Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 september 1999
gepubliceerd op 01 oktober 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012624
pub.
01/10/1999
prom.
20/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/20/1999012624/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 37 en 41;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 februari 1980, 25 april 1989, 14 augustus 1989, 5 augustus 1992 en 2 december 1993;

Gelet op de adviezen van 18 maart 1997, 10 juni 1997 en 26 februari 1998 van het Paritair Comité voor het groefbedrijf;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 25 april 1979 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van paritaire subcomités voor het groefbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 1989, 5 augustus 1992 en 2 december 1993 wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.De hiernavolgende paritaire subcomités, bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, worden opgericht : 1. Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.2. Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen.3. Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant.4. Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondbebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant.5. Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der porseleinaarde- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen.6. Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant.7. Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, met uitzondering van de cementfabrieken die deel uitmaken van ondernemingen uit het cementbedrijf waarvan de activiteiten en de tewerkstelling hoofdzakelijk buiten het administratief arrondissement Doornik plaatsgrijpen.8. Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk.9. Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk.10. Paritair Subcomité voor de terugwinning van steenstort, te weten voor : de terugwinning van steenstort op het gehele grondgebied van het Rijk, met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder een ander paritair comité dan het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden.11. Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen, te weten voor de volgende bedrijfssectors : het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen.».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 februari 1980, 25 april 1989, 14 augustus 1989 en 2 december 1993 wordt vervangen als volgt: «

Art. 2.Het aantal leden van de hierna opgesomde paritaire subcomités wordt als volgt vastgesteld : 1. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen bestaat uit tien gewone en tien plaatsvervangende leden.2. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincies Luik en Namen bestaat uit zes gewone et zes plaatsvervangende leden.3. Het Paritair Subcomité voor de porfiergroeven in de provincie Henegouwen en de kwartsietgroeven in de provincie Waals-Brabant bestaat uit veertien gewone en veertien plaatsvervangende leden.4. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant bestaat uit veertien gewone en veertien plaatsvervangende leden.5. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der porseleinaarde en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen bestaat uit acht gewone en acht plaatsvervangende leden.6. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant bestaat uit twaalf gewone en twaalf plaatsvervangende leden.7. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik bestaat uit tien gewone en tien plaatsvervangende leden.8. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk bestaat uit twaalf gewone en twaalf plaatsvervangende leden. 9 Het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk bestaat uit zestien gewone en zestien plaatsvervangende leden. 10. Het Paritair Subcomité voor de terugwinning van steenstort bestaat uit acht gewone en acht plaatsvervangende leden.11. Het Paritair Subcomité voor het bedrijf der leisteengroeven, coticulegroeven en groeven van slijpsteen voor scheermessen in de provincies Waals-Brabant, Henegouwen, Luik, Luxemburg en Namen bestaat uit vier gewone en vier plaatsvervangende leden.».

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 25 april 1979, Belgisch Staatsblad van 8 augustus 1979.

Koninklijk besluit van 21 februari 1980, Belgisch Staatsblad van 13 mei 1980.

Koninklijk besluit van 25 april 1989, Belgisch Staatsblad van 11 mei 1989.

Koninklijk besluit van 14 augustus 1989, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 1989.

Koninklijk besluit van 5 augustus 1992, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1992.

Koninklijk van 2 december 1993, Belgisch Staatsblad van 22 december 1993.

^