Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 1998
gepubliceerd op 18 november 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het halftijds brugpensioen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012732
pub.
18/11/1998
prom.
20/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/20/1998012732/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het halftijds brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 26;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende het halftijds brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.

Koninklijk besluit van 30 juli 1994, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994.

Koninklijk besluit van 17 november 1993, Belgisch Staatsblad van 4 december 1993.

Koninklijk besluit van 24 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997 Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997, onder het nr. 44923/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten rekening houdend met de bepalingen van : - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993; - het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen; - artikel 26 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen; - het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot vrijwaring van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1991 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van bejaarde werknemers in geval van ontslag.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst betreft de tenuitvoerlegging, op het niveau van het paritair comité van de bepalingen van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55.

Art. 4.De aanvullende vergoeding, ingesteld door voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55, wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers op voorwaarde dat zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties de leeftijd bereikt hebben van 55 jaar.

Art. 5.De toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan enkel worden ingeroepen in geval van voorafgaand schriftelijk akkoord, zoals bedoeld in artikel 4 van voormelde arbeidsovereenkomst nr. 55.

Art. 6.De artikelen 5 tot en met 11 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 zijn van toepassing op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De aanvullende vergoeding, bedoeld in artikel 7 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst, evenals alle verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn volledig ten laste van de werkgever van de betrokken werknemer.

Teneinde in aanmerking te kunnen komen voor de aanvullende vergoeding, moet de werknemer de werkloosheidsuitkeringen kunnen genieten waarin de reglementering inzake werkloosheidsverzekering voor deze categorie van werknemers voorziet.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van voornoemde wet van 26 juli 1996 en ter uitvoering van voormeld koninklijk besluit van 24 februari 1997. Ze heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^