Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 mei 2009
gepubliceerd op 14 juli 2009

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de sociale programmatie 2007-2008

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009201773
pub.
14/07/2009
prom.
19/05/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de sociale programmatie 2007-2008 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de sociale programmatie 2007-2008.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 mei 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 mei 2007 Sociale programmatie 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 6 juli 2007 onder het nummer 83604/CO/328.03) Toepassingsgebied

Artikel 1.De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die onder het Paritair Subcomité voor het Stads- en Streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest valt, alsook op haar personeelsleden met uitzondering van het directiepersoneel behalve wanneer er uitdrukkelijke specifieke modaliteiten zijn voorzien.

Voorwerp

Art. 2.De onderhavige overeenkomst strekt tot de bepaling van het kader van de sociale programmatie 2007-2008. HOOFDSTUK I. - Koopkracht Koopkracht

Art. 3.De partijen zijn het eens met een verhoging van de brutomaandbarema's van het voltallige actieve personeel met 30 EUR vanaf 1 januari 2007.

Opmerking Enkel het personeel dat actief is en een arbeidsovereenkomst van (on)bepaalde duur heeft op 1 januari 2007 geniet de verhoging. Zijn niet actief, de (brug)gepensioneerden (vervroegde vertrekken en conventioneel brugpensioen) en de werknemers die de arbeidsongeschiktheid- en invaliditeitsverzekering (CAMI I en II) genieten. HOOFDSTUK II. - Einde loopbaan Voorafgaand

Art. 4.4.1. De regels betreffende het conventioneel brugpensioen die worden beschreven in artikelen 5 en 6 van de huidige overeenkomst passen uitsluitend in het kader van de uitsluiting van de activiteitssector uit het toepassingsveld van de wettelijke bepalingen genomen in uitvoering van het generatiepact.

Opmerking Dit betekent dat de onderstaande bepalingen niet meer van toepassing zullen zijn in geval de wettelijke bepalingen strengere leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voorzien dan onderhavige overeenkomst. 4.2. Slechts onder gelijkblijvende omstandigheden (met name wat betreft de financiële gezondheid van de onderneming en binnen de grenzen van de financiële lasten die moeten worden gedragen door de werkgever in het kader van de momenteel geldende sociale wetgevingen) worden de regels met betrekking tot het conventioneel brugpensioen verlengd. 4.3. De einde loopbaan treedt in werking op ieder moment van zodra is voldaan aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden en de voorwaarden met betrekking tot collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Opmerking Het vertrek is mogelijk op ieder moment en niet uitsluitend in de maand waarin de vereiste leeftijd wordt bereikt.

Voltijds conventioneel brugpensioen (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17) (met extrawettelijke bijdrage van de werkgever)

Art. 5.5.1. Onder voorbehoud van artikel 4 van onderhavige overeenkomst, is het wettelijk systeem van het voltijds conventioneel brugpensioen (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen) van toepassing in 2008, 2009 en 2010 volgens dezelfde modaliteiten als bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006 (artikel 5.2). 5.2. Bijgevolg en ter herinnering, blijven de voorwaarden en modaliteiten van toepassing gedurende deze 3 jaren de volgende : De vereiste leeftijd bedraagt : a) 58 jaar mits 25 jaar anciënniteit (voor de zware beroepen) of 30 jaar anciënniteit (voor de andere beroepen);b) 60 jaar mits 30 jaar anciënniteit (voor alle personeelsleden). De vereiste leeftijd moet bereikt zijn in de loop van het jaar 2008, 2009 of 2010, aan de anciënniteitsvoorwaarde moet voldaan zijn op de laatste dag van de arbeidsovereenkomst (en ten laatste op 31 december 2010).

