Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 april 1999
gepubliceerd op 21 juli 1999

Koninklijk besluit betreffende de categorieën van telecommunicatiediensten waarvoor exploitatievoorwaarden worden opgelegd

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1999014116
pub.
21/07/1999
prom.
20/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/20/1999014116/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 1999. - Koninklijk besluit betreffende de categorieën van telecommunicatiediensten waarvoor exploitatievoorwaarden worden opgelegd


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven voorziet in artikel 90, §§ 2 en 3, dat de Koning categorieën van diensten bepaalt waarvoor exploitatievoorwaarden moeten worden vastgesteld. Dit besluit regelt de uitvoering van dit artikel.

Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 geeft de definitie weer van enkele basisbegrippen die nodig zijn om de categorieën te bepalen waarvoor exploitatievoorwaarden zullen worden vastgelegd. In dit artikel wordt de term "spraakdienst" gedefinieerd om het onderscheid duidelijk te maken met de term "spraaktelefoondienst", gedefinieerd in artikel 68, 10° van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Artikel 2 stelt vervolgens de categorieën vast waarvoor de Minister exploitatievoorwaarden kan opleggen.

Indien deze diensten aan het publiek worden aangeboden, heeft de Minister de mogelijkheid om bijkomende voorwaarden op te leggen (artikel 3).

Dit besluit volgt het advies van de Raad van State, behalve waar de Raad voorstelt om reeds in dit besluit een lijst van binnen iedere categorie onderscheiden diensten op te nemen. Dit lijkt niet aangewezen omdat de technische evolutie binnen de telecommunicatiesector dermate snel verloopt, dat een dergelijke lijst, en dus ook dit besluit, waarschijnlijk al heel vlug aangepast zou moeten worden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 17 juli 1998 door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende de categorieën van telecommunicatiediensten waarvoor exploitatie-voorwaarden worden opgelegd", heeft op 9 december 1998 het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp Aanhef Eerste lid Men schrijve : "inzonderheid op artikel 90, hersteld bij de wet van 19 december 1997, §§ 2 en 3" in plaats van "inzonderheid op artikel 90, §§ 2 en 3, zoals gewijzigd door de wet van 19 december 1997".

Voorts is het niet gebruikelijk wijzigingsteksten met hun opschrift te vermelden. Behoren dus te vervallen de woorden "tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire kader aan te passen aan de verplichtingen die inzake vrije mededinging en harmonisatie op de markt voor telecommunicatie, voortvloeien uit de van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie".

Tweede lid De woorden "opgericht bij artikel 71 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven" behoren te vervallen.

Vierde lid Men schrijve : "Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van... ".

Bepalend gedeelte Het ontworpen besluit put zijn rechtsgrond uit artikel 90 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, waarvan de paragrafen 2 en 3 het volgende bepalen : "§ 2. De Koning bepaalt, op advies van het Instituut, de categorieën van diensten waarvoor exploitatievoorwaarden moeten worden vastgesteld. Die voorwaarden die, op voorstel van het Instituut, door de minister worden vastgesteld, kunnen betrekking hebben op de punten a) tot c) van artikel 88 van deze wet. § 3. Behalve de bepalingen van § 2 van dit artikel, stelt de Koning wat de aan het publiek aangeboden diensten betreft, op advies van het Instituut, de categorieën van diensten vast waarvoor exploitatievoorwaarden moeten worden vastgesteld. Die voorwaarden die door de minister op advies van het Instituut worden vastgelegd kunnen slaan op de punten d) tot g) van artikel 88 van deze wet en in voorkomend geval op de maatregelen die moeten worden genomen voor de bestrijding van de verspreiding van onwettige inhoud alsmede de maatregelen die de schadelijke inhoud moeten identificeren." Artikel 1 van het ontwerp bevat een aantal definities. Artikel 2 bepaalt de categorieën van diensten waarvoor exploitatievoorwaarden moeten worden vastgesteld.

Uit de gezamenlijke lezing van die twee bepalingen blijkt enerzijds dat het begrip "datadiensten met toegevoegde waarde", dat gedefinieerd is in artikel 1, 5°, niet gebezigd wordt in artikel 2, en anderzijds dat de in artikel 2 bepaalde categorieën elkaar gedeeltelijk of volledig overlappen.

Uit de door de gemachtigde ambtenaar verstrekte uitleg blijkt dat de steller van het ontwerp beoogt exploitatievoorwaarden vast te stellen voor twee types van diensten waarvoor een aangifte behoort te worden gedaan, namelijk "spraakdiensten" en "datadiensten", zoals ze in artikel 1 gedefinieerd worden.

Steeds volgens de gemachtigde ambtenaar worden de "datadiensten" onderverdeeld in twee subcategorieen, namelijk "datadragerdiensten" en "datadiensten met toegevoegde waarde". De diensten "Internettoegang", "DNS", "X.400" en "X.500" zouden behoren tot de categorie "datadiensten met toegevoegde waarde".

