Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 1998
gepubliceerd op 11 december 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998012734
pub.
11/12/1998
prom.
20/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/20/1998012734/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 november 1993, inzonderheid op artikel 5 en bijlage II aan voormelde collectieve arbeidsovereenkomst;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 8 november 1993, Belgisch Staatsblad van 28 januari 1994.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 oktober 1997 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 2 maart 1998 onder het nummer 47240/CO/220)

Artikel 1.Bij artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 1993 betreffende de sectorale functieclassificatie voor de bedienden uit de voedingsnijverheid, wordt een paragraaf 3 ingevoegd, dewelke luidt : « § 3. De werkgever levert aan de bediende die erom vraagt een beschrijving van de referentiefunctie(s) die aan de grondslag liggen van zijn persoonlijke klassebepaling, zoals deze vermeld is in deze collectieve arbeidsovereenkomst of de persoonlijke functiebeschrijvingen van de ondernemingsclassificatie wanneer deze bestaat. De invoering van de sectorale functieclassificatie waarvan sprake is in de eerste paragraaf van dit artikel, kan niet tot gevolg hebben dat, voor de bedienden die boven het minimumbarema worden betaald, de in de onderneming in voorkomend geval op grond van de gewoonte toegekende leeftijdstoeslag wordt afgeschaft. »

Art. 2.Bijlage II aan voormelde collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende tekst : « Beroepsprocedure.

Fase A De werknemer die in beroep wenst te gaan tegen de classificatie van zijn of haar functie kan bezwaar kenbaar maken : - rechtstreeks bij de hiërarchische leiding en/of bij de personeelsdirecteur en/of bij de ondernemingsdirectie (fase B.1); - met zijn syndicale afvaardiging bij de hiërarchische leiding en/of bij de personeelsdirecteur (fase B.2).

Fase B.1 De werknemer bespreekt zijn of haar bezwaren met zijn directe of hogere chefs, met de personeelsdirecteur of met de ondernemingsdirectie.

Dit intern overleg kan leiden tot : - een akkoord tussen de werknemer en de werkgever, de werknemer gaat niet verder in beroep; - geen akkoord tussen werknemer en werkgever, in dit geval kan de werknemer overgaan naar fase B.2 van de beroepsprocedure.

Fase B.2 De werknemer, bijgestaan door een syndicaal afgevaardigde, bespreekt zijn of haar bezwaar met de personeelsdirecteur of met de ondernemingsdirectie.

Dit intern overleg kan leiden tot : - een akkoord tussen de werknemer en de werkgever, de werknemer gaat niet verder in beroep; - geen akkoord tussen werknemer en werkgever, in dit geval kan worden overgegaan tot fase C. Fase C Werkgever en syndicale afvaardiging kunnen beroep doen op respectievelijk een patronale functiewaarderingsexpert en een syndicale functiewaarderingsexpert.

De patronale functiewaarderingsexpert adviseert de werkgever : - hij of zij informeert de werkgever over de ORBA-methode en het juist interpreteren van de referentie-omschrijvingen; - op grond van gesprekken met de hiërarchische leiding en zonodig een rondgang ter plekke vormt de expert zich een oordeel over de gegrondheid van het bezwaar; - de expert informeert de werkgever inzake zijn of haar bevindingen.

De syndicale functiewaarderingsexpert adviseert de werknemer en de syndicaal afgevaardigde : - hij of zij informeert de werknemer en de syndicale afvaardiging over de ORBA-methode en het juist interpreteren van de referentie-omschrijvingen; - op grond van gesprekken met de werknemer en de syndicale afvaardiging vormt de expert een oordeel over de gegrondheid van het bezwaar; - de expert informeert de werknemer en de syndicale afvaardiging inzake zijn of haar bevindingen.

Fase D De werkgever en de syndicale afvaardiging overleggen in de onderneming ten aanzien van het bezwaar.

Dit overleg kan leiden tot : - een akkoord tussen de partijen, de werknemer gaat niet verder in beroep; - een akkoord tussen de partijen, in dit geval wordt overgegaan tot fase E van de beroepsprocedure.

Fase E Het geschil wordt kenbaar gemaakt aan de sectorale externe beroepscommissie. Deze commissie is samengesteld uit de patronale en syndicale functiewaarderingsdeskundigen. De commissie krijgt alle informatie over het beloop van de beroepsprocedure. Zij stelt een onderzoek in een laat zich informeren door de functiehouder, zijn of haar hiërarchische leiding, eventueel met een bezoek aan de werkplek.

De commissie kan ook de syndicale afvaardiging en de werkgever horen.

Op grond van de ingewonnen informatie doet deze sectorale externe beroepscommissie een bindende uitspraak.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft onmiddellijk uitwerking en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Wanneer één der ondertekenende partijen een einde wenst te stellen aan deze collectieve arbeidsovereenkomst, dan dient dit te gebeuren met een aangetekend schrijven aan de andere betrokken partijen. Steeds dient er een opzeggingstermijn van één jaar gerespecteerd te worden.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^