De bijdrage van de werkgever bestaat uit een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen die gelijk is aan de voor de CRI (*) berekende vergoeding, indien nodig aangevuld met een bonus van maximum 10 pct. (als vertrek op 58 jaar) of 15 pct. (als vertrek op 60 jaar) van het aldus bekomen bedrag. (*) 1 pct. van het barema per jaar anciënniteit, inclusief de 13e maand voor de bedienden of de vaste bijdrage voor de arbeiders, de verdienstepremie, de premie voor het slagen voor een examen, de maandelijkse premie voor de brigadiers, de onderhoudschefs en -onderchefs, de werkplaatschefs en -onderchefs en de opzichters, de premie voor waarneming van een functie, de uitzonderlijke premie van sociale programmatie, begrensd tot 85 pct. van dat barema.

Deze modaliteiten voor de berekening van de aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever beogen de garantie (of tenminste een benadering) van : - 70 pct. (vertrek op 58 jaar) of 75 pct. (vertrek op 60 jaar) van het brutomaandbarema (uitgezonderd allerhande vergoedingen, premies en toeslagen) voor de arbeiders en de bedienden; - 65 pct. (vertrek op 58 jaar) of 70 pct. (vertrek op 60 jaar) van het brutomaandbarema (uitgezonderd allerhande vergoedingen, premies en toeslagen) beperkt tot een referteloon vastgelegd op de laatste trap van het barema 27.02 voor de kaderleden.

De aanvullende vergoeding volgt de indexering van de sociale uitkeringen.

Voor de berekening van het extrawettelijk rustpensioen (CRATUB) worden de jaren van conventioneel brugpensioen gelijkgesteld met werkjaren ten belope van maximum 5 jaar.

Zware beroepen zijn de beroepen die omschreven zijn in artikel 4.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006. 5.3. Onder voorbehoud van artikel 4, zal het systeem van conventioneel brugpensioen op 58 jaar worden verlengd voor het jaar 2011, volgens de modaliteiten beschreven in artikel 5.2. met dien verstande dat vanaf 2011 de bonus van 10 pct. slechts zal worden toegekend vanaf een vertrek op 59 jaar.

Voltijds conventioneel brugpensioen op 56 jaar mits 40 jaar loopbaan

Art. 6.6.1. Onder voorbehoud van artikel 4 van de huidige overeenkomst, is het wettelijk systeem van voltijds conventioneel brugpensioen op 56 jaar mits 40 jaar loopbaan (voltijds) van toepassing in 2008, 2009 en 2010 volgens dezelfde modaliteiten als bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006 (artikel 5.2.).

Bijgevolg zijn de voorwaarden en modaliteiten waaraan wordt herinnerd in punt 5.2. van onderhavige overeenkomst eveneens van toepassing voor de werknemers die de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt en minstens 40 jaar loopbaan tellen.

Opmerking Deze werknemers genieten op 56 jaar een zelfde aanvulling als voorzien voor een vertrek op 58 jaar. 6.2. Onder voorbehoud van artikel 4, zal het systeem van conventioneel brugpensioen op 56 jaar worden verlengd voor het jaar 2011, volgens de modaliteiten beschreven in artikel 6.1.

Vervroegde vertrekken - voorgaande collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 7.7.1. De werknemers die vóór 31 maart 2007 hun wens tot vervroegd vertrek in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de sociale programmatie van 13 februari 2001 en 2 juli 2003 hebben bekendgemaakt kunnen tot 30 juni 2007 beslissen om : - hetzij hun beslissing tot vervroegd vertrek in het kader van deze overeenkomsten te behouden en dit op eigen risico; - hetzij hun beslissing uit te stellen en om te zetten in een vervroegd vertrek in het kader van een einde loopbaan in conventioneel brugpensioen op 58 jaar.

Opmerking De werknemers die ervoor kiezen hun beslissing tot vervroegd vertrek in het kader van de overeenkomsten van 13 februari 2001 en 2 juli 2003 te behouden genieten de bepalingen uit artikel 8.1. hieronder (anciënniteitstoeslag - bijdrage van de werkgever) niet. 7.2. De werknemers die een vervroegd vertrek wensen te genieten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot sociale programmatie van 24 juni 2005 (artikel 5.1.) kunnen hun beslissing bekendmaken tot 31 december 2007. Deze formule van einde loopbaan wordt toegepast op eigen risico van de betrokken werknemer.

