Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 oktober 1998
gepubliceerd op 03 maart 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012805
pub.
03/03/1999
prom.
19/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/19/1998012805/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992, betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Comité voor de beursvennootschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 oktober 1997 Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 1997 onder het nummer 46470/CO/309)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen welke tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen behoren.

Zij heeft tot doel de toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk te maken voor de personeelsleden van de ondernemingen die beantwoorden aan de algemene voorwaarden bepaald door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), alsook aan de bijzondere bepaling genoemd in artikel 2 van deze overeenkomst.

Art. 2.Het conventioneel brugpensioen wordt in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag op ernstige reden, toegestaan aan de werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt.

De bedienden die ontslagen werden voor het afsluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst en waarvan de ontslagtermijn nog loopt, kunnen ook aanspraak maken op de regeling die bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald.

Art. 3.De algemene toepassingsmodaliteiten van deze conventionele brugpensioenregeling zijn die welke bepaald zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten voor onbepaalde duur op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975.

Art. 4.De deeltijdse werknemers in het systeem van de vermindering van de arbeidsprestaties zoals bepaald in artikel 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 zullen aanspraak kunnen maken op een aanvullende vergoeding berekend op voltijdse prestaties, indien zij worden ontslagen na 58 jaar.

Art. 5.De werkgever zal verplicht zijn om de aanvullende vergoeding te betalen slechts voor zover de werknemer de opzeggingstermijn (of de verbrekingsvergoeding) heeft aanvaard die door de werkgever werd betekend en waarvan de duur werd berekend overeenkomstig de bepalingen van respectievelijk de artikelen 59 en 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur van drie jaar en treedt in werking op 25 oktober 1997.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 oktober 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^