Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 november 2006
gepubliceerd op 13 december 2006

Koninklijk besluit betreffende de certificering van verleners van luchtvaartnavigatiediensten en de aanwijzing van verleners van luchtverkeersdiensten en meteorologische diensten

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014268
pub.
13/12/2006
prom.
20/11/2006
ELI
eli/besluit/2006/11/20/2006014268/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de certificering van verleners van luchtvaartnavigatiediensten en de aanwijzing van verleners van luchtverkeersdiensten en meteorologische diensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (« de kaderverordening »);

Gelet op de Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (« de luchtvaartnavigatiedienstenverordening »);

Gelet op de Verordening (EG) nr. 2096/2005 van de Commissie van 20 december 2005 tot vaststelling van gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten;

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919, betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op advies nr. 41.240/4 van de Raad van State, gegeven op 19 september 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° Kaderverordening : de Verordening (EG) nr.549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim; 2° Luchtvaartnavigatiedienstenverordening : de Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim; 3° « Gemeenschappelijk luchtruim » verordeningen : de kaderverordening, de luchtvaartnavigatiedienstenverordening, de Verordening (EG) nr.551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (« de luchtruimverordening ») en de Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging (« de interoperabiliteitsverordening »); 4° Gemeenschappelijke eisen verordening : de Verordening (EG) nr. 2096/2005 van de Commissie van 20 december 2005 tot vaststelling van gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten; 5° Gemeenschappelijke eisen : de gemeenschappelijke eisen bedoeld in artikel 6 van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening;6° Certificaat van verlener van luchtvaartnavigatiediensten, hierna « certificaat » genoemd : het certificaat bedoeld in artikel 7 van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening;7° De BSA-ANS : Dienst van het Directoraat-generaal Luchtvaart aangewezen als nationale toezichthoudende instantie door het koninklijk besluit van 14 februari 2006 tot oprichting van een nationale toezichthoudende instantie (NSA) van de luchtvaartnavigatiediensten, overeenkomstig artikel 4, § 1, van de kaderverordening;8° Minister : de Minister belast met het Directoraat-generaal Luchtvaart;9° Directeur-generaal : de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart. HOOFDSTUK II. - Algemeenheden

Art. 2.Dit besluit beoogt, overeenkomstig de "gemeenschappelijk luchtruim" verordeningen, de voorwaarden te bepalen voor : 1° het bekomen, de hernieuwing en de wijziging van het certificaat, en 2° de aanwijzing : a) van verleners van luchtverkeersdiensten, en;b) van verleners van meteorologische diensten.

Art. 3.Niemand kan luchtverkeersdiensten verlenen in het nationaal luchtruim wanneer hij niet werd aangewezen overeenkomstig artikel 16, § 1, eerste lid.

Niemand kan meteorologische diensten verlenen in het nationale luchtruim wanneer hij niet werd aangewezen overeenkomstig artikel 16, § 1, tweede lid. HOOFDSTUK III. - Certificering van verleners van luchtvaartnavigatiediensten Afdeling 1. - Bekomen, hernieuwing en wijziging van het certificaat

Art. 4.De kandidaat voor het bekomen, de hernieuwing of de wijziging van een certificaat dient hiertoe, per aangetekende brief, een schriftelijke aanvraag in bij de BSA-ANS. De nadere regels omtrent de aanvraagprocedure worden door de BSA-ANS vastgesteld en door de Directeur-generaal goedgekeurd.

Om als volledig te worden beschouwd, dient de aanvraag vergezeld te zijn van de in bijlage bedoelde stukken.

In geval van een aanvraag tot hernieuwing of tot wijziging van een certificaat of als artikel 4 van de gemeenschappelijke eisen verordening wordt toegepast, kan de BSA-ANS de aanvrager ervan vrijstellen bepaalde van de bovenvermelde stukken te verstrekken.

Art. 5.§ 1. De aanvraag tot wijziging van een certificaat wordt ingediend door de houder ervan : 1° alvorens een nieuwe luchtvaartnavigatiedienst begint te werken;2° voorafgaand aan elke in artikel 5, § 2, van de gemeenschappelijke eisen verordening bedoelde wijziging;3° twaalf maanden vóór de stopzetting van het verlenen van een luchtvaartnavigatiedienst. § 2. De aanvraag tot hernieuwing van een certificaat wordt op zijn laatst zes maanden vóór zijn vervaldatum door zijn houder ingediend.

Wanneer geen aanvraag tot hernieuwing wordt ingediend binnen deze termijn, kan enkel een aanvraag voor het bekomen van een certificaat worden ingediend.

Art. 6.Binnen een maand na de ontvangst van de aanvraag bedoeld in artikel 4, stelt de BSA-ANS de aanvrager per aangetekende brief in kennis van de volledigheid of de onvolledigheid ervan.