Opmerking De werknemers die kiezen voor deze vorm van einde loopbaan genieten de bepalingen uit artikel 8.1. hieronder (anciënniteitstoeslag - bijdrage van de werkgever) niet. 7.3. De vervroegde vertrekken op basis van de collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot sociale programmatie van 13 februari 2001, 2 juli 2003 en 24 juni 2005 blijven toegankelijk voor de werknemers die : - hetzij definitief arbeidsongeschikt zijn (AGD); - hetzij een zwaar beroep uitoefenen (zoals bepaald in artikel 4.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006), en dit uitsluitend op basis van een beslissing in die zin van de algemene directie.

Opmerking Wanneer de werknemer een dergelijk vervroegd vertrek geniet, kent de werkgever een bijdrage toe bij een eventuele vermindering van de werkloosheidsuitkeringen onder de voorwaarden die bepaald zijn in artikel 8.2. van de onderhavige overeenkomst (anciënniteitstoeslag - bijdrage van de werkgever).

Anciënniteitstoeslag RVA - Bijdrage van de werkgever

Art. 8.8.1. De werkgever kent een bijdrage toe bij een eventuele vermindering van de werkloosheidsuitkeringen (te weten de vermindering die voortvloeit uit het niet toekennen van de anciënniteitstoeslag vanaf het 2de jaar werkloosheid) die gelijk is aan het verlies met een maandelijks maximumplafond van 130 EUR (geïndexeerd) ten gunste van de werknemers die de onderneming effectief hebben verlaten (of zich in de opzeggingstermijn bevinden) op 31 maart 2007 in het kader van een vervroegd vertrek (collectieve arbeidsovereenkomsten van 13 februari 2001, 2 juli 2003).

Opmerking Als de RVA de anciënniteitstoeslag die is voorzien door de wetgeving betreffende de werkloosheidsuitkeringen niet toekent, zal het betrokken personeelslid een financiële bijdrage genieten van de werkgever die gelijk is aan het verlies met een maandelijks maximaal plafond van 130 EUR. 8.2. In afwijking van punt 8.1. hierboven, kent de werkgever een bijdrage toe bij een eventuele vermindering van de werkloosheidsuitkeringen (te weten de vermindering die voortvloeit uit het niet toekennen van de anciënniteitstoeslag vanaf het 2e jaar werkloosheid) die gelijk is aan het verlies met een maandelijks maximumplafond van 260 EUR (geïndexeerd) ten gunste van de werknemers die de onderneming verlaten na 31 maart 2007 in het kader van een vervroegd vertrek, uitsluitend op basis van een beslissing in die zin van de algemene directie, omdat ze definitief arbeidsongeschikt zijn (AGD) of ze een zwaar beroep uitoefenen (zoals bepaald door artikel 4.1. van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 2005 met betrekking tot de sociale programmatie 2005-2006).

Opmerking Als de RVA de anciënniteitstoeslag die is voorzien door de wetgeving betreffende de werkloosheidsuitkeringen niet toekent, kunnen enkel de werknemers die de onderneming hebben verlaten na 31 maart 2007 en die voldoen aan de hierboven beschreven voorwaarden een financiële bijdrage genieten van de werkgever die gelijk is aan het verlies met een maandelijks maximaal plafond van 260 EUR. Eindbepaling

Art. 9.De partijen en hun mandatarissen zullen ervan afzien om voor de duur van onderhavige overeenkomst een collectief conflict met betrekking tot de in deze overeenkomst behandelde punten uit te lokken, te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming.

Inwerkingtreding

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en wordt voor onbepaalde duur afgesloten, met uitzondering van de artikels 4, 5.1., 5.2., 6.1. en 7.3. inbegrepen die voor een bepaalde duur van drie jaar (2008, 2009 en 2010) worden afgesloten.

Elke ondertekenende partij kan de onderhavige overeenkomst opzeggen mits een vooropzeg van drie maanden, betekend aan de andere partij via een per post besteld aangetekend schrijven. De partij op wiens initiatief het onderhavige protocol wordt opgezegd moet de redenen daarvoor opgeven en een nieuwe tekst voorstellen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 mei 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^