Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2000
gepubliceerd op 30 augustus 2000

Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving die ressorteert onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2000003488
pub.
30/08/2000
prom.
20/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/20/2000003488/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving die ressorteert onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, kadert in de definitieve overgang van België naar de eenheidsmunt euro.

Onderhavig koninklijk besluit wijzigt geen wetteksten, zoals dit mogelijk was op grond van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet of van de wet van 30 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, maar enkel een aantal gewone koninklijke besluiten of besluiten van de Regent die onder de bevoegdheid ressorteren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

De Raad van State is van oordeel dat het gebruik van enkelvoudige tweetalige tabellen ongepast is, wat een systeem met tweevoudige tabellen zou opleggen, een tabel in het Nederlands en eenzelfde in het Frans. De wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen legt zulke verplichting niet op. De wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966 doen dat evenmin. Een lay-out van de bepalingen met een enkele tweetalige tabel is trouwens bijzonder goed leesbaar. Met name in de bepalingen zelf van de wetten en besluiten betreffende de organieke personeelsformaties van de magistraten en het personeel van hoven en rechtbanken en de begrotingswetten worden enkelvoudige tweetalige tabellen gebruikt. Het komt derhalve redelijk voor dat de Regering een gebruik in praktijk brengt dat de Wetgevende Macht en de Uitvoerende Macht reeds vele jaren toepassen.

Commentaar van de artikelen Artikel 1 De aanpassingen betreffen het koninklijk besluit van 10 augustus 1987 tot vaststelling van de hoegrootheid en van de wijze van betaling van het bedrag dat de vervoerders ingevolge artikel 74/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in consignatie dienen te geven.

Het te wijzigen bedrag van 100.000 BEF heeft betrekking op administratieve geldboeten die kunnen opgelegd worden. Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht dit bedrag af te ronden op 2.500 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Artikel 2 De aanpassingen betreffen het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten, bedoeld in artikel 74/4, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Het te wijzigen bedrag van 1.200 BEF heeft betrekking op administratieve geldboeten die kunnen opgelegd worden. Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht dit bedrag af te ronden op 30 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Artikel 3 De aanpassingen betreffen het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de wijze van consignatie en van betaling van de administratieve geldboete bedoeld bij artikel 74/4 bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Het te wijzigen bedrag van 150.000 BEF heeft betrekking op administratieve geldboeten die kunnen opgelegd worden. Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht dit bedrag af te ronden op 3.750 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Artikel 4 De aanpassingen betreffen het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State.

De te wijzigen bedragen van 7.000 BEF en 5.000 BEF hebben betrekking op de betaling van een recht bij de indiening van verzoekschriften bij de afdeling administratie van de Raad van State. Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht deze bedragen af te ronden op 175 EUR en 125 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Artikel 5 De aanpassing heeft betrekking op het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit.

De vermelding « in Belgische frank » wordt vervangen door de vermelding « in euro ».

Artikelen 6 tot 8 De aanpassingen betreffen het koninklijk besluit van 10 december 1998 tot vaststelling van de modaliteiten inzake het registreren van de identiteit van de natuurlijke personen die giften doen van 5.000 F en meer aan politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen, en tot bepaling van de formaliteiten voor het indienen van de desbetreffende jaaroverzichten.

Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht de bedragen van 5.000 BEF af te ronden op 125 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Artikel 9 In de nota bij de bijlage van het koninklijk besluit van 10 december 1998 tot vaststelling van de modaliteiten inzake het registreren van de identiteit van de natuurlijke personen die giften doen van 5.000 BEF en meer aan politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen, en tot bepaling van de formaliteiten voor het indienen van de desbetreffende jaaroverzichten, worden in punt (8) de woorden « in Belgische franken » vervangen door de woorden « in euro ».

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

20 JULI 2000. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving die ressorteert onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, laatst gewijzigd bij de wet van 25 mei 1999;

Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, laatst gewijzigd bij de wet van 29 april 1999;

Gelet op het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 februari 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1987 tot vaststelling van de hoegrootheid en van de wijze van betaling van het bedrag dat de vervoerders ingevolge artikel 74/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in consignatie dienen te geven;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1993 tot bepaling van de nadere regels voor de terugbetaling van de kosten, bedoeld in artikel 74/4, tweede lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 april 1995 tot vaststelling van de wijze van consignatie en van betaling van de administratieve geldboete bedoeld bij artikel 74/4bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juni 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 juni 2000;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid die gemotiveerd is door de volgende beschouwingen. In tegenstelling tot wat de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zou kunnen doen vermoeden (in regel 1 januari 2002, hetzij binnen 18 maanden), is de uitvaardiging en de publicatie van de teksten bijzonder dringend; het is van het hoogste belang dat deze teksten snel officieel worden meegedeeld en de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2000.

De dringende termijn van drie dagen moet mogelijk maken dat de koninklijke besluiten in de eerste helft van juli ondertekend worden.

De strikte eerbiediging van deze termijn heeft, wat betreft de koninklijke besluiten die in hoofde van de wetten betreffende de invoering van de euro worden genomen, het voordeel dat het Parlement in staat wordt gesteld om de controle uit te oefenen die in het kader van de toekenning van de machtsdelegatie werd overeengekomen.

