Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 juli 2016
gepubliceerd op 12 september 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2016012111
pub.
12/09/2016
prom.
21/07/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 JULI 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 juli 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2015 Arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 10 februari 2016 onder het nummer 131314/CO/102.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, WestVlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.

Met "werklieden" worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 2.De minimum uurlonen van de werklieden worden op 1 april 2013 op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren als volgt vastgesteld :

EUR -

EUR

Categorie I, handlangers

14,4581

Catégorie I, manoeuvres

14,4581

Categorie IA, handlangers

14,6400

Catégorie IA, manoeuvres

14,6400

Categorie II, geoefenden

14,8235

Catégorie II, spécialisés

14,8235

Categorie III, vaklieden

14,1864

Catégorie III, hommes de métier

14,1864

Categorie IV, ploegbazen

15,5535

Catégorie IV, chefs d'équipe

15,5535


Vanaf 1 januari 2016 worden deze minimumlonen, alsook alle reële uurlonen, verhoogd met 0,5 pct. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 3.De in artikel 2 vastgestelde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.De in artikel 2 vastgestelde lonen stemmen overeen met het indexcijfer 120,16.

Telkens wanneer het vorig indexcijfer met 2 pct. stijgt of daalt, worden de laatst uitbetaalde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd.

De indexcijfers die een loonsverhoging tot gevolg hebben zijn als volgt vastgesteld : 120,16 - 122,56 - enz.

De indexcijfers die een loonsverlaging tot gevolg hebben zijn als volgt vastgesteld : De loonsverlaging die uit een daling van het indexcijfer voortvloeit wordt slechts toegepast, wanneer het indexcijfer daalt met een halve schijf beneden de volgende waarde. 118,97 - ...

Art. 5.De loonswijzigingen voortvloeiend uit de toepassing van artikel 4 gaan in de eerste dag van de maand volgend op die waarvan het indexcijfer aanleiding geeft tot aanpassing van de lonen. HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie

Art. 6.Er wordt vanaf 1 januari 1993, in de ondernemingen waar men in ploegen werkt, een ploegenpremie toegekend berekend op het minimum uurloon van categorie I van : - 4 pct. voor de morgenploeg; - 5,5 pct. voor de namiddagploeg; - 10 pct. voor de nachtploeg.

Alleen het werk dat niet aanvangt tussen 7 en 9 uur geldt als ploegwerk, tenzij een andere arbeidsregeling ingevolge bepaalde omstandigheden wordt toegepast op verzoek van de werklieden. Indien de arbeidsprestaties vóór 7 uur aanvangen en aanleiding geven tot betaling van een supplement voor overwerk is er evenmin aanleiding tot betaling van de ploegenpremie. HOOFDSTUK V. - Zaterdagwerk

Art. 7.Voor het werk op zaterdag ontvangen de werklieden een bijkomende premie die gelijk is aan een derde van het basisuurloon per uur prestatie. HOOFDSTUK VI. - Eindejaarspremie

Art. 8.Uiterlijk op 25 december van het lopende jaar wordt een eindejaarspremie uitbetaald volgens de volgende modaliteiten : a) de referteperiode loopt van 1 december van het voorgaande jaar tot 30 november van het lopende jaar;b) elke gewerkte en/of begonnen maand tijdens de referteperiode geeft recht op 1/12de van een maandloon.Iemand die de hele referteperiode in dienst was heeft dus recht op een maand loon. Het in aanmerking genomen loon is dat van december van het lopende jaar; c) bij overlijden van de werklieden wordt de proportionele eindejaarspremie uitbetaald aan de rechtverkrijgenden;d) indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd tijdens de referteperiode, wordt de verschuldigde proportionele eindejaarspremie betaald samen met de eindafrekening;e) in geval van langdurige ziekte : - indien de werknemer meer dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, heeft hij recht op de volledige eindejaarspremie; - indien hij minder dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, ontvangt hij 1/12de per effectief begonnen maand.

