Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 13 augustus 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de vorming en tewerkstelling van werknemers uit risicogroepen en personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012254
pub.
13/08/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997012254/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de vorming en tewerkstelling van werknemers uit risicogroepen en personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 60 van 20 december 1994, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen en de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 1995, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de vorming en tewerkstelling van werknemers uit risicogroepen en personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het wasserij-, ververijen ontvettingsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1995 Vorming en tewerkstelling van werknemers uit risicogroepen en personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is (Overeenkomst geregistreerd op 24 mei 1995 onder het nummer 37874/CO/110)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf.

Art. 2.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de tewerkstelling en vorming van het personeel aangeworven uit "risicogroepen" en "de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is" tussen de werkzoekenden te bevorderen. Er zal daartoe 0,15 pct. van de loonmassa besteed worden in 1995 en van 0,20 pct. van de loonmassa in 1996.

De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de nodige acties te ontwikkelen gericht naar de toepassing van het centraal akkoord 1995 - 1996..

Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

Art. 3.In de tewerkstellingsovereenkomsten waaraan vervangingsplicht verbonden is wordt prioritair personeel aangeworven uit de risicogroepen en de personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is, zoals bepaald in het centraal akkoord 1995 - 1996.

Daartoe worden de collectieve arbeidsovereenkomsten van 16 maart 1995 gesloten inzake brugpensioen (verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993), invoering van het brugpensioen op 55 jaar in uitvoering van het centraal akkoord, het halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar en loopbaanonderbreking, die voldoen aan die voorwaarden.

Art. 4.De beschikkingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 maart 1983, gesloten in het voornoemd paritair comité, betreffende de aanwending van de bijkomende loonmatiging voor de tewerkstelling, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 juli 1983 (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1983), aangevuld met de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 1985, betreffende de bijkomende tewerkstelling en deze van 5 mei 1987, betreffende de tewerkstelling, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 25 september 1985 (Belgisch Staatsblad van 26 oktober 1985) en 16 oktober 1987 (Belgisch Staatsblad van 7 november 1987), verlengd tot 31 december 1992 door een collectieve arbeidsovereenkomst van 7 februari 1991, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 mei 1992 (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1992), verlengd tot 31 december 1994 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1994 (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1994), worden verlengd tot 31 december 1996.

Art. 5.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe een controle uit te oefenen bij middel van de beperkte werkgroep in de schoot van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, die de opvolging van de tewerkstellingsakkoorden controleert en tevens driemaandelijks de aanwervingen uit de risicogroepen evalueert.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, betreffende de vorming en de tewerkstelling van werknemers uit risicogroepen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1994, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1994.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^