Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 13 september 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven ten voordele van werknemers uit de risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012267
pub.
13/09/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997012267/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven ten voordele van werknemers uit de risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven ten voordele van werknemers uit de risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 Vormings- en tewerkstellingsinitiatieven ten voor dele van werknemers uit de risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 1995 onder het nummer 38488/CO/120)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoedonder nemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, mits uitzondering van de N.V. Hoechst-Celanese.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van punt II van het in terprofessioneel akkoord 1995-1996 met betrekking tot inspanningen ten gunste van de tewerkstelling en opleiding van werkzoekenden en laaggeschoolde werknemers en eveneens in uitvoering van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de uitvoering van het centraal akkoord voor de jaren 1995-1996, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 februari 1996.

Art. 3.De werkgevers zijn voor het jaar 1995 een inspanning van 0,15 pct. en voor het jaar 1996 een inspanning van 0,20 pct. verschuldigd berekend op grond van het volledig loon van de werknemers-arbeiders, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, aan het Waarborg- en Sociaal Fonds uit de textiel- en breigoednijverheid.

Deze bijdragen zijn om het kwartaal verschuldigd en worden door het Waarborg- en Sociaal Fonds geïnd en op de bestaande sectie Opleiding gestort.

Art. 4.Partijen komen overeen om voor de periode van 1995-1996 de opbrengst van deze respectieve lijk 0,15 pct. - 0,20 pct. bijdrage aan te wenden voor : - de dekking van de werkingskosten van de sectoriële opleidingscentra COBOT en CEFRET. De opleidingsprojecten die door deze centra zullen worden uitgevoerd worden goedgekeurd in de schoot van het directiecomitee van COBOT en CEFRET. - de verderzetting van het jongerenproject, dit wil zeggen de opleiding van jongeren tussen 16 en 18 jaar in het kader van het industrieel leerlingwezen tijdens het schooljaar 1995-1996 en 1996-1997.

Art. 5.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst en naar de geest van de bepalingen van het interprofessioneel akkoord op dit vlak, verstaan de partijen onder risicogroepen : - de werknemers uit de textiel- en breigoedsector die zonder bij- of herscholing het risico lopen langdurig werklozen te worden; - de werknemers die door herstrukturering of door sluiting van hun onderneming hun werk verliezen en die zonder bij- of herscholing het risico lopen langdurig werkloos te worden; - de werknemers die gedurende een lange periode getroffen zijn door tijdelijke werkloosheid; - de jongeren tussen 16 en 18 jaar uit het deeltijds onderwijs die een industriële leerovereenkomst in de textiel- en breigoedsector sluiten.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

Zij kan worden opgezegd op vraag van een van de partijen mits een opzeggingstermijn van 8 dagen gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de tex tielnijverheid en het breiwerk voor 30 november 1996.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking onder de opschortende voor waarde dat de in deze collectieve arbeidsovereen komst voor ziene inspanningen voor de jaren 1995 en 1996 door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid als aanvaarde inspanningen bevonden worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^