zetmeel van tarwe, rijst of maïs, dat in totaal ten minste 35 % droge cacaobestanddelen bevat, inclusief ten minste 18 % cacaoboter en ten minste 14 % vetvrije droge cacaobestanddelen, alsmede ten hoogste 8 % meel of zetmeel;13° chocolate familiar a la taza : het product dat wordt verkregen uit cacaoproducten, suikers en meel of zetmeel van tarwe, rijst of maïs, dat in totaal ten minste 30 % droge cacaobestanddelen bevat, inclusief ten minste 18 % cacaoboter en ten minste 12 % vetvrije droge cacaobestanddelen, alsmede ten hoogste 18 % meel of zetmeel. § 3. De minimumgehalten van de producten in artikel 1, § 2, punten 6° tot 9°, 12° en 13°, worden berekend na aftrek van het gewicht van de in artikel 3 §§ 1 en 2 bedoelde ingrediënten.

Voor de producten bedoeld in artikel 1, § 2, punten 10° en 11°, worden de minimumgehalten berekend na aftrek van het gewicht van de in artikel 3, §§ 1 en 2 bedoelde ingrediënten, alsook van het gewicht van de vulling.

Het chocoladegehalte van de in artikel 1, § 2, punten 10° en 11° omschreven producten, wordt berekend ten opzichte van het totale gewicht van het eindproduct, inclusief de vulling.

Art. 2.Aan de in artikel 1, § 2, onder 6° tot 9°, 12° en 13° omschreven chocoladeproducten mogen andere plantaardige vetten dan cacaoboter worden toegevoegd tot een maximum van 5 % van het eindproduct, na aftrek van het totale gewicht van alle andere voor men-selijke consumptie geschikte stoffen die daarin overeenkomstig artikel 3, §§ 1 en 2 zijn verwerkt. Het minimumgehalte aan cacaoboter of het totaalgehalte aan droge cacaobestanddelen mag daarbij niet worden verminderd.

Deze plantaardige vetten, afzonderlijk of in mengsels gebruikt, zijn cacaoboterequivalenten die moeten voldoen aan de volgende criteria : 1° het zijn niet-laurinezuurhoudende plantaardige vetten, die rijk zijn aan symmetrisch enkelvoudig onverzadigde triglyceriden van het type POP, POSt en StOSt (P (palmitinezuur), O (oliezuur), St (stearine-zuur));2° zij zijn in elke verhouding mengbaar met cacaoboter en zijn verenigbaar met de fysische eigenschappen van cacaoboter (smeltpunt en kristallisatietemperatuur, smeltsnelheid, noodzaak van temperen);3° zij worden alleen verkregen door raffinage en/of fractionering; enzymatische verandering van de triglyceridestructuur is uitgesloten.

Overeenkomstig deze criteria kunnen de volgende plantaardige vetten, gewonnen uit de daarbij tussen haakjes vermelde planten, worden gebruikt: 1° Illipe, Borneo-talk of Tengkawang (Shorea spp.); 2° Palmolie (Elaeis guineensis;Elaeis olifera); 3° Sal (Shorea robusta);4° Karité/Shea (Butyrospermum parkii);5° Kokum gurgi (Garcinia indica);6° Mangopit (Mangifera indica). Het gebruik van kokosolie is slechts toegestaan in chocolade die wordt gebruikt bij de vervaardiging van consumptie-ijs en soortgelijke bevroren producten.

Art. 3.§ 1. Aroma's mogen worden toegevoegd aan de producten bedoeld in artikel 1, § 2, 1° tot 4°, 6° tot 9°, 12° en 13°, met uitzondering van diegenen die de smaak van natuurlijke chocolade of melkvet nabootsen. § 2. Aan de producten bedoeld in artikel 1, § 2, 6°, 7°, 8°, 9°, 12° en 13° mogen ook andere voor menselijke consumptie geschikte stoffen worden toegevoegd. De toevoeging van meel en zetmeel in korrel- of poeder-vorm is verboden tenzij deze toevoeging in overeenstemming is met de in artikel 1, § 2, 12° en 13° vervatte omschrijvingen.

Eveneens verboden is het gebruik van dierlijke vetten die niet uitsluitend van melk afkomstig zijn en de bereidingen daarvan.

De totale hoeveelheid van de aldus toegevoegde stoffen mag ten opzichte van het totale gewicht van het eindproduct niet meer dan 40 % bedragen.

