Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2000
gepubliceerd op 30 augustus 2000

Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving inzake justitie

bron
ministerie van justitie
numac
2000003479
pub.
30/08/2000
prom.
20/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/20/2000003479/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving inzake justitie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 24 maart 2000;

Gelet op de wet van ventôse jaar XI op het notarisambt, laatst gewijzigd bij de wetten van 4 mei 1999;

Gelet op de wet van 1 juni 1849 over de herziening der tarieven van gerechtskosten in strafzaken, laatst gewijzigd bij wet van 29 juli 1992;

Gelet op de wet van 31 augustus 1891 houdende tarificatie en invordering van de honoraria der notarissen, laatst gewijzigd bij wet van 22 juli 1893;

Gelet op de wet van 1919 waarbij aan de regering machtiging wordt verleend om aan de bepalingen betreffende de gerechtkosten in strafzaken en in handelzaken, wijzigingen toe te brengen;

Gelet op de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in het dragen van wapens en op de handel in munitie, laatst gewijzigd bij wet van 18 juli 1997;

Gelet op de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, laatst gewijzigd bij wet van 25 maart 1999;

Gelet op de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, laatst gewijzigd bij wet van 10 maart 1999;

Gelet op de wet van 22 december 1951 tot wijziging van de wet van 30 april 1851 op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het handelsfonds;

Gelet op de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen, laatst gewijzigd bij wet van 3 mei 1993;

Gelet op de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen;

Gelet op de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, laatst gewijzigd bij wet van 2 februari 1994;

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, laatst gewijzigd bij wet van 31 augustus 1998;

Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de faillissementswet van 8 augustus 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 1933 houdende het tarief van gerechtskosten in burgerlijke en handelszaken, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 juli 1972;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 september 1935 tot regeling van het examen waarbij de licentiaten in het notariaat in de gelegenheid gesteld worden te bewijzen dat zij in staat zijn de voorschriften van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken na te leven, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 9 februari 1979;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 1935 betreffende de organisatie en de controle van de boekhouding van notarissen laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 augustus 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1950 houdende het tarief van de honoraria der notarissen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 april 1983;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende op Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 juni 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1951 tot uitvoering van de wet van 22 december 1951 tot wijziging van de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het handelsfonds, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 augustus 1962;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1953 betreffende de toetreding tot de voorzorgskassen der advocaten, het pleidooizegel en de betaling van bijdragen;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1953 tot wederinstelling van het pleidooirecht, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 februari 1954;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 maart 1969 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten advocaten bij het Hof van Cassatie in de gelegenheid gesteld worden te voldoen aan het voorschrift van artikel 45, § 1, vierde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 1970 tot regeling van de examens waarbij de doctors in de rechten in de gelegenheid gesteld worden te voldoen aan het voorschrift van het eerste lid en het tweede lid van artikel 43quinquies, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 september 1974;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 1970 tot vaststelling van het tarief van de invorderbare kosten bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 december 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1971 houdende uitvoering van de wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 september 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juli 1972 betreffende het getuigengeld in burgerlijke zaken en de inning en teruggave van de voorschotten bedoeld in artikel 953, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 december 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, gewijzigd bij koninklijk besluit van 18 mei 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 september 1987 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten voor het ambt van griffier, opsteller en beambte bij een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de bepalingen na te komen van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 januari 1989 tot regeling van de examens waarbij kandidaat werkende of plaatsvervangende rechters in sociale en in handelszaken in de gelegenheid gesteld worden te voldoen aan het voorschrift van de wet van 15 mei 1987 tot wijziging van artikel 206 van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 1991 (I) ter uitvoering van artikel 36 van de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 op de openbaarmaking van akten en stukken van vennootschappen en ondernemingen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 november 1993 tot bepaling van de eisen inzake taalkennis en tot regeling van de taalexamens voor de kandidaten voor het ambt van gerechtsdeurwaarder;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1994 betreffende de Europese vuurwapenpassen;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 maart 1996 betreffende het recht op vergoeding voor het kopiëren voor eigen gebruik voor de auteurs, de uitvoerende kunstenaars en de producenten van fonogrammen en van audiovisuele werken;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 september 1997 tot bepaling van het bedrag van de rechten en retributies die geheven worden met toepassing van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 8 december 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot regeling van de examens waarbij aan doctors en licentiaten in de rechten de mogelijkheid wordt geboden te voldoen aan de bepalingen van artikel 43sexies, tweede en derde lid, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van curatoren;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1998 tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot de gegevens betreffende bekendgemaakte protesten van handelspapier;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 december 1999 tot bepaling van de methode voor de berekening van de bijdrage van de professionele vennootschappen van notarissen aan het notarieel fonds;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 juni 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 juni 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling die door de volgende omstandigheden wordt gemotiveerd : « In tegenstelling tot wat de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zou kunnen doen vermoeden (in regel 1 januari 2002, hetzij binnen 18 maanden), is de uitvaardiging en de publicatie van de teksten bijzonder dringend; het is van het hoogste belang dat deze teksten snel officieel worden meegedeeld en de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2000.

