Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 maart 2007
gepubliceerd op 12 april 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 2003 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2007022496
pub.
12/04/2007
prom.
19/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/19/2007022496/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 juli 2003 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt inzonderheid op artikel 11, § 3;

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 70quater, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2003 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2004;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, gegeven op 14 september 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juli 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 oktober 2006;

Gelet op het advies nr. 42.070/3 van de Raad van State, gegeven op 30 januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State gewijzigd door de wet van 2 april 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 juli 2003 houdende vaststelling van de voorwaarden waaraan de ombudsfunctie in de ziekenhuizen moet voldoen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2004, worden volgende wijzigingen aangebracht : a) het tweede lid wordt aangevuld met volgende bepaling : « Dit betekent onder meer dat hij tijdens het proces van bemiddeling geen standpunt inneemt.»; b) een vierde lid, luidend als volgt wordt toegevoegd : « Teneinde de onafhankelijkheid van de ombudsfunctie niet in het gedrang te brengen, is de functie van ombudspersoon onverenigbaar met : a) een leidinggevende functie of beheersfunctie in een gezondheidszorgvoorziening zoals de functie van directeur, hoofdgeneesheer, hoofd van het verpleegkundig departement of voorzitter van de medische raad;b) het uitoefenen in het ziekenhuis van een functie in het kader waarvan gezondheidszorg wordt verstrekt als beroepsbeoefenaar zoals bedoeld in de patiëntenrechtenwet;c) een functie of een activiteit in een vereniging die de verdediging van de belangen van patiënten tot doel heeft.»

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde koninklijk besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° een punt 1°bis wordt ingevoegd luidend als volgt : « 1°bis : de ombudsfunctie binnen het ziekenhuis derwijze is georganiseerd dat de ombudspersoon vanaf het ogenblik dat de klacht voor bemiddeling wordt neergelegd tot de mededeling van het resultaat van de afhandeling, bemiddelt tussen de patiënt en de betrokken beroepsbeoefenaar;»; 2° in punt 4° worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) tussen de woorden "nodige" en de woorden "administratieve" wordt de vermelding "lokalen en," ingevoegd;b) het punt wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Dit houdt in het bijzonder in dat de ombudspersoon beschikt over een eigen en exclusief telefoonnummer, een eigen en exclusief e-mail-adres en een antwoordapparaat dat aangeeft gedurende welke uren men de ombudspersoon kan contacteren.Bovendien dient de ombudspersoon te beschikken over een geëigende ontvangstruimte. »

Art. 3.Aan artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « De ombudspersoon kan daartoe iedere informatie inzamelen die hij nuttig acht in het kader van de bemiddeling. De ombudspersoon legt deze informatie, zonder daarbij een standpunt in te nemen, voor aan de bij de bemiddeling betrokken partijen. »

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^