Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 2016
gepubliceerd op 09 juni 2016

Koninklijk besluit tot aanwijzing van leden van de adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie, zoals bedoeld in artikel 478bis van het Gerechtelijk Wetboek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2016009243
pub.
09/06/2016
prom.
20/05/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 2016. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van leden van de adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie, zoals bedoeld in artikel 478bis van het Gerechtelijk Wetboek


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, het artikel 478bis, § 2, eerste lid, 6° en 7° en § 3, tweede lid;

Overwegende dat in het Belgisch Staatsblad van 17 maart 2015 en 17 augustus een oproep tot kandidaten voor het lidmaatschap van de adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie werd bekendgemaakt wegens het verstrijken van de mandaten;

Overwegende dat de heer Rauws Wilfried zijn kandidatuurstelling heeft ingediend aangaande de oproep tot aanwijzing als houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap;

Overwegende dat betrokkene de enige kandidaat is voor deze functie;

Overwegende dat de heer Rauws Wilfried, hoogleraar en decaan aan de faculteit recht en criminologie aan de "Vrije Universiteit Brussel » is;

Overwegende dat de heer van Drooghenbroeck Jean-François zijn kandidatuurstelling heeft ingediend aangaande de oproep tot aanwijzing als houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Franse Gemeenschap;

Overwegende dat betrokkene de enige kandidaat is voor deze functie;

Overwegende dat de heer van Drooghenbroeck Jean-François, hoogleraar is aan de "Université Catholique de Louvain" en ingevolge zijn ervaring als uittredend lid een bijkomende meerwaarde kan inbrengen;

Overwegende dat het bijgevolg gerechtvaardigd is de heren Rauws Wilfried en van Drooghenbroeck Jean-François aan te wijzen als gewone leden van deze commissie;

Overwegende dat de heren van Drooghenbroeck Jean-François en Vanbrabant Bernard, gekandideerd hebben voor de functie van plaatsvervangend lid als houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Franse Gemeenschap;

Overwegende dat de heer van Drooghenbroeck Jean-François reeds voorgedragen wordt voor de functie van gewoon lid en de heer Vanbrabant Bernard de enige nuttige kandidaat is voor een aanwijzing als plaatsvervangend lid;

Overwegende dat de heer Vanbrabant Bernard houder van leeropdrachten is aan de "Université de Liège";

Overwegende dat uit de academische diploma's en bekwaamheden van de drie kandidaten blijkt dat ze beantwoorden aan de vereiste voorwaarden om te zetelen in de hoedanigheid van lid van de adviescommissie voor de benoemingen van advocaten bij het Hof van Cassatie;

Gelet op het advies van de inspectie van financiën van 3 mei 2016;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden aangewezen tot gewoon lid van de adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie : in de hoedanigheid van houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap: de heer Rauws Wilfried, decaan bij de faculteit recht en criminologie aan de "Vrije Universiteit Brussel »; in de hoedanigheid van houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Franse Gemeenschap: de heer van Drooghenbroeck Jean-François, hoogleraar aan de "'Université Catholique de Louvain".

Art. 2.De heer Vanbrabant Bernard, hoogleraar aan de " Université de Liège" wordt aangewezen tot plaatsvervangend lid van de adviescommissie voor de benoemingen van de advocaten bij het Hof van Cassatie in de hoedanigheid van houder van een leeropdracht of een hoogleraar rechten, benoemd in een universiteit die afhangt van de Franse Gemeenschap.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

^