Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 februari 2014
gepubliceerd op 05 augustus 2014

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die tenminste 56 jaar oud zijn en die reeds tenminste 20 jaar in een stelsel van nachtarbeid werken

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2014200368
pub.
05/08/2014
prom.
21/02/2014
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die tenminste 56 jaar oud zijn en die reeds tenminste 20 jaar in een stelsel van nachtarbeid werken (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die tenminste 56 jaar oud zijn en die reeds tenminste 20 jaar in een stelsel van nachtarbeid werken.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2013 Toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers die tenminste 56 jaar oud zijn en die reeds tenminste 20 jaar in een stelsel van nachtarbeid werken (Overeenkomst geregistreerd op 5 augustus 2013 onder het nummer 116487/CO/106.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken (PSC 106.01).

Met "arbeiders" worden : zowel arbeiders als arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.Overeenkomstig artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 106 van de Nationale Arbeidsraad van 28 maart 2013, zullen de ontslagen werknemers die de leeftijd bereiken van 56 jaar kunnen genieten van een aanvullende vergoeding in het kader van de werkloosheid met bedrijfstoeslag, als zij op het einde van hun arbeidsovereenkomst een beroepsverleden als loontrekkende van tenminste 33 jaar bewijzen en kunnen bewijzen dat zij tenminste 20 jaar hebben gewerkt in een ploegenstelsel met nachtarbeid zoals bepaalde in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Art. 3.De hierboven omschreven regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag valt onder de reglementering dat bepaald wordt in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, afgesloten binnen de Nationale Arbeidsraad, en die een aanvullende vergoeding invoert voor sommige oudere werknemers in geval van ontslag en die algemeen verbindend werd verklaard door het koninklijk besluit van 16 januari 1975, gepubliceerd op 31 januari 1975 in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Bij toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht tot de aanvullende vergoeding, toegekend aan de ontslagen werklieden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst, ten laste van de laatste werkgever behouden : - wanneer de werklieden het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft; - wanneer een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat deze activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot de dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

De in dit artikel beoogde werknemers die een einde maken aan hun tewerkstelling als loontrekkende of als zelfstandige dienen aan de werkgever die de aanvullende brugpensioenvergoeding uitbetaalt het bewijs te geven van hun recht op werkloosheidsuitkeringen. De werknemers mogen geen twee of meer aanvullende stelsels cumuleren.

Art. 5.De partners zijn zich bewust van de moeilijkheid om elke persoon die in brugpensioen vertrekt post voor post te vervangen, als gevolg van organisatorische of technologische ontwikkelingen.

Naleving van het statuut zal de voorkeur krijgen in de vervanging bij vertrek op brugpensioen en zal, indien nodig, gebeuren in lokaal overleg met de sociale partners.

Art. 6.Deze overeenkomst wordt gesloten voor bepaalde tijd, van 1 januari 2013 tot 31 december 2014.

Deze overeenkomst kan worden opgezegd door één van de partijen met een opzeggingstermijn van zes maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan de erin vertegenwoordigde instellingen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2014.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^