Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2000
gepubliceerd op 30 maart 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1989 tot uitvoering van artikel 70 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met betrekking tot de verstrekkingen inzake klinische biologie en nucleaire geneeskunde in vitro, die in onderaanneming worden verricht voor in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022261
pub.
30/03/2000
prom.
21/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/21/2000022261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1989 tot uitvoering van artikel 70 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met betrekking tot de verstrekkingen inzake klinische biologie en nucleaire geneeskunde in vitro, die in onderaanneming worden verricht voor in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 70;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1989 tot uitvoering van artikel 70 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met betrekking tot de verstrekkingen inzake klinische biologie en nucleaire geneeskunde in vitro, die in onderaanneming worden verricht voor in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het advies, uitgebracht door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 20 december 1999;

Gelet op het advies, uitgebracht door de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging op 20 december 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 28 januari 2000;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, uitgebracht op 20 maart 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de bezuinigingen waartoe de Regering op het gebied van de klinische biologie heeft beslist, betrekking hebben op de begrotingsdoelstelling voor het jaar 2000; dat de bezuinigingsmaatregelen waartoe is beslist, om in 2000 hun volledige uitwerking te hebben, zo spoedig mogelijk in werking moeten treden; dat dit besluit, dat een begeleidingsmaatregel is bij de maatregelen waartoe de Regering heeft beslist, dus zo vlug mogelijk moet worden genomen en bekendgemaakt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 februari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 13 december 1989 tot uitvoering van artikel 70 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met betrekking tot de verstrekkingen inzake klinische biologie en nucleaire geneeskunde in vitro, die in onderaanneming worden verricht voor in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, wordt vervangen als volgt : « De ziekenhuisbeheerder of, in voorkomend geval, de dienst centrale inning van de medische raad van het ziekenhuis waar de rechthebbende verblijft, die de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging int voor de forfaitaire honoraria, bedoeld in artikel 57 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, moet aan het laboratorium, onderaannemer, voor de verstrekkingen die het in onderaanneming heeft verricht, een bedrag storten dat overeenstemt met het bedrag van het honorarium dat is vastgesteld voor de desbetreffende verstrekkingen wanneer ze verricht worden voor een niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbende, overeenkomstig artikel 50 van de voornoemde wet van 14 juli 1994. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^