Art. 9.Eventuele klachten betreffende de toepassing van artikel 8 kunnen op verzoek van de betrokken partijen voorgelegd worden aan het bevoegd paritair comité, dat als verzoeningscomité zetelt. HOOFDSTUK VII. - Anciënniteitsverlof

Art. 10.Aan alle werklieden die tien jaar anciënniteit hebben in één of meerdere ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams Brabant, zal één dag anciënniteitsverlof toegekend worden.

Voor de betrokkenen die 15 jaar anciënniteit hebben wordt dit twee dagen.

Voor de betrokkenen die 20 jaar anciënniteit hebben wordt dit drie dagen.

Voor de betrokkenen die 25 jaar anciënniteit hebben wordt dit vier dagen.

Voor de betrokkenen die 30 jaar anciënniteit hebben wordt dit vijf dagen.

Voor de betrokkenen die 35 jaar anciënniteit hebben wordt dit zes dagen. HOOFDSTUK VIII. - Dienstjarenpremie

Art. 11.De werklieden die in de loop van het dienstjaar vijf jaren dienst tellen, hebben recht op een dienstjarenpremie van 43,92 EUR. Vanaf 1 januari 2016 bedraagt deze premie 45,00 EUR. Dit bedrag wordt vanaf het zesde dienstjaar verhoogd met 8,79 EUR per bijkomend dienstjaar, inclusief interimperiode, zo deze op een ononderbroken periode slaat.

Vanaf 1 januari 2016 bedraagt deze premie 9,00 EUR. De arbeider die in de loop van het kalenderjaar om eender welke reden uit dienst treedt, heeft per gepresteerde maand recht op 1/12de van de dienstjarenpremie.

Wat de arbeiders betreft die tijdens de eerste helft van het dienstjaar uit dienst zijn getreden geeft bovenstaande regeling onmiddellijk aanleiding tot uitbetaling.

De betaling van deze dienstjarenpremie geschiedt samen met de afrekening van het loon voor de maand juli van het lopende dienstjaar. HOOFDSTUK IX. - Vakbondspremie

Art. 12.De werklieden, die de hierna vastgestelde voorwaarden vervullen, ontvangen vanaf de betaling in 2009 een vakbondspremie van 135 EUR per jaar.

De werklieden die genieten van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, die de hierna vastgestelde voorwaarden vervullen, ontvangen vanaf de betalingen 2013 en 2014, een vakbondspremie van 87 EUR per jaar.

Er is een engagement van de partijen om een automatische aanpassing naar omhoog van de vakbondspremie indien het door de wetgever toegelaten wordt.

Hebben recht op de vakbondspremie, de werklieden die gedurende het betrokken jaar ingeschreven zijn geweest in het personeelsregister van een in artikel 1 bedoelde onderneming, evenals de bruggepensioneerden, en die tezelfdertijd lid zijn geweest van één van de interprofessionele werknemersorganisaties, die op nationaal vlak verbonden zijn.

De rechthebbenden die aan deze voorwaarden niet voldoen gedurende het gehele jaar, ontvangen 1/12de van de vakbondspremie per maand tijdens dewelke zij voldoen aan voornoemde voorwaarden.

Art. 13.De werkgevers overhandigen aan de rechthebbenden een kaart in drievoud waarop zij vermelden : a) de naam en het adres van de onderneming;b) de naam en het adres van de betrokken rechthebbende;c) het aantal in aanmerking te nemen maanden gedurende het jaar. Tezelfdertijd stort de werkgever een bedrag gelijk aan de in artikel 12 vastgestelde premie per in het personeelsregister ingeschreven werkman en per bruggepensioneerde aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" (rekening nr. 001-1862473-52), Mgr. Broekxplein 6 te 3500 Hasselt.

De rechthebbenden overhandigen hun kaart aan hun vakbond.

De vakbond vermeldt op de hem overhandigde kaarten de duur van het lidmaatschap van het betrokken lid bij de vakbond gedurende het dienstjaar en betaalt de premie aan de rechthebbende.

De vakbond zendt de ingevulde kaarten aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven".

