Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 april 2021
gepubliceerd op 18 mei 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021201073
pub.
18/05/2021
prom.
20/04/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zeevisserij;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2018, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zeevisserij Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 2018 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij" (Overeenkomst geregistreerd op 6 september 2019 onder het nummer 153649/CO/143) TITEL I. - Coördinerende collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt met ingang van 4 oktober 2018 de statuten zoals vastgelegd in de titel II van de basis-collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 1971 (registratienr. 677), zoals laatst gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 december 2009 (registratienr. 99842).

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor een periode van één jaar gesloten. De duur ervan wordt telkens stilzwijgend met één jaar verlengd, behalve opzegging door één der organisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de zeevisserij, betekend bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zeevisserij, ten laatste zes maanden voor de jaarlijkse vervaldag.

TITEL II. - Statuten van de "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij" HOOFDSTUK I. - Benaming - Maatschappelijke zetel - Doel - Bestaansduur

Artikel 1.Er wordt met ingang van 1 juli 1971, een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming : "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de zeevisserij", hierna het "fonds" genoemd.

Art. 2.De zetel van het fonds is gevestigd te Oostende, Vijverstraat 47 bus 3.

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : a) het innen en invorderen van de bijdragen nodig voor de werking van het fonds;b) het toekennen van aanvullende sociale voordelen;c) de uitkering van deze voordelen te verzekeren;d) zich in te laten met alle problemen welke verband houden met het bevorderen van de beroepsopleiding van de werklieden en werksters;e) zich in te laten met de vorming van de risicogroepen beoogd bij artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 1989 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor 1989 en 1990, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij.

Art. 4.Het fonds is opgericht voor een periode van één jaar. De duur ervan wordt telkens stilzwijgend met één jaar verlengd, behalve opzegging door één der organisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de zeevisserij betekend bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zeevisserij, ten laatste zes maanden voor de jaarlijkse vervaldag. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing : a) op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de zeevisserij ressorteren, met uitzondering van de rederijen;b) op de werklieden en werksters, tewerkgesteld door de onder artikel 5, a) bedoelde werkgevers. HOOFDSTUK III. - Beheer

Art. 6.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, die paritair is samengesteld uit afgevaardigden van werkgevers en van werknemers.

Deze raad bestaat uit zes leden, te weten : drie afgevaardigden van de werkgevers en drie afgevaardigden van de werknemers.

De leden van de raad van beheer worden aangesteld door het Paritair Comité voor de zeevisserij, onder de effectieve of plaatsvervangende leden van dit comité.

Hun mandaat eindigt wanneer het paritair comité aldus beslist. In dat geval worden zij vervangen door een lid van het paritair comité, behorende tot dezelfde groep als het lid wiens mandaat een einde nam.

Art. 7.De raad van beheer gaat ieder jaar over tot de aanwijzing, in zijn schoot, van een herkiesbare voorzitter en ondervoorzitter. Het voorzitterschap en het ondervoorzitterschap wordt beurtelings door een werkgevers- en een werknemersafgevaardigde waargenomen. De ondervoorzitter behoort tot de andere partij dan deze van de voorzitter.

De groep waartoe de voorzitter behoort wordt, voor de eerste maal door loting aangeduid. Wanneer de voorzitter verhinderd is, oefent de ondervoorzitter zijn functie uit.

Indien de voorzitter en ondervoorzitter verhinderd zijn, wordt de vergadering voorgezeten door het oudste lid.

Art. 8.De raad van beheer vergadert na bijeenroeping door de voorzitter. De voorzitter is ertoe gehouden de raad bijeen te roepen, minstens éénmaal per jaar of telkens als er ten minste twee leden van de raad erom verzoeken.

De oproepingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden opgemaakt door de secretaris, aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten en de leden van de raad van bestuur.

Uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.

De beslissingen worden éénparig genomen. De stemming is geldig indien eraan deelgenomen wordt door ten minste twee afgevaardigden van de werknemers en twee afgevaardigden van de werkgevers, waarvan minstens één afgevaardigde per werkgeversorganisatie.

Ingeval het aanwezigheidsquorum niet bereikt wordt, mag tijdens een tweede vergadering, met dezelfde agenda en binnen de maand na de eerste vergadering gehouden, geldig gestemd worden, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Er kan slechts gestemd worden over de punten die op de agenda voorkomen.

Art. 9.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking.

Hij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheren en besturen van het fonds.

De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in rechte door de voorzitter of de beheerder daartoe afgevaardigd. De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van hun beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds.

Art. 10.De raad van beheer kan zijn machten geheel of gedeeltelijk overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden.

Art. 11.De raad van beheer duidt onder zijn leden de persoon aan, die het dagelijks beheer waarneemt.

