Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 november 1999
gepubliceerd op 25 november 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999024044
pub.
25/11/1999
prom.
19/11/1999
ELI
eli/besluit/1999/11/19/1999024044/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, inzonderheid op de artikelen 27 en 27bis, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, derde lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 juli 1996, 19 juni 1997 en 11 januari 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 26 oktober 1999;

Gelet op de hoogdringendheid die gemotiveerd wordt door het feit dat de verdeling van de Rijkstoelagen van het jaar 1998 zoals voorzien bij voornoemd koninklijk besluit van 12 augustus 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 januari 1999, redelijkerwijze niet zal plaatsvinden omdat vier vernietigingsprocedures (G/A 83.053/ VII-18.028, G/A 83.079/VII-18.017, G/A 83.089/VI-15.024 en G/A 83.093/XIII-1.061) en twee schorsingsprocedures (G/A 83.053/ VII-18.028 en G/A 83.093/XIII-1.061) ingediend zijn voor de Raad van State tegen het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen;

Overwegende dat in het kader van de schorsingsprocedure G/A 83.053/VII-18.028 het auditoraat in zijn verslag concludeert dat de schorsing van het koninklijk besluit van 11 januari 1999 kan bevolen worden;

Overwegende dat voormeld koninklijk besluit van 11 januari 1999 onverwijld dient te worden ingetrokken en dat tevens de toepassingsmaatregelen tot uitvoering van artikel 27 van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen voor wat betreft de rijkstoelagen voor de jaren 1995 tot 1997, en van artikel 27bis van dezelfde wet voor wat betreft de rijkstoelagen vanaf het jaar 1998, genomen dienen te worden;

Overwegende dat de ziekenfondsen binnenkort zullen geconfronteerd worden met thesaurieproblemen, en het van belang is dat deze zo spoedig mogelijk opgelost worden door de wijziging van de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de Rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. Dat het bijgevolg absoluut noodzakelijk is om zo snel mogelijk de verdelingsmodaliteiten van de rijkstoelagen 1998 vast te stellen, gezien de kredieten bij gebreke aan toekenning binnen het huidige begrotingsjaar 1999 vervallen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 november 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen wordt ingetrokken.

Art. 2.Artikel 1, § 2, van het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden en de wijze van verdeling van de rijkstoelagen voor de dienst voor geneeskundige verzorging georganiseerd door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juli 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. De rijkstoelagen worden evenredig verdeeld aan het bedrag van de bijdragen welke voor die dienst tijdens het voorgaande jaar gestort zijn. »

Art. 3.Artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juli 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.- § 1. De in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, onder de basisallocatie 52.11.42.12 ingeschreven toelagen, worden verdeeld onder de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, die de dienst geneeskundige verzorging gedurende het jaar dat het betrokken begrotingsjaar voorafgaat hebben ingericht voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die bepaald bij de regeling voor verplichte verzekering inzake geneeskundige verzorging welke op hen betrekking heeft. § 2. De toelagen worden verdeeld onder de landsbonden op basis van de normatieve verdeelsleutel van het beschouwde jaar, die voortvloeit uit de toepassing van artikel 1sexies en vastgesteld overeenkomstig artikel 201 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, rekening houdend met de in artikel 196, §§ 3 en 4, van dezelfde wet gedefinieerde parameters, in zover dat ze beschikbaar en relevant zijn.

De eventuele negatieve resultaten die voortvloeien uit de toepassing van de voornoemde normatieve verdeelsleutel, worden verdeeld tussen alle ziekenfondsen die een positieve toelage hebben pro rata van deze positieve toelage.

De landsbonden verdelen deze toelagen onder de bij hen aangesloten ziekenfondsen, overeenkomstig dezelfde criteria. De toelagen moeten door de ziekenfondsen geboekt worden in hetzelfde dienstjaar als het begrotingsjaar waarop zij aangerekend worden. § 3. Het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu stort vóór het einde van ieder kwartaal aan de landsbonden van ziekenfondsen een voorschot gelijk aan een vierde van het bedrag ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, krachtens § 1 van dit artikel.

Dit voorschot wordt onder de landsbonden verdeeld in verhouding tot de toelagen die toegekend zijn voor het voorafgaande begrotingsjaar.

De landsbonden verdelen dit voorschot onder de bij hen aangesloten ziekenfondsen overeenkomstig dezelfde criteria. »

Art. 4.Artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juli 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.- § 1. De met toepassing van artikel 27bis van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen in de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, onder de basisallocatie 52.11.42.12 ingeschreven toelagen, worden verdeeld onder de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, die de dienst geneeskundige verzorging gedurende het jaar dat het betrokken begrotingsjaar voorafgaat hebben ingericht voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die bepaald bij de regeling voor verplichte verzekering inzake geneeskundige verzorging welke op hen betrekking heeft. § 2. De toelagen worden verdeeld onder de landsbonden op basis van de normatieve verdeelsleutel van het beschouwde jaar, die voortvloeit uit de toepassing van artikel 1sexies en vastgesteld overeenkomstig artikel 201 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, rekening houdend met de in artikel 196, §§ 3 en 4, van dezelfde wet gedefinieerde parameters, in zover dat ze beschikbaar en relevant zijn.