Na ontvangst van de kaarten maakt het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" aan de vakorganisaties de afrekening van de te storten bedragen. HOOFDSTUK X. - Bestaanszekerheid

Art. 14.De werklieden hebben recht op een bestaanszekerheidsuitkering van 16,76 EUR per dag wanneer ze door de werkgever tijdelijk werkloos worden gesteld.

Vanaf 1 september 2015 bedraagt deze uitkering 17,00 EUR. In geval van werkloosheid wegens slecht weer, wordt voormeld bedrag verhoogd met 19,67 EUR per dag.

De betaling van de bestaanszekerheidsuitkering gebeurt op de normale dagen van de loonbetaling.

Art. 15.In geval van tijdelijke werkloosheid zal de invoering van een beurtregeling besproken worden op het vlak van de onderneming. HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid binnen de sector

Art. 16.Ingeval tot ontslag om economische reden moet worden overgegaan, zal voorafgaandelijk op bedrijfsvlak met de vakbondsafvaardigingen worden onderhandeld.

Zo deze procedure wordt toegepast, wordt uiteindelijk de beslissing van de werkgever als geldig aanvaard.

Zo deze procedure niet wordt toegepast, wordt het verzoeningscomité van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant samengeroepen. Bij het in gebreke stellen van de werkgever wordt als sanctie een mogelijke verdubbeling van de opzegperiode vooropgesteld. HOOFDSTUK XII. - Vervoerskosten

Art. 17.Onverminderd de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen de werklieden, vanaf 1 mei 2009, ongeacht het vervoermiddel dat zij gebruiken, een bedrag gelijk aan minstens 110 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als trajectkaart (één maand/tweede klasse) voor de afstand langs de weg tussen de woonplaats en de werkplaats, zoals gepubliceerd in de officiële verzameling van de tarieven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (zie bijlage).

De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. HOOFDSTUK XIII. - Carenzdag

Art. 18.Vanaf 2001 wordt de carenzdag betaald. HOOFDSTUK XIV. - Kernactiviteit in onderaanneming

Art. 19.De kernactiviteit moet bij voorkeur uitgeoefend worden door personeel eigen aan het bedrijf.

Zo de noodzaak zich voordoet derden in te schakelen, wordt dit voorafgaandelijk en gemotiveerd gemeld aan de vakbondsafvaardigingen, of bij ontstentenis, aan de ondertekenende vakorganisaties. HOOFDSTUK XV. - Maaltijdcheques

Art. 20.Vanaf 2010 worden er maaltijdcheques toegekend aan de werknemers.

Vanaf 1 juli 2013 bedraagt de nominale waarde van de maaltijdcheques 6,24 EUR/dag, waarvan 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer.

Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de nominale waarde 6,50 EUR/dag, waarvan 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer.

Het aantal maaltijdcheques wordt berekend volgends de alternatieve berekening bepaald in artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 5 december 1969), zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 13 februari 2009 (Belgisch Staatsblad van 12 maart 2009) en het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 (Belgisch Staatsblad van 23 november 2010). HOOFDSTUK XVI. - Veiligheidsvoorschriften

Art. 21.In een werkgroep van het paritair subcomité, zal een aanbeveling worden uitgewerkt omtrent specifieke veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder voor werknemers die alleen tewerkgesteld worden op de arbeidsplaats. Vóór 31 december 2016 zal de werkgroep verslag uitbrengen aan het paritair subcomité. HOOFDSTUK XVII. - Oprichting van een tweede pijler

Art. 22.Er wordt een sociaal sectorale tweede pijler opgericht. Er wordt een sectorale minimumbasis vastgesteld : Vanaf 2015 : 125 EUR + 125 EUR van het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven".

De administratiekosten worden opgenomen door het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven".

Daarentegen zal het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" het beheer van het solidariteitsluik op zich nemen. HOOFDSTUK XVIII. - Geldigheid

Art. 23.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang vanaf 1 januari 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2016.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 september 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd

Weektreinkaart/ Carte-train hebdomadaire

Dagbedragen/ Montants journaliers

Afstand (km)/ Distance (km)

100 pct./p.c.

