Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 februari 2001
gepubliceerd op 14 maart 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de tweede, derde en vierde trimesters van het jaar 2001, van het bedrag en de betalingsmodaliteiten en -termijnen van de bijdragen verschuldigd door de werkgevers aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012055
pub.
14/03/2001
prom.
21/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/21/2001012055/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de tweede, derde en vierde trimesters van het jaar 2001, van het bedrag en de betalingsmodaliteiten en -termijnen van de bijdragen verschuldigd door de werkgevers aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, inzonderheid op de artikelen 15, eerste lid, en 16, gewijzigd bij de wet van 28 juli 1971 en bij het koninklijk besluit van 19 mei 1995;

Gelet op de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1971 en 24 december 1976;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit tot vaststelling van de bijdragen voor de tweede, derde en vierde trimesters van het jaar 2001 verschuldigd aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, dringend moet worden bekendgemaakt om de ontvangstorganismen voor de sociale zekerheid toe te laten de bijdragen vanaf het tweede trimester van 2001 te innen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De werkgevers die onderworpen zijn aan de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen of de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, zijn vanaf 1 april 2001 tot 31 december 2001 een bijdrage verschuldigd waarvan het bedrag bepaald wordt bij dit besluit. § 2. De bijdragen bedoeld bij § 1 worden berekend op basis van het loon dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen. § 3. De bijdragen bepaald in § 1 worden respectievelijk aangegeven en betaald aan de instellingen bedoeld bij artikel 16 van de voornoemde wet van 28 juni 1966 volgens dezelfde modaliteiten en binnen dezelfde termijnen als de sociale zekerheidsbijdragen.

Art. 2.§ 1. Voor de werkgevers die gedurende het kalenderjaar 2000 gemiddeld ten minste twintig werknemers hebben tewerkgesteld, is de bijdragevoet bepaald op 0,16 %; § 2. Voor de werkgevers die gedurende het kalenderjaar 2000 gemiddeld minder dan twintig werknemers hebben tewerkgesteld, is de bijdragevoet bepaald op 0,14 %; § 3. De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op de werkgevers bedoeld bij artikel 3, voor wat betreft de werknemers bedoeld bij dit laatste artikel.

Art. 3.Voor de werkgevers die in onderstaande tabel voorkomen en voor wat betreft de werknemers die in deze tabel voorkomen, worden de bijdragevoeten als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 28 juni 1966, Belgisch Staatsblad van 2 juli 1966. Wet van 30 juni 1967, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1967.

Wet van 28 juli 1971, Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1971.

Wet van 24 december 1976, Belgisch Staatsblad van 28 december 1976.

Koninklijk besluit van 19 mei 1995, Belgisch Staatsblad van 3 augustus 1995.

^