Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 mei 2004
gepubliceerd op 29 juni 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201385
pub.
29/06/2004
prom.
19/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/19/2004201385/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 juni 1992, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 juni 1998, inzonderheid op de artikelen 1, 4, 10 en 13;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 19 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 5 augustus 1992.

Koninklijk besluit van 24 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 2 september 1998.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juli 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 59003/CO/215)

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in overeenstemming met de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991 en gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19sexies van 30 maart 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Art. 5.Artikel 1, tweede lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot vaststelling van de tussenkomst in de vervoerkosten van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 juni 1992, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het hogervermeld paritair comité, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 juni 1998, wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 4 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder a) het percentage van "54 pct." vervangen door "60 pct." en onder b) het percentage van "50 pct." vervangen door "56 pct.".

Art. 7.In artikel 10, § 1 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst worden de woorden "berekend volgens de bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad" vervangen door "berekend volgens de bijlage die is opgenomen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst".

Art. 8.Artikel 10, § 3 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepaling : " § 3. Met ingang van 1 januari 2002 wordt het bedrag van de jaarlijkse brutobezoldiging, bedoeld in § 1, op 25.000 EUR gebracht. » .

Art. 9.Aan artikel 10 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst wordt een vierde paragraaf toegevoegd, luidend als volgt : " § 4. De bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 10, § 1 maakt integraal deel van deze overeenkomst uit. ».

Art. 10.In artikel 13 van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst worden de woorden "10 frank" vervangen door de woorden "10 BEF (0,2479 EUR)".

Art. 11.De hierna volgende tekst wordt als bijlage gevoegd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerkosten van de bedienden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 juni 1992.

"Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 september 1991 tot vaststelling van de tussenkomst in de vervoerskosten van de bedienden.

De raming van de jaarlijkse bruto bezoldiging van 25.000 EUR zoals bepaald in artikel 10 moet omvatten : 1° de vaste elementen : de maandelijkse bruto-wedde, inbegrepen de eventuele bijkomende wedden, zoals onder meer de vergoeding voor de kennis en het gebruik van beide landstalen, hierbij rekening gehouden met het beweeglijk gedeelte toegekend in functie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.Het jaarlijks bruto-bedrag wordt bekomen door de vaste elementen, die betrekking hebben op de eerste maand waarvoor de financiële bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers wordt gevraagd, te vermenigvuldigen met 12, zelfs indien de bediende geen 12 maanden werkt. 2° de veranderlijke elementen : a) per maand : commissieloon, premies, overuren, enz. Hier gelden de brutocijfers voor de laatste 12 maanden. Indien de bediende geen 12 maanden heeft gewerkt, wordt het in aanmerking te nemen bedrag bekomen door het maandgemiddelde voor de effectief gewerkte maanden, te vermenigvuldigen met 12. b) per jaar : commissieloon, premies, 13de maand en andere toelagen die sommige werkgevers eens of meermaals per jaar aan hun personeel toekennen, ingevolge overeenkomst of gebruik. De brutobedragen toegekend gedurende de laatste 12 maanden moeten bij de jaarlijkse bruto-bedragen, waarvan sprake onder 1° en 2° a), worden gevoegd.

De raming van de jaarlijkse brutobezoldiging moet niet omvatten : 1° de toelagen van sociale aard, zoals : haard- en standplaatstoelage, kindergeld, vakantiegeld; 2° de bedragen toegekend als vergoeding voor bepaalde kosten (reiskosten, representatiegelden, enz.); 3° pensioenen van allerlei aard.».

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één der ondertekenende partijen worden opgezegd, met een vooropzeg van 3 maanden, te betekenen bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 mei 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^