Een directiecomité samengesteld uit zes leden, te weten, drie afgevaardigden van de werkgevers waarvan minstens één afgevaardigde per werkgeversorganisatie en drie afgevaardigden van de werknemers, houdt voortdurend toezicht op de met het dagelijks beheer belaste persoon; al de documenten betreffende dit beheer worden op zijn eenvoudig verzoek voorgelegd om te worden gecontroleerd.

De leden van het directiecomité worden gekozen door en uit de leden van de raad van beheer.

Het directiecomité kan slechts geldig vergaderen indien alle leden aanwezig zijn; de beslissingen worden bij eenparigheid van stemmen genomen.

Een lid dat belet is kan zich laten vervangen door een ander lid van de raad van beheer. HOOFDSTUK IV. - Financiering

Art. 12.Het fonds beschikt over de bijdragen, verschuldigd door de in artikel 5, a) bedoelde werkgevers.

Art. 13.De bijdrage van de werkgevers is vastgesteld op 6,70 pct. van de onbegrensde brutolonen.

Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag van de bijdrage van de werkgevers ressorterend onder het kengetal 086 van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verhoogd met 1,25 pct. van de brutolonen. Hiervan is 1,15 pct. bestemd voor het aanvullend pensioen.

Deze bijdrage wordt aangewend tot financiering van het sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de werklieden tewerkgesteld in de pakhuizen, ingevoerd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 7 maart 2006 gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij houdende invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de werklieden tewerkgesteld in de pakhuizen.

Deze bijdrage dekt de toepasselijke kosten en premietaksen.

Art. 13bis.De bijdrage der werkgevers gelast met de exploitatie en het beheer van de visveilingen en met hiernavolgend RSZ-nummer : - 086/1537630-41; - 086/685663-89; - 086/1544820-05; wordt met ingang van 1 januari 1995 bepaald op : - de basisbijdrage bedraagt 2,50 pct. van de onbegrensde lonen; - de aanvullende bijdrage brugpensioen bedraagt 0,25 pct.; - de aanvullende bijdrage in uitvoering van het interprofessioneel akkoord bedraagt 0,35 pct..

Art. 14.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK V. - Begrotingen - Rekeningen

Art. 15.Het dienstjaar vangt aan op 1 september en sluit op 31 augustus van volgend jaar.

Art. 16.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand oktober, een begroting voor volgend dienstjaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de zeevisserij.

Voor de eerste maal en voor het eerste dienstjaar zal de begroting in de loop van het eerste dienstjaar worden voorgelegd aan het Paritair Comité voor de zeevisserij.

Art. 17.Op 31 augustus worden de rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten. De sluiting ervan en de balans moeten op rekenplichtig gebied voldoende omschreven zijn.

De raad van beheer brengt jaarlijks een schriftelijk verslag uit over het vervullen van zijn opdracht tijdens het verlopen dienstjaar.

De balans, samen met het hierboven vernoemde schriftelijk verslag, moeten uiterlijk tijdens de maand december ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de zeevisserij worden voorgelegd. HOOFDSTUK VI. - Rechthebbende en aanvullende sociale voordelen

Art. 18.De werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de zeevisserij, stellen aan de raad van beheer van het fonds de aard en het bedrag voor van de aanvullende sociale voordelen, genomen in toepassing van artikel 3, b) van deze statuten en waarvan de toekenning voorbehouden is aan de werknemers, die lid zijn van één van de representatieve interprofessionele organisaties, welke op nationaal vlak verbonden zijn, op voorwaarde dat zij niet zijn uitgesloten wegens het niet eerbiedigen van de overeenkomst voor sociale vrede.

Deze uitsluiting wordt uitgesproken door de raad van beheer van het fonds, op advies van een beperkt comité, met dit doel ingesteld in de schoot van het Paritair Comité voor de zeevisserij.

Alle werknemers kunnen aanspraak maken op de tegemoetkomingen die worden verstrekt in het kader van de tweede pensioenpijler, beroepsopleiding en risicogroepen.

Art. 19.Binnen de grenzen van de beschikbare inkomsten, gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van deze statuten, worden de aard, het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de bij artikel 18 vermelde aanvullende sociale voordelen vastgesteld, op voorstel van de raad van beheer van het fonds, bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten door het Paritair Comité voor de zeevisserij, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 20.De werkgever stuurt jaarlijks en uiterlijk voor het einde van de maand januari aan het fonds een afschrift van de personeelsstaat welke bij de aangifte voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is gevoegd. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding - Vereffening

Art. 21.Het fonds kan enkel worden ontbonden in de omstandigheden bepaald in artikel 4 of krachtens een éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de zeevisserij, die uitwerking heeft ten vroegste bij de aanvang van het tweede kwartaal volgend op de datum van deze beslissing. Het Paritair Comité voor de zeevisserij wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldiging en duidt de bestemming van het vermogen aan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 april 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^