Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2001
gepubliceerd op 29 december 2001

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 8, § 4, van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid, van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu, van justitie, van financien, van middenstand en landbouw en van economische zaken
numac
2001003664
pub.
29/12/2001
prom.
21/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/21/2001003664/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 8, § 4, van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij U aan Uwe majesteit ter ondertekening voorleggen heeft als oogmerk de uitvoering van artikel 8, § 4, van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen waar het voorziet dat « het begrip groep, zoals bedoeld in dit artikel, bepaald wordt door in Raad overlegd koninklijk besluit, na advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven ».

Besprekingen van de artikelen Artikel 1 van dit besluit bepaalt het begrip groep voor de toepassing van artikel 8 van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen als het geheel van de werknemers die deel uitmaken van de groep in de zin van artikel 2, 5° van dezelfde wet en die in België onderworpen zijn aan de maatschappelijk zekerheid krachtens de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders en van zijn koninklijk besluit tot uitvoering ervan van 28 november 1969.

Het participatieplan kan zowel ingevoerd worden op het niveau van een onderneming als op het niveau van een groep, hetzij door onderhandeling van een collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij middels een toetredingsakte.

Om op het niveau van een groep een participatieplan te kunnen afsluiten, moeten twee voorwaarden vervuld zijn : 1. deel uitmaken van een groep in de zin van artikel 2,5° van de wet, te weten deel uitmaken van een geheel van vennootschappen, verenigingen of instellingen die onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting of aan de belasting op niet-verblijfhouders en die onderling verbonden zijn in de zin van artikel 11 van het wetboek van Vennootschappen, met uitsluiting van de coördinatiecentra.2. een werkgever zijn die in België onderworpen is aan de maatschappelijke zekerheid. Die tweede voorwaarde vergt bijkomende uitleg.

De CAO's en de toetredingsaktes zijn onderhandelde aktes tussen werkgevers en werknemers (of vertegenwoordigers ervan) die vallen onder toepassing van de Conventie van Rome van 19 juni 1980 betreffende de contractuele overeenkomsten. In toepassing van de artikelen 3 en 6 van de Conventie, zijn de bepalingen van het Belgisch sociaal recht, voor zover ze van dwingende aard zijn, in principe van toepassing als een werknemer gewoonlijk zijn werk in België verricht, of, wanner hij niet gewoonlijk zijn werk in België verricht, als de werknemer door een Belgische vestiging werd aangenomen.

De wet van 28 juni 1969 ter herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid voorziet in artikel 3 dat « zonder afbreuk te doen aan de internationale bepalingen en overeenkomsten en aan de internationale reglementen van maatschappelijke zekerheid (...), deze wet van toepassing is op in België tewerkgestelde arbeiders ten dienste van een in België gevestigde werknemer of verbonden aan een in België gevestigde exploitatiezetel ». De werkgevers die in België werknemers tewerkstellen of wiens werknemers verbonden zijn aan een in België gevestigd kantoor zijn dus onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen.

De Rijksdienst voor sociale zekerheid kent iedere verplicht verzekerde werkgever een inschrijvingsnummer toe.

Hieruit volgt dat door te verwijzen naar het begrip verzekerde werkgever bij de sociale zekerheid, de definitie van de groep ten behoeve van de toepassing van artikel 8 van de wet van 22 mei 2001 aan twee eisen voldoet : - de naleving van de internationale regels van internationaal privaatrecht : door te verwijzen naar de verplichte sociale verzekering in België, beperkt het toepassingsgebied van de dwingende regels van de wet van 22 mei 2001 betreffende de CAO's of de toetredingsaktes tot de winstparticipaties van de in België tewerkgestelde werknemers of verbonden aan een kantoor in België; - er voor zorgen te verwijzen naar eenvoudige en gemakkelijk toe te passen regels : enkel de werknemer die in België een inschrijvingsnummer heeft kan een CAO afsluiten volgens de modaliteiten voorgeschreven door de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemers waarvoor hij in België verplicht verzekerd is.

Inwerkingtreding Artikel 1 heeft uitwerking de dag van de inwerkingtreding van artikel 8 van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.

We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaren, De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Voor de Minister van Justitie, afwezig, De Minister belast met Middenstand R. DAEMS De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister belast met Middenstand , R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

21 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 8, § 4, van de wet van 22 mei 2001 betreffende werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemerparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen, inzonderheid artikel 8, § 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 december 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 7 december 2001;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven gegeven op 20 december 2001;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voormelde wet in werking moet treden bij de afsluiting van de jaarrekeningen die worden afgesloten vanaf 31 december 2001;

Gelet het advies van de Raad van State, gegeven op 19 december 2001, met toepassing van artikel 84, alinéa 1, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van de Eerste Minister, van de Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, van de Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, van de Minister van Justitie, van de Minister van Financiën, de Minister belast met de Middenstand en van de Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De notie « groep » zoals gebruikt in artikel 8 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen betreft het geheel van de werkgevers die deel uitmaken van de groep in de zin van artikel 2,5° van dezelfde wet en die onderworpen zijn aan de sociale zekerheid in België krachtens de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de arbeiders en van zijn koninklijk besluit tot uitvoering ervan van 28 november 1969.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking vanaf de dag van de inwerkingtreding van artikel 8 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.

Gegeven te Brussel, 21 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Voor de Minister van Justitie, afwezig, De Minister belast met Middenstand R. DAEMS De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister belast met Middenstand , R. DAEMS De Minister van Economie, Ch. PICQUE

^