Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 21 augustus 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in de autonome revalidatiecentra

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012221
pub.
21/08/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997012221/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in de autonome revalidatiecentra (1)


MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in de autonome revalidatiecentra (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheids-inrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden in de autonome revalidatiecentra.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1996 Arbeids- en loonvoorwaarden in de autonome revalidatiecentra (Overeenkomst geregistreerd op 26 maart 1996 onder het nummer 41270/CO/305.02) HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de revalidatiecentra die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

De revalidatiecentra die een dienst uitmaken van een ziekenhuis of een opvoedingsinstelling en alsdusdanig onder de beheersverantwoordelijkheid van dit ziekenhuis of opvoedingsinstelling vallen, zijn uitgesloten van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 2.Ingevolge de wijzigingsclausule van 6 april 1995 gesloten tussen de organisaties die de verzorgingsinstellingen vertegenwoordigen en de Minister van Sociale Zaken en slaande op het sociaal akkoord van 4 juli 1991 dienen alle bestaande loonschalen voor de revalidatiecentra vermeld in artikel 1 te worden aangepast. HOOFDSTUK II. - Revalidatiecentra voorheen niet-geconventioneerd met het Rijksfonds (RSRMV), maar wel verbonden door een RIZIV-conventie op de toepassingsdatum van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 3.De loonschalen, zoals bepaald in hun conventie en ten laatste afgesloten op de ingangsdatum van deze collectieve arbeidsovereenkomst met het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV worden vanaf 1 augustus 1994 met 2 pct. en vanaf 1 augustus 1995 met 0,5 pct. verhoogd. De verhoging van 2 pct. wordt op het niveau van de instelling werkelijk uitbetaald vanaf 1 november 1995, terwijl het bedrag wegens terugwerkende kracht - voor de periode 1 augustus 1994 tot 31 oktober 1995 - in een éénmalige geïndividualiseerde premie per werknemer wordt uitbetaald.

Ook de verhoging van de 0,5 pct. wordt werkelijk uitbetaald vanaf 1 november 1995, terwijl het bedrag wegens terugwerkende kracht - voor de periode 1 augustus 1995 tot 31 oktober 1995 - in een éénmalige geïndividualiseerde premie per werknemer wordt uitbetaald.

Dit bedrag wegens terugwerkende kracht wordt aan de werknemers effectief uitbetaald vóór 30 november 1995. HOOFDSTUK III. - Revalidatiecentra voorheen geconventioneerd met het Rijksfonds (RSRMV)

Art. 4.1. De loonschalen zoals voorzien in Hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1992, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot vaststelling van de loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 april 1994 (Belgisch Staatsblad van 14 juni 1994) en zoals aangepast in Hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993, gesloten in hetzelfde paritair subcomité, betreffende de loonvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 november 1994 (Belgisch Staatsblad van 23 februari 1995), worden vanaf 1 augustus 1994 met 2 pct.en vanaf 1 augustus 1995 met 0,5 pct. verhoogd.

De verhoging van 2 pct. wordt op het niveau van de instelling werkelijk uitbetaald vanaf 1 november 1995, terwijl het bedrag wegens terugwerkende kracht - voor de periode 1 augustus 1994 tot 31 oktober 1995 - in een éénmalige geïndividualiseerde premie per werknemer wordt uitbetaald.

Ook de verhoging van de 0,5 pct. wordt werkelijk uitbetaald vanaf 1 november 1995, terwijl het bedrag wegens terugwerkende kracht - voor de periode 1 augustus 1995 tot 31 oktober 1995 - in een éénmalige geïndividualiseerde premie per werknemer wordt uitbetaald.

Dit bedrag wegens terugwerkende kracht wordt aan de werknemers effectief uitbetaald vóór 30 november 1995. 2. Deze nieuwe loonschalen van toepassing vanaf 1 augustus 1994 zijn vervat in bijlage 1 A en de loonschalen van toepassing vanaf 1 augustus 1995 zijn vervat in bijlage 1 B van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen aan de collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 december 1994, waardoor de arbeids- en loonvoorwaarden, het gewaarborgd minimumloon en de haard- of standplaatsvergoeding, op het niveau van de ziekenhuissector werden gebracht

Art. 5.1. De loonschalen, de grensbedragen voor de berekening van de haard- of standtoelage, alsook het gewaarborgd minimumloon op 21 jaar zoals voorzien in de respectievelijke collectieve arbeidsovereenkomsten van 15 december 1994, worden vanaf 1 augustus 1994 met 2 pct. en vanaf 1 augustus 1995 met 0,5 pct. verhoogd.

De verhoging van 2 pct. wordt op het niveau van de instelling werkelijk uitbetaald vanaf 1 april 1996, terwijl het bedrag wegens terugwerkende kracht - voor de periode 1 augustus 1994 tot 31 maart 1996 - in een éénmalige geïndividualiseerde premie per werknemer wordt uitbetaald.

Ook de verhoging van de 0,5 pct. wordt werkelijk uitbetaald vanaf 1 april 1996, terwijl het bedrag wegens terugwerkende kracht - voor de periode 1 augustus 1995 tot 31 maart 1996 - in een éénmalige geïndividualiseerde premie per werknemer wordt uitbetaald.

Dit bedrag wegens terugwerkende kracht wordt aan de werknemers effectief uitbetaald op het ogenblik dat de nieuwe en verhoogde dagforfaitprijs per patiënt, bedoeld in artikel 27 van de hogergenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1994, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, aan de werkgever van het revalidatiecentrum effectief uitbetaald is. 2. Deze nieuwe loonschalen van toepassing vanaf 1 augustus 1994 zijn vervat in bijlage 2 A en de loonschalen van toepassing vanaf 1 augustus 1995 zijn vervat in bijlage 2 B van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Het betreft jaarlijkse basisbedragen per anciënniteitsjaar. Elke conventionele aanpassing van de jaarlijkse basisbedragen wordt berekend op deze die op de datum van de conventionele aanpassingen van toepassing zijn.

Bij de vaststelling ervan worden alle decimalen verwaarloosd, zonder enige afronding. 3. Ingevolge de verhogingen vermeld in 1 wordt het gewaarborgd minimumloon op 21 jaar op een jaarlijks basisbedrag gebracht van 511.230 F vanaf 1 augustus 1994 en van 513.786 F vanaf 1 augustus 1995. 4. Ingevolge de verhoging vermeld in 1 worden de grensbedragen voor de berekening van de haard- of standplaatstoelage vanaf 1 augustus 1994 vastgesteld op de jaarlijkse basisbedragen van 635.870 F en 724.932 F en vanaf 1 augustus 1995 op 639.049 F en 728.556 F. 5. Alle bedragen vermeld in de 3 en 4 zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 102,02 (1988).

Art. 6.1. Artikel 12, laatste alinea, van de genoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1994, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, wordt vanaf 1 augustus 1994 als volgt gewijzigd : « - De loonschaal 1.35 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van kinderverzorger en sanitaire helper. ». 2. Artikel 18, eerste alinea van de genoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1994, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, wordt vanaf 1 augustus 1994 als volgt gewijzigd : « - De loonschaal 1.35 wordt toegekend aan de titularissen van de graad van opvoeder, houder van een diploma van het lager secundair algemeen of technisch onderwijs en aan de houder van een diploma van het hoger secundair beroepsonderwijs. ». HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 februari 1996. Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^