Art. 4.Wanneer de in artikel 1, § 2, 6° tot 11°, omschreven producten als assortiment worden verkocht, mogen de verkoopbenamingen worden vervangen door de benaming "chocoladeassortiment", "assortiment gevulde chocolade" of een soortgelijke benaming. In dat geval mag voor alle producten in het assortiment een gezamenlijke lijst van ingrediënten worden vermeld.

Voor de in artikel 1, § 2, 6°, 7° en 10° bedoelde producten mogen de respectieve benamingen "chocolade", "melkchocolade" en "chocoladecouverture" slechts aangevuld worden met aanduidingen of bepalingen betreffende kwaliteitscriteria indien deze producten: - in het geval van chocolade, in totaal ten minste 43 % droge cacaobestanddelen bevatten, inclusief ten minste 26 % cacaoboter; - in het geval van melkchocolade, in totaal ten minste 30 % droge cacaobestanddelen bevatten, alsmede ten minste 18 % droge melkbestanddelen, verkregen door gehele of gedeeltelijke dehydratatie van volle, halfvolle of magere melk, room, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde room, boter of melkvet, inclusief ten minste 4,5 % melkvet; - in het geval van chocoladecouverture, ten minste 16 % vetvrije droge cacaobestanddelen bevatten.

Art. 5.§ 1. De etikettering van de in dit besluit bedoelde producten, waaraan andere plantaardige vetten dan cacaoboter bedoeld bij artikel 2 zijn toegevoegd, moet de volgende opvallende en duidelijk leesbare aanduiding vermelden "bevat naast cacaoboter ook andere plantaardige vetten". Deze vermelding staat in hetzelfde gezichtsveld als de lijst van ingrediënten, waarvan zij duidelijk gescheiden is, in een minstens even groot lettertype en vetgedrukt, en in de nabijheid van de verkoopbenaming; los daarvan kan de verkoopbenaming ook op een andere plaats staan. § 2. Producten welke door hun aard, hun samenstelling of hun uiterlijke kenmerken gelijken op de bij dit besluit bedoelde producten en welke niet voldoen aan de hieraan gestelde eisen, moeten worden aangeduid met de benaming "cacaofantasie" of "imitatiechocolade".

Het woord "chocolade" mag slechts deel uitmaken van de benaming van andere producten dan die bedoeld in artikel 1, § 2 wanneer zij gedeeltelijk bestaan uit chocoladepoeder, huishoudchocoladepoeder, chocolade, melkchocolade, chocoladecouverture, melkchocoladecouverture of witte chocolade.

In afwijking van § 1, mag de benaming "praline" eveneens gebruikt worden voor producten die dezelfde afmetingen hebben als de in artikel 1, § 2, onder 11° bedoelde producten, zelfs indien deze producten geen van de in artikel 1, § 2, 6° tot 10° bedoelde producten bevatten, maar onder de voorwaarde dat zij aangeboden worden samen met de in artikel 1, § 2, 11° bedoelde producten. § 3. Het product, welke door een opschrift of op enige andere wijze wordt aangeduid als één der producten in dit besluit bedoeld of alsdus danig kennelijk voorhanden is of te koop aangeboden wordt, moet voldoen aan de vereisten in dit besluit gesteld aan dit product. § 4. Voor de producten bedoeld in artikel 1, § 2, 3°, 4°, 6°, 7°, 8°, 12° en 13°, moet het totale gehalte aan droge cacaobestanddelen aangeduid worden, door de vermelding : " ten minste ... % cacaobestanddelen".

Voor de producten bedoeld in artikel 1, § 2, 2° en 4°, tweede deel van de zin, moet in de etikettering het gehalte aan cacaoboter worden vermeld. § 5. De holfiguren, paaseieren en pralines die onver- pakt in de detailverkoop voorkomen moeten de volgende vermeldingen dragen : "huishoudchocolade", "huishoudmelkchocolade" of "imitatiechocolade" wanneer één van deze drie producten voor hun bereiding werd gebruikt.

Art. 6.Het in de handel brengen van producten die niet aan de bepalingen van dit besluit voldoen, wordt verboden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Het in de handel brengen van producten die niet aan de bepalingen van dit besluit voldoen, maar die overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 mei 1975 zijn geëtiketteerd vóór de inwerkintreding van het huidig besluit, is evenwel toegelaten tot de voorraden zijn opgebruikt.

Art. 7.Worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 28 mei 1975 betreffende cacao en chocolade;2° het punt 4 van hoofdstuk IV van de bijlage van het koninklijk besluit van 13 september 1999 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen.

Art. 8.nze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Onze Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand en Landbouw en Onze Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Leefmilieu, Consumentenzaken en Duurzame ontwikkeling, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^