Art. 7.§ 1. Binnen een termijn van dertig dagen volgend op de verzending van de aangetekende brief bedoeld in artikel 6, waarbij de aanvrager in kennis wordt gesteld van het feit dat zijn aanvraag volledig is, deelt de BSA-ANS de aanvrager het programma mee dat zij zal volgen om over te gaan tot het onderzoek van deze aanvraag. Dit programma omvat in het bijzonder de noodzakelijk geraamde termijnen om dit onderzoek uit te voeren. § 2. Het onderzoek van de aanvraag : 1° beoogt de conformiteit van de aanvraag met de bepalingen van de Luchtvaartnavigatiedienstenverordening en van dit besluit te controleren, en;2° wordt uitgevoerd overeenkomstig de praktische modaliteiten bepaald door de BSA-ANS en goedgekeurd door de Directeur-generaal. § 3. Het onderzoek begint vanaf de dag van de verzending van de aangetekende brief bedoeld in artikel 6, waarbij de aanvrager in kennis wordt gesteld van het feit dat zijn aanvraag volledig is, en omvat : 1° de analyse van de stukken gevoegd bij de aanvraag;2° de controle van de naleving van de gemeenschappelijke eisen.Deze controle wordt uitgevoerd door middel van onderzoeksmiddelen, inspecties en/of door middel van elk ander middel dat de BSA-ANS nuttig acht.

Art. 8.De BSA-ANS neemt na afloop van het onderzoek bedoeld in artikel 7 een beslissing wat de conformiteit van de aanvraag betreft.

Deze beslissing wordt gevalideerd door de Directeur-generaal.

Per aangetekende brief betekent de BSA-ANS de bovenvermelde beslissing aan de aanvrager.

Als de beslissing bedoeld in het eerste lid de conformiteit van de aanvraag bevestigt, gaat de BSA-ANS, naar omstandigheid, over tot de aflevering, de hernieuwing of de wijziging van het certificaat.

Art. 9.Er wordt per verlener van luchtvaartnavigatiediensten slechts één enkel certificaat uitgereikt Dit certificaat vermeldt alle diensten die door de houder van het certificaat kunnen verstrekt worden.

Art. 10.De Directeur-generaal stelt de modellen van certificaten evenals de daarin opgenomen vermeldingen vast.

Art. 11.Het certificaat is geldig voor een termijn van zes jaar vanaf de afgifte of de hernieuwing ervan, tenzij de Minister of zijn gemachtigde, de Directeur-generaal, in de door hem bepaalde gevallen, een kortere geldigheidstermijn vaststelt.

De wijzigingen van een certificaat zijn geldig tot de vervaldatum van dat certificaat. Afdeling 2. - Verplichtingen van de houder van een certificaat

Art. 12.De houder van een geldig certificaat : 1° respecteert op elk ogenblik de gemeenschappelijke eisen en de voorwaarden van zijn certificaat;2° bezorgt aan de BSA-ANS een jaarverslag betreffende de werking van zijn luchtvaartnavigatiediensten, opgesteld in overeenstemming met de nadere regels bepaald door de BSA-ANS. Deze nadere regels zijn : a) in overeenstemming met de bijlage I, punt 9, van de gemeenschappelijke eisen verordening, en;b) goedgekeurd door de Directeur-generaal;3° stelt de Directeur-generaal onmiddellijk in kennis van elk voorval dat een invloed zou kunnen hebben op de veiligheid van de verlening van luchtvaartnavigatiediensten;4° houdt zich voortdurend op de hoogte van de nationale en internationale normen, voorschriften en aanbevelingen betreffende de luchtvaartnavigatiediensten en past de diensten die hij verleent zo spoedig mogelijk hieraan aan. Afdeling 3. - Toegang tot de lokalen, sancties en noodmaatregelen

Art. 13.De BSA-ANS bepaalt in onderlinge overeenstemming met de verlener van luchtvaartnavigatiediensten de nadere regels voor de toegang tot de lokalen en uitrusting van deze laatste met het hoog op de door dit besluit voorziene controles.

Art. 14.In noodgevallen en met het oog op de handhaving van de veiligheid van de luchtvaart kan de Directeur-generaal aan de verlener van luchtvaartnavigatiediensten met onmiddellijke ingang alle noodzakelijke maatregelen opleggen.

Art. 15.De BSA-ANS mag, met de goedkeuring van de Directeur-generaal, het certificaat beperken, opschorten of intrekken voor de termijn die zij vaststelt, indien de verlener van de luchtvaartnavigatiediensten niet meer aan de gemeenschappelijke eisen of aan de voorwaarden van zijn certificaat, voldoet. HOOFDSTUK IV. - Aanwijzing van verleners van luchtverkeersdiensten en meteorologische diensten

Art. 16.§ 1er. In overeenstemming met artikel 8 van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening wijst de Minister, bij besluit, de verlener(s) in het bezit van een geldig certificaat aan die luchtverkeersdiensten mag/mogen verlenen.

In overeenstemming met artikel 9 van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening wijst de Minister, bij besluit, de verlener(s) in het bezit van een geldig certificaat aan, die meteorologische diensten mag/mogen verlenen.