Bovendien kunnen zowel spraakdiensten als datadiensten in verschillende categorieën ingedeeld worden, al naargelang ze aan het publiek aangeboden worden of voor een gesloten gebruikersgroep bestemd zijn en, in het laatste geval, naargelang ze al dan niet gekoppeld zijn aan een openbaar telecommunicatienet.

Door uitdrukkelijk subcategorieën voor de categorieën "spraakdiensten" en "datadiensten" te bepalen, zou het de bedoeling zijn de minister te machtigen om voor elke subcategorie bijzondere exploitatievoorwaarden vast te stellen.

Als dat het oogmerk is, dient het ontworpen besluit grondig te worden herzien.

Het zou beter zijn in een artikel 1 aan te geven dat de minister voor spraakdiensten en datadiensten exploitatievoorwaarden vaststelt.

Dat artikel zou als volgt geformuleerd kunnen worden : "

Artikel 1.De minister tot wiens bevoegdheid de telecommunicatie behoort, stelt voor spraakdiensten en datadiensten exploitatievoorwaarden vast, overeenkomstig artikel 90, § 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Onder spraakdiensten worden verstaan diensten...

Onder datadiensten worden verstaan diensten... " De in het ontwerp gegeven definities van die diensten zijn niet ondubbelzinnig. Zo rijst de vraag wat de betekenis is van de woorden "gebaseerd op de transmissie of schakeling van spraak" in de definitie van "spraakdiensten". Zijn de woorden "die bestaat uit het opslaan, wijzigen of elke andere vorm van verwerking van spraak die bedoeld is om te worden verzonden over een openbaar geschakeld telecommunieatienet of over huurlijnen" niet voldoende als definitie van de bedoelde diensten ? Met andere woorden, moet de dienst al of niet transmissie of schakeling van spraak teweegbrengen om binnen de werkingssfeer van het ontwerp te vallen ? De gegeven definitie zou het mogelijk moeten maken op die vraag ondubbelzinning te antwoorden.

Dezelfde opmerking geldt voor de definitie van datadienst.

Die definities behoren te worden herzien, uitgaande van het beginsel dat een goede definitie zo beknopt mogelijk dient te zijn.

In artikel 2 zou moeten worden bepaald dat de minister voor de in artikel 1 genoemde diensten, wanneer die aan het publiek aangeboden worden, exploitatievoorwaarden vaststelt, overeenkomstig artikel 90, § 3, van de wet.

Ten slotte zou in een artikel 3 het volgende kunnen worden bepaald : "de minister kan, voor de uitvoering van de artikelen 1 en 2, de diensten van elkaar onderscheiden op basis van de volgende categorieën :...". Hierop zou een lijst volgen zoals die welke in artikel 2 voorkomt, met voor zover dat nodig is, een korte beschrijving van de erin vermelde diensten, alsmede een restcategorie.

De steller van het ontwerp dient evenwel voor ogen te houden dat een definitie van subcategorieën van diensten alleen nuttig is wanneer het werkelijk de bedoeling is voor die diensten andere exploitatievoorwaarden vast te stellen dan voor de overige diensten van dezelfde categorie (1).

In verband met de inwerkingtreding van de onderzochte tekst ziet de Raad van State niet in om welke objectieve reden van de vaste regel voor de inwerkingtreding van verordeningsteksten zou moeten worden afgeweken.

De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, kamervoorzitter;

C. Wettinck en P. Lienardy, staatsraden;

F. Delperée en J.-M. Favresse, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. M. Proost, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer L. Detroux, adjunct-auditeur. De nota van het Coordinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer C. Amelynck, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen.

De griffier, De voorzitter, M. Proost. R. Andersen.

20 APRIL 1999. - Koninklijk besluit betreffende de categorieën van telecommunicatiediensten waarvoor exploitatievoorwaarden worden opgelegd ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 90, hersteld bij de wet van 19 december 1997, §§ 2 en 3;

Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;

Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 27 februari 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 april 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° wet : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;2° Instituut : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, opgericht bij artikel 71 van de wet;3° gegevensdienst : dienst die bestaat uit de transmissie, schakeling of verwerking van gegevens die bestemd zijn om te worden verzonden over een telecommunicatienetwerk;4° spraakdienst : dienst die uitsluitend bestaat uit het verwerken van spraak die bedoeld is om te worden verzonden over een telecommunicatienetwerk.

Art. 2.De Minister, stelt overeenkomstig artikel 90, § 2, van de wet, de exploitatievoorwaarden vast voor de volgende categorieën van diensten : 1° spraakdiensten;2° gegevensdiensten.

Art. 3.De Minister kan, overeenkomstig artikel 90, § 3, van de wet, de in artikel 2 genoemde diensten bijkomende exploitatievoorwaarden opleggen indien zij aan het publiek worden aangeboden.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO _______ Nota (1) Het ontwerp van ministerieel besluit, vastgesteld ter uitvoering van artikel 90, §§ 2 en 3, van de wet van 21 maart 1991, waarover advies L.28.074/4 handelt, bevat immers geen bijzondere exploitatievoorwaarden voor de DNS-diensten, X.400-diensten en X.500-diensten.

^