De dringende termijn van drie dagen moet mogelijk maken dat de koninklijke besluiten in de eerste helft van juli ondertekend worden.

De strikte eerbiediging van deze termijn heeft, wat betreft de koninklijke besluiten die in hoofde van de wetten betreffende de invoering van de euro worden genomen, het voordeel dat het Parlement in staat wordt gesteld om de controle uit te oefenen die in het kader van de toekenning van de machtsdelegatie werd overeengekomen.

Er moet ook voor ogen worden gehouden dat het belangrijk is dat de bepalingen op gegroepeerde wijze worden uitgevaardigd. Dit ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Wat de overheidsbesturen betreft laat de eerbiediging van de limietdatum van 1 augustus 2000 nog een termijn van 250 werkdagen.

Deze termijn is strikt noodzakelijk om de voorbereidende werkzaamheden op het gebied van de regelgeving tot een goed einde te brengen (er moeten nog een aantal ministeriële besluiten worden gewijzigd en vervolgens moeten ook tal van formulieren opnieuw worden gedrukt).

Hetzelfde geldt voor de informatica waar de eindtesten voorzien zijn voor juli 2001. Rekening gehouden met deze zeer strakke planning is elke vertraging nadelig voor het goede verloop van de werkzaamheden en de budgettaire kostprijs ervan. In geen geval kan overwogen worden deze testen uit te stellen zonder het risico te lopen alle controle over het goede verloop van de overschakeling door de overheidsbesturen te verliezen.

De voor de goedkeuring van de teksten voorziene limietdatum mag niet worden verschoven. Opdat alle door hen door te voeren aanpassingen in goede voorwaarden zouden gebeuren hebben de informaticadiensten geëist dat alle functionele beslissingen vóór 31 december 1999 zouden genomen worden. Deze diensten zijn reeds in grote mate overgegaan tot de decimalisering die wordt toegestaan door de wet betreffende de decimalisering en zijn dus met de functionele aanpassingen van hun programma's kunnen beginnen. Ze moeten echter nog op korte termijn kunnen beschikken over de bepalingen ter wijziging van wetten en besluiten om een veelheid van bedragen aan te passen. Het strakke tijdschema vereist bovendien dat deze aanpassingen gebeuren op basis van officiële en definitieve beslissingen.

Zo voorziet de planning van de administratie van Financiën dat de informaticadiensten ten laatste in augustus eerstkomend over de nieuwe bedragen moeten kunnen beschikken om de gewenste aanpassingen tegen 1 juni 2001 te kunnen realiseren. Deze fase berust zelf op een voorafgaande aaneenschakeling van andere onontbeerlijke fasen, onder meer op een precieze diagnose van de uit te voeren werkzaamheden en de te besteden middelen.

Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat de voorziene bepalingen enkel aanpassingen van wetten en koninklijke besluiten inhouden. Dit betekent dus dat deze moeten worden gevolgd door een aanpassing van de ministeriële besluiten; dit zou vóór eind 2000 moeten gebeuren.

Na deze aanpassingen van de regelgeving zullen zoals vermeld in 2001 de aanpassingen van de formulieren en de informatiedocumenten volgen.

Ook de ondernemingen en hun professionele tussenpersonen (sociale secretariaten, boekhouders, administratiekantoren, fiscale dienstverleners enz.) dienen zonder verwijl te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens om met kennis van zaken hun programma's aan de euro aan te passen. Het is bijzonder wenselijk dat hun overgang in belangrijke mate per 1 januari 2001 gebeurt, zoniet zal de grote massa van ondernemingen haar eigen overgang uitstellen tot 1 januari 2002.

Dit zou zeer ongunstig zijn voor het beheer van de ondernemingen en daardoor ook voor de overgang van alle economische sectoren.

Naarmate de vervaldag steeds dichter bij komt ( op 1 juli 2000 nog 125 werkdagen) riskeren de ondernemingen die niet over de nodige informatie beschikken bij gebrek aan voldoende manoeuvreerruimte hun beslissing om op de euro over te stappen uit te stellen.

Elke vertraging bij de ondertekening van deze besluiten heeft dus voor de ondernemingen een negatieve weerslag en verder uitstel van de publicatie van de besluiten kan vele projecten in gevaar brengen. »;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 juli 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijziging van reglementaire bepalingen Afdeling 1. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 24 mei 1933

houdende het tarief van gerechtskosten in burgerlijke en handelszaken

Artikel 1.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 mei 1933 houdende het tarief van gerechtskosten in burgerlijke en handelszaken die hieronder worden aangeduid, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen

Art. 32.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 33.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^