Er moet ook voor ogen worden gehouden dat het belangrijk is dat de bepalingen op gegroepeerde wijze worden uitgevaardigd. Dit ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Wat de overheidsbesturen betreft laat de eerbiediging van de limietdatum van 1 augustus 2000 nog een termijn van 250 werkdagen.

Deze termijn is strikt noodzakelijk om de voorbereidende werkzaamheden op het gebied van de regelgeving tot een goed einde te brengen (er moeten nog een aantal ministeriële besluiten worden gewijzigd en vervolgens moeten ook tal van formulieren opnieuw worden gedrukt).

Hetzelfde geldt voor de informatica waar de eindtesten voorzien zijn voor juli 2001. Rekening gehouden met deze zeer strakke planning is elke vertraging nadelig voor het goede verloop van de werkzaamheden en de budgettaire kostprijs ervan. In geen geval kan overwogen worden deze testen uit te stellen zonder het risico te lopen alle controle over het goede verloop van de overschakeling door de overheidsbesturen te verliezen.

De voor de goedkeuring van de teksten voorziene limietdatum mag niet worden verschoven. Opdat alle door hen door te voeren aanpassingen in goede voorwaarden zouden gebeuren hebben de informaticadiensten geëist dat alle functionele beslissingen vóór 31 december 1999 zouden genomen worden. Deze diensten zijn reeds in grote mate overgegaan tot de decimalisering die wordt toegestaan door de wet betreffende de decimalisering en zijn dus met de functionele aanpassingen van hun programma's kunnen beginnen. Ze moeten echter nog op korte termijn kunnen beschikken over de bepalingen ter wijziging van wetten en besluiten om een veelheid van bedragen aan te passen. Het strakke tijdschema vereist bovendien dat deze aanpassingen gebeuren op basis van officiële en definitieve beslissingen.

Zo voorziet de planning van de administratie van Financiën dat de informaticadiensten ten laatste in augustus eerstkomend over de nieuwe bedragen moeten kunnen beschikken om de gewenste aanpassingen tegen 1 juni 2001 te kunnen realiseren. Deze fase berust zelf op een voorafgaande aaneenschakeling van andere onontbeerlijke fasen, onder meer op een precieze diagnose van de uit te voeren werkzaamheden en de te besteden middelen.

Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat de voorziene bepalingen enkel aanpassingen van wetten en koninklijke besluiten inhouden. Dit betekent dus dat deze moeten worden gevolgd door een aanpassing van de ministeriële besluiten; dit zou vóór eind 2000 moeten gebeuren.

Na deze aanpassingen van de regelgeving zullen zoals vermeld in 2001 de aanpassingen van de formulieren en de informatiedocumenten volgen.

Ook de ondernemingen en hun professionele tussenpersonen (sociale secretariaten, boekhouders, administratiekantoren, fiscale dienstverleners, enz.) dienen zonder verwijl te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens om met kennis van zaken hun programma's aan de euro aan te passen. Het is bijzonder wenselijk dat hun overgang in belangrijke mate per 1 januari 2001 gebeurt, zoniet zal de grote massa van ondernemingen haar eigen overgang uitstellen tot 1 januari 2002.

Dit zou zeer ongunstig zijn voor het beheer van de ondernemingen en daardoor ook voor de overgang van alle economische sectoren.

Naarmate de vervaldag steeds dichterbij komt (op 1 juli 2000 nog 125 werkdagen) riskeren de ondernemingen die niet over de nodige informatie beschikken bij gebrek aan voldoende manoeuvreerruimte hun beslissing om op de euro over te stappen uit te stellen.

Elke vertraging bij de ondertekening van deze besluiten heeft dus voor de ondernemingen een negatieve weerslag en verder uitstel van de publicatie van de besluiten kan vele projecten in gevaar brengen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 juli 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van verordeningsbepalingen Afdeling 1. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 10 augustus

1987 tot vaststelling van de hoegrootheid en van de wijze van betaling van het bedrag dat de vervoerders ingevolge artikel 74/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in consignatie dienen te geven

Artikel 1.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 augustus 1987 tot vaststelling van de hoegrootheid en van de wijze van betaling van het bedrag dat de vervoerders ingevolge artikel 74/3 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in consignatie dienen te geven die hieronder worden aangeduid, wordt het in frank uitgedrukte bedrag dat in de tweede kolom van de volgende tabel wordt vermeld, vervangen door het in euro uitgedrukte bedrag van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.In de nota bij de bijlage van het koninklijk besluit van 10 december 1998 tot vaststelling van de modaliteiten inzake het registreren van de identiteit van de natuurlijke personen die giften doen van 5.000 F en meer aan politieke partijen en hun componenten, lijsten, kandidaten en politieke mandatarissen, en tot bepaling van de formaliteiten voor het indienen van de desbetreffende jaaroverzichten, worden in punt (8) de woorden « in Belgische franken » vervangen door de woorden « in euro ». HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 11.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^