Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 februari 2013
gepubliceerd op 11 juni 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de arbeidsduur

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013200470
pub.
11/06/2013
prom.
20/02/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de arbeidsduur (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de arbeidsduur.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 februari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 2012 Arbeidsduur (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2012 onder het nummer 108130/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Wekelijkse arbeidsduur

Art. 2.De wekelijkse arbeidsduur wordt vastgesteld op 36 uur, verdeeld over vier en een halve werkdag per week.

Onverminderd artikel 4, doet het in alinea 1 bepaalde principe geen afbreuk aan een bijzondere wekelijkse arbeidsduur en bijzondere verdelingen van de dagelijkse arbeidsduur, voor zover deze volgens de in alinea's 3 en 4 vastgestelde overlegprocedure worden bepaald en, aan het einde van de tijdens dit overleg overeengekomen periode, de wekelijkse arbeidsduur het gemiddelde van de in lid 1 vastgestelde grenzen niet overschrijdt.

De toepassingsmodaliteiten worden op het niveau van de onderneming vastgesteld, in overleg met de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, met het comité voor preventie en bescherming, of bij ontstentenis hiervan, met de vakbondsafvaardiging.

De modaliteiten kunnen verschillen naargelang het administratieve, technische of verkoopdiensten of diensten van de opslagplaatsen betreft.

Art. 3.Op 1 januari 2001 wordt de wekelijkse arbeidsduur op 35 uren gebracht met behoud van loon. Deze arbeidsduurvermindering wordt toegekend in de vorm van compensatiedagen.

Deze worden genomen in onderling akkoord volgens de aanvraagmodaliteiten van toepassing in het bedrijf inzake extra-legaal verlof. De arbeidsduurvermindering van 1 uur stemt overeen met 6 compensatiedagen op jaarbasis. De bedrijven die deze arbeidsduurvermindering op een andere wijze wensen door te voeren, doen dit na overleg op het vlak van het bedrijf.

Art. 4.In december mag de in artikelen 2 en 3 vastgestelde wekelijkse arbeidsduur op 39 uur worden gebracht. De uren die in december boven de in artikelen 2 en 3 vastgestelde wekelijkse arbeidsduur worden verricht, worden gecompenseerd volgens de modaliteiten die door de onderneming worden vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging.

Art. 5.De bepalingen van de artikelen 2 tot 4 doen geen afbreuk aan de toepassing van de artikelen 8 tot 11, noch van de bepalingen van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten.

Art. 6.Onverminderd de bepalingen van artikel 4, worden de overlonen voor overuren, vastgesteld bij artikel 29, § 1 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, betaald vanaf het 37e wekelijkse arbeidsuur.

Art. 7.Het personeel met uitzondering van de categorieën V, VI en VII dat vrijwillig zijn arbeidsprestaties wenst te herleiden tot 32 uur per week, kan dat doen onder de volgende voorwaarden : - prestaties gespreid over 4 of 5 dagen in functie van de locale werkorganisatie en in overleg met de locale syndicale afvaardiging; - loon aangepast aan 32 uren.

De ondernemingen verbinden zich ertoe de aldus vrijgekomen uren te compenseren door een verhoging van de interne contracten of door externe aanwervingen, na informatie van de locale syndicale afvaardigingen. HOOFDSTUK III. - Jaarlijks krediet van twaalf uren

Art. 8.Het jaarlijks urenkrediet, vastgesteld in artikel 4 van het besluit van de Regent van 29 maart 1949 tot regeling van de wekelijkse arbeidsduur van het in de kleinhandelsondernemingen tewerkgestelde personeel, wordt tot twaalf uren beperkt.

Art. 9.Deze twaalf uren worden betaald zonder overloon en worden niet gecompenseerd.

Art. 10.Het gebruik van het jaarlijks urenkrediet wordt als volgt vastgesteld : a) tien uren voor de opening van de traditionele winkels, dit wil zeggen met dienst, na achttien uur ter gelegenheid van belangrijke commerciële gebeurtenissen zoals : de feesten van de maand december, Pasen, Pinksteren, Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, Allerheiligen, koopjes, promoties;b) twee uren voor de inventarissen. De ondernemingen die geen gebruik maken van de in lid 1, a), bepaalde tien uren kunnen het kredietgedeelte voor de inventarissen opvoeren tot vier uren.

Art. 11.Het bij artikel 8 vastgestelde krediet van twaalf uren mag niet worden gebruikt voor werkzaamheden in verband met de verhuizing van afdelingen of voor veranderingen.

Het krediet mag ook niet worden gebruikt om de winkels open te houden na achttien uren dertig.

Deze grens mag echter worden overschreden ter gelegenheid van bijzondere regionale omstandigheden, na overleg met de vakbondsafvaardiging. HOOFDSTUK IV. - Vervangingsovereenkomsten

Art. 12.Wanneer de ondernemingen beslissen te voorzien in de vervanging van werknemers, zullen de vervangingscontracten, indien mogelijk, een minimumduur hebben van één maand. Ze zullen worden voorgesteld bij voorrang aan de deeltijdse werknemers van de onderneming, in de mate dat de uurroosters en de gevraagde kwalificaties voor de betrekking waarin de vervanging gebeurt, verzoenbaar zijn. HOOFDSTUK V. - Overeenkomsten van bepaalde duur

Art. 13.De ondernemingen kunnen verder gebruik maken van contracten voor bepaalde duur.

Daarvan kan evenwel slechts gebruik gemaakt worden nadat de mogelijkheden zijn uitgeput inzake vervangingscontracten en het aanbod tot prestatie van bijkomende uren zonder overloon krachtens het koninklijk besluit van 25 juni 1990 tot gelijkstelling van sommige prestaties van deeltijdse tewerkgestelde werknemers met overwerk. In dat geval zal de syndicale delegatie vóór het sluiten van een overeenkomst voor bepaalde duur worden geïnformeerd. De informatie zal onder meer slaan op : a) het feit dat de mogelijkheden van vervanging en het aanbod van bijkomende uren zijn uitgeput;b) de buitengewone toename van werk en/of de tijdelijke vervanging die het noodzakelijk maken een beroep te doen op een overeenkomst van bepaalde duur. HOOFDSTUK VI. - Minimale dagelijkse arbeidsduur

Art. 14.Vanaf 1 januari 2012 hebben de werknemers met 5 jaar anciënniteit in de onderneming een individueel recht op een minimale dagelijkse arbeidsduur van 4 uur. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 15.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de arbeidsduur wordt opgeheven op 1 januari 2012.

Art. 16.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2012. Ze is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezet mits naleving van een opzeggingstermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^