De eventuele negatieve resultaten die voortvloeien uit de toepassing van de voornoemde normatieve verdeelsleutel, worden verdeeld tussen alle ziekenfondsen die een positieve toelage hebben pro rata van deze positieve toelage.

De landsbonden verdelen deze toelagen onder de bij hen aangesloten ziekenfondsen, overeenkomstig dezelfde criteria. De toelagen moeten door de ziekenfondsen geboekt worden in hetzelfde dienstjaar als het begrotingsjaar waarop zij aangerekend worden. § 3. Het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu stort vóór het einde van ieder kwartaal aan de landsbonden van ziekenfondsen een voorschot gelijk aan een vierde van het met toepassing van artikel 27bis van de voornoemde wet van 6 augustus 1990 in de begroting van het lopende dienstjaar ingeschreven bedrag.

Dit voorschot wordt onder de landsbonden verdeeld in verhouding tot de toelagen die toegekend zijn voor het voorafgaande begrotingsjaar.

De landsbonden verdelen dit voorschot onder de bij hen aangesloten ziekenfondsen overeenkomstig dezelfde criteria.

In afwijking van het eerste lid, maken de toelagen voor het jaar 1998 het voorwerp uit van een enige storting. § 4. De in § 2 bedoelde normatieve verdeelsleutel, die als basis dient van de verdeling van de in de begroting 1998 van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, onder de basisallocatie 52.11.42.12 ingeschreven toelagen, is de verdeelsleutel opgemaakt op basis van de, op het ogenblik van de aanneming van dit besluit, beschikbare en relevante parameters.

De verdeling van deze toelagen wordt herberekend in 2002 op basis van de, op dat ogenblik, beschikbare en relevante parameters. »

Art. 5.De artikelen 1bis en 1ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 1996, worden opgeheven.

Art. 6.Artikel 1quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 1quinquies.- Voor de jaren 2000, 2001 en 2002 wordt de verdeling van de toelagen, overeenkomstig de bepalingen uit artikel 1, als volgt gecorrigeerd : 1° voor de toelagen van het jaar 2000 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1997 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1997 die bij toepassing van artikel 1quater daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;2° voor de toelagen van het jaar 2001 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een achtste van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1997 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1997 die bij toepassing van artikel 1quater daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend;3° voor de toelagen van het jaar 2002 worden de drie driemaandelijkse voorschotten en de liquidatie van het saldo elk gecorrigeerd met een kwart van het verschil tussen het bedrag ingevolge de toepassing voor 1998 van artikel 1, § 2, op de betrokken landsbond en het bedrag van de toelagen voor het jaar 1998 die bij toepassing van artikel 1, § 4, daadwerkelijk aan deze landsbond werden toegekend. De landsbonden verrichten de correctie van de toelagen aan de bij hen aangesloten ziekenfondsen, overeenkomstig dezelfde criteria.

Voor de toepassing voor het jaar 1997 van artikel 1, § 2, wordt er rekening gehouden met de normatieve verdeelsleutel van het jaar 1997. »

Art. 7.Een artikel 1sexies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Art. 1sexies.- De met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelage van elk ziekenfonds voor de dienst voor geneeskundige verzorging, ingericht door de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen voor de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen die vrijwillig zijn toegetreden tot deze dienst voor de andere geneeskundige verstrekkingen dan die voorzien bij de regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging welke op hen van toepassing zijn, wordt berekend door het vermenigvuldigen van de unitaire normatieve toelage van elk ziekenfonds en het respectievelijk aantal rechthebbenden van elk ziekenfonds.

De unitaire normatieve toelage van elk ziekenfonds bestaat uit de gemiddelde toelage per rechthebbende, alle ziekenfondsen samen, gecorrigeerd, voor elk ziekenfonds, door het correctiebedrag zoals vastgesteld in uitvoering van artikel 201 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, rekening houdend met de in artikel 196, §§ 3 en 4, van dezelfde wet gedefinieerde parameters, in zover dat ze beschikbaar en relevant zijn.

De met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelage bedoeld in het eerste lid is de hoegrootheid Nm gedefinieerd door : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waar : S het globaal bedrag van de toegekende rijkstoelagen voor een bepaald jaar is; corm de correctieterm bedoeld bij het tweede lid, uitgedrukt als een bedrag in BEF per rechthebbende is; nm het aantal rechthebbenden voor het ziekenfonds m op 30 juni van het in aanmerking genomen jaar is; n het aantal rechthebbenden van het geheel van de ziekenfondsen op 30 juni van het in aanmerking genomen jaar is. »

Art. 8.Een artikel 1septies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Art. 1septies.- De termen corm en nm worden, voor elk jaar, voor elk ziekenfonds, door Onze Minister van Sociale Zaken gegeven, onder de vorm van een tabel, na advies van de Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. »

Art. 9.Een artikel 1octies, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Art. 1octies.- De met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelage per landsbond is de som van de met toepassing van de normatieve verdeelsleutel te bepalen toelagen van de aangesloten ziekenfondsen na toepassing van artikel 1, § 2, tweede lid. »

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997, met uitzondering van artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1995 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 1996, van artikel 3, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1997 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 1997, en van artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1998.

Art. 11.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^