De Minister stelt de rechten en verplichtingen van de aangewezen verleners vast. § 2. De Minister is belast met de gezamenlijke aanwijzing bedoeld in artikel 8, § 4, van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening. HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen en slotbepalingen

Art. 17.De BSA-ANS is belast met de uitoefening van het recht op inzage bedoeld in artikel 12, § 4, van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening.

Art. 18.De Minister kan, bij besluit, de toelating bedoeld in artikel 7, § 5, van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening geven.

Art. 19.De Minister gaat, in voorkomend geval, over tot de verlenging bedoeld in artikel 7, § 9, van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt op 21 december 2006.

Art. 21.Onze Minister bevoegd voor de Luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage Lijst van de bij de aanvraag bij te voegen stukken De verlener van luchtvaartnavigatiediensten, in overeenstemming met artikel 5, § 1, van Verordening (EG) nr. 2096/2005 van de Commissie van 20 december 2005 tot vaststelling van gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten (hierna "gemeenschappelijke eisen verordening" genoemd) voegt bij de aanvraag bedoeld in artikel 4 van dit besluit de volgende stukken : 1. een voorstelling van zijn entiteit, die met name de verleende luchtvaartnavigatiediensten beschrijft;2. een beschrijving van zijn juridisch statuut evenals, voor de verleners van luchtverkeerdiensten, van zijn kapitaalstructuur, in overeenstemming met bijlage II, punt 1, van de gemeenschappelijke eisen verordening; 3. een beschrijving van zijn organisatiestructuur, bedoeld in bijlage I, punt 2.1., van de gemeenschappelijke eisen verordening, die de taken van de belangrijkste verantwoordelijken en het organogram van de verantwoordelijkheidsketen nader bepaalt in de domeinen die onder de gemeenschappelijke eisen vallen; 4. een algemene beschrijving van zijn installaties;5. een handboek over veiligheidsbeheer dat het veiligheidsbeheer binnen zijn entiteit uitvoerig beschrijft. In dit handboek beschrijft elke verlener van luchtverkeersdiensten en/of van communicatie-, navigatie- en bewakingsdiensten : 5.1. zijn veiligheidsbeheerssysteem bedoeld in bijlage II, punt 3.1, van de gemeenschappelijke eisen verordening, en 5.2. zijn procedures van identificatie van gevaren en zijn risicobeoordelings- en risicobeperkingsprocedures bedoeld in bijlage II, punt 3.2. van dezelfde verordening; 6. een door een naar behoren erkende organisatie afgegeven ISO 9001-certificaat of een handboek voor kwaliteitsbeheer dat zijn kwaliteitszorgsysteem bedoeld in bijlage I, punt 3.2, van de gemeenschappelijke eisen verordening uitvoerig beschrijft; 7. een operationeel handboek bedoeld in bijlage I, punt 3.3., van de gemeenschappelijke eisen verordening; 8. een handboek voor beveiligingsbeheer dat grondig zijn beveiligingsbeheerssysteem bedoeld in bijlage I, punt 4, van de gemeenschappelijke eisen verordening uiteenzet;9. een beschrijving van het personeel en van zijn personeelsbeleid; 10. een bedrijfsplan en een jaarplan, bedoeld in bijlage I, punt 2.2., van de gemeenschappelijke eisen verordening.

Bij deze plannen worden financiële en boekhoudkundige documenten gevoegd, die aantonen dat hij over een economische en financiële capaciteit in overeenstemming met bijlage I, punt 6.1., van de gemeenschappelijke eisen verordening beschikt; 11. een bewijs dat hij aan een onafhankelijke accountantscontrole is onderworpen, in overeenstemming met artikel 12, § 2, van de luchtvaartnavigatiedienstenverordening;12. een bewijs van de dekking van de risico's die hij loopt inzake aansprakelijkheid, bedoeld in bijlage I, punt 7, van de gemeenschappelijke eisen verordening; 13. een beschrijving van de overlegprocedure met de gebruikers van zijn diensten, bedoeld in bijlage I, punt 8.1, van de gemeenschappelijke eisen verordening; 14. een document, behoorlijk ingevuld waarvan het model is vastgesteld door de BSA-ANS met de goedkeuring van de Directeur-generaal.Dit document omvat in het bijzonder : 14.1. een tabel met kruisverwijzingen tussen de bijlagen van de gemeenschappelijke eisen verordening en de documenten bedoeld in de punten 2 tot 14; 14.2. vragen in verband met de voorziene middelen om de naleving van de gemeenschappelijke eisen te kunnen verzekeren. 15. een beschrijving van zijn procedures voor het beheer van wijzigingen in het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten;16. een beschrijving van de procedure voor het beheer van de wijzigingen aan de in deze bijlage bedoelde documenten. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 november 2006 betreffende de certificering van verleners van luchtvaartnavigatiediensten en de aanwijzing van verleners van meteorologische en luchtverkeersdiensten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^