110 pct./p.c.

110 pct./p.c.

0-3

10,00 EUR

11,00 EUR

2,20 EUR

4

10,90 EUR

11,99 EUR

2,40 EUR

5

11,70 EUR

12,87 EUR

2,57 EUR

6

12,50 EUR

13,75 EUR

2,75 EUR

7

13,20 EUR

14,52 EUR

2,90 EUR

8

14,00 EUR

15,40 EUR

3,08 EUR

9

14,70 EUR

16,17 EUR

3,23 EUR

10

15,50 EUR

17,05 EUR

3,41 EUR

11

16,20 EUR

17,82 EUR

3,56 EUR

12

17,00 EUR

18,70 EUR

3,74 EUR

13

17,70 EUR

19,47 EUR

3,89 EUR

14

18,50 EUR

20,35 EUR

4,07 EUR

15

19,20 EUR

21,12 EUR

4,22 EUR

16

20,00EUR

22,00 EUR

4,40 EUR

17

20,70 EUR

22,77 EUR

4,55 EUR

18

21,50 EUR

23,65 EUR

4,73 EUR

19

22,20 EUR

24,42 EUR

4,88 EUR

20

23,00 EUR

25,30 EUR

5,06 EUR

21

23,70 EUR

26,07 EUR

5,21 EUR

22

24,50 EUR

26,95 EUR

5,39 EUR

23

25,00 EUR

27,50 EUR

5,50 EUR

24

26,00 EUR

28,60 EUR

5,72 EUR

25

26,50 EUR

29,15 EUR

5,83 EUR

26

27,50 EUR

30,25 EUR

6,05 EUR

27

28,00 EUR

30,80 EUR

6,16 EUR

28

29,00 EUR

31,90 EUR

6,38 EUR

29

29,50 EUR

32,45 EUR

6,49 EUR

30

30,50 EUR

33,55 EUR

6,71 EUR

31-33

31,50 EUR

34,65 EUR

6,93 EUR

34-36

33,50 EUR

36,85 EUR

7,37 EUR

37-39

35,50 EUR

39,05 EUR

7,81 EUR

40-42

37,00 EUR

40,70 EUR

8,14 EUR

43-45

39,00 EUR

42,90 EUR

8,58 EUR

46-48

41,00 EUR

45,10 EUR

9,02 EUR

49-51

43,00 EUR

47,30 EUR

9,46 EUR

52-54

44,00 EUR

48,40 EUR

9,68 EUR

55-57

45,50 EUR

50,05 EUR

10,01 EUR

58-60

46,50 EUR

51,15 EUR

10,23 EUR

61-65

48,50 EUR

53,35 EUR

10,67 EUR

66-70

51,00 EUR

56,10 EUR

11,22 EUR

71-75

53,00 EUR

58,30 EUR

11,66 EUR

76-80

55,00 EUR

60,50 EUR

12,10 EUR

81-85

57,00 EUR

62,70 EUR

12,54 EUR

86-90

59,00 EUR

64,90 EUR

12,98 EUR

91-95

62,00 EUR

68,20 EUR

13,64 EUR

96-100

64,00 EUR

70,40 EUR

14,08 EUR

101-105

66,00 EUR

72,60 EUR

14,52 EUR

106-110

68,00 EUR

74,80 EUR

14,96 EUR

111-115

70,00 EUR

77,00 EUR

15,40 EUR

116-120

72,00 EUR

79,20 EUR

15,84 EUR

121-125

75,00 EUR

82,50 EUR

16,50 EUR

126-130

77,00 EUR

84,70 EUR

16,94 EUR

131-135

79,00 EUR

86,90 EUR

17,38 EUR

136-140

81,00 EUR

89,10 EUR

17,82 EUR

141-145

83,00 EUR

91,30 EUR

18,26 EUR

146-350

86,00 EUR

94,60 EUR

18,92 EUR


Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^