Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2005
gepubliceerd op 07 september 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2005014125
pub.
07/09/2005
prom.
20/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/20/2005014125/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wijzigt de artikelen 61, tweede lid, 62, § 1 en § 2 en 71, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.

Het besluit voorziet in de afschaffing van het gebruik van de fiscale zegel ter vereffening van de retributies verschuldigd bij de aanvraag van een rijbewijs, een voorlopig rijbewijs, een leervergunning en een internationaal rijbewijs enerzijds en, bij het verzoekschrift aan de beroepscommissie en de inschrijving voor het examen tot herstel in het recht tot sturen anderzijds.

Deze nieuwe reglementering is tot stand gekomen op basis van een gemeenschappelijk overleg tussen de Minister van Mobiliteit, de Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, de Minister van Buitenlandse Zaken en het Staatssecretariaat voor Administratieve Vereenvoudiging.

Ook de vertegenwoordigers van de Vlaamse, de Waalse en de Brusselse steden en gemeenten werden betrokken bij dit overleg.

Het advies van de Raad van State van 5 juli 2005 - die zich in het kader van het verzoek om spoedbehandeling beperkte tot het onderzoek van de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de akte en de vormvereisten - werd gevolgd.

De ingeroepen hoogdringendheid wordt gemotiveerd door de omstandigheid dat het voor de steden en de gemeenten - die belast zijn met de uitreiking en het beheer van de rijbewijzen - van het grootste belang is dat zij zo snel mogelijk maatregelen kunnen nemen noodzakelijk voor de toepassing van de nieuwe betalingsmodaliteiten op 1 januari 2006.

Deze voorbereidingen kunnen enkel worden getroffen nadat de steden en de gemeenten kennis hebben genomen van de reglementering die de nieuwe betalingsmodaliteiten en procedure vastlegt.

Bespreking van de artikelen Artikel 1 Dit artikel schaft het gebruik van plakzegels van het type dat is voorgeschreven voor de inning van zegelrechten af als betalingswijze van de retributie verschuldigd bij de aanvraag van een rijbewijs, een voorlopig rijbewijs, een leervergunning en een internationaal rijbewijs alsook bij het verzoekschrift aan de beroepscommissie en wijst de bevoegdheid tot bepaling van de nieuwe betalingswijze toe aan de Minister bevoegd voor de verkeersveiligheid.

Een ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Minister bepaalt dat, vanaf 1 januari 2006, de aanvraag van een rijbewijs, een voorlopig rijbewijs, een leervergunning en een internationaal rijbewijs wordt betaald in contanten, door middel van overschrijving of elektronische betaling, alsook dat het verzoekschrift aan de beroepscommissie en het inschrijvingsrecht voor het examen tot herstel in het recht tot sturen worden betaald door middel van overschrijving op een rekeningnummer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.

Artikel 2 Artikel 62 bepaalt dat de gemeenten, voor de door hen waargenomen verrichtingen van uitreiking en beheer van het rijbewijs, een vergoeding van 3,75 EUR per afgegeven rijbewijsdocument vanwege de federale overheid ontvangen.

Een ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Minister bepaalt dat - waar de gemeenten tot op heden deze retributies jaarlijks konden « terugvorderen » op basis van een schuldvorderingsstaat - deze vergoeding meteen zal kunnen worden ingehouden. De door de gemeenten ingehouden sommen zullen nadien worden gecontroleerd aan de hand van de gegevens uit het centraal bestand van de rijbewijzen, het gemeentelijk register en een verantwoordingsstaat. Daarmee beschikken de gemeenten voortaan onmiddellijk over de hun toegekende vergoedingen.

Artikel 3 Dit artikel voorziet eveneens in de afschaffing van de fiscale zegels als betalingswijze voor de retributie verschuldigd bij de inschrijving voor het examen tot herstel in het recht tot sturen.

Een ontwerp van uitvoeringsbesluit van de Minister legt de nieuwe betalingswijze voor deze retributie vast. Het inschrijvingsrecht zal betaald worden door middel van overschrijving op een rekening van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, zoals voorzien voor het verzoekschrift aan de beroepscommissie.

Artikel 4 Volgens deze bepaling treedt dit besluit in werking op 1 januari 2006.

Daarmee wordt rekening gehouden met de noodzakelijke voorbereidingstijd, welke de steden en de gemeenten - die belast zijn met de afgifte en het beheer van de rijbewijzen - nodig hebben om de nieuwe betalingswijze(n) te organiseren.

Artikel 5 Dit artikel bepaalt dat de Minister tot wiens bevoegdheid de verkeersveiligheid behoort, belast is met de uitvoering van dit besluit.

Dit artikel wordt geconcretiseerd in het ontwerp van ministerieel besluit tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies.

Dit is het voorwerp van besluit dat aan de handtekening van Uwe Majesteit voorgelegd wordt.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

20 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 5 augustus 2003, artikel 26, vervangen bij de wet van 9 juli 1976, artikel 27, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet 18 juli 1990 en artikel 47, vervangen bij de wet van 9 juli 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, inzonderheid op artikel 61, tweede lid, artikel 62, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en artikel 71, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 februari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 15 juni 2005;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, de Ministerraad van 13 mei 2005 heeft beslist dat de afschaffing van de fiscale zegels voor de rijbewijzen in werking treedt op 1 januari 2006.

Het is van het grootste belang voor de steden en de gemeenten - die belast zijn met de uitreiking en het beheer van de rijbewijzen - dat zij zo snel mogelijk maatregelen kunnen nemen noodzakelijk voor de toepassing van de nieuwe betalingsmodaliteiten binnen hun diensten.

Deze voorbereidingen kunnen enkel worden getroffen nadat de steden en de gemeenten kennis hebben genomen van de reglementering die de nieuwe betalingsmodaliteiten en procedure vastlegt;

Gelet op het advies nr. 38.664/4 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2005, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 61, tweede lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, wordt vervangen als volgt : « De Minister bepaalt de betalingswijze van deze retributies. »

Art. 2.In artikel 62 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Aan de gemeenten wordt per afgegeven document een som van 3,75 EUR toegekend, overeenkomstig de door de Minister bepaalde regels.»; 2° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2 De in artikel 7 bedoelde overheid deelt aan de Minister of zijn gemachtigde het aantal voorlopige rijbewijzen, leervergunningen, rijbewijzen en duplicaten van deze documenten mee alsmede het aantal internationale rijbewijzen, die zij afgegeven heeft, met vermelding van de nummers van voormelde documenten. Aan die lijst voegt zij de onbruikbaar geworden rijbewijzen, internationale rijbewijzen, voorlopige rijbewijzen en leervergunningen toe. »

Art. 3.In artikel 71, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 14 december 2001, worden de woorden « dat door de kandidaat wordt gekweten bij middel van plakzegels van het type zoals voorgeschreven bij de heffing van zegelrechten » vervangen door de woorden « overeenkomstig de door de Minister bepaalde betalingswijze ».

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 5.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de verkeersveiligheid behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^