Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2007
gepubliceerd op 30 maart 2007

Koninklijk besluit betreffende het administratief afhandelen van geschillen inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014111
pub.
30/03/2007
prom.
21/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/21/2007014111/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 MAART 2007. - Koninklijk besluit betreffende het administratief afhandelen van geschillen inzake de toewijzing van de spoorweginfrastructuurcapaciteit


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur, inzonderheid op artikel 62, § 4;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 november 2006;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies nr. 42.119/4 van de Raad van State, gegeven op 5 februari 2007, bij toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1°. « Dienst » : de Dienst voor de Regulering van het Spoorwegvervoer en voor de exploitatie van de luchthaven van Brussel-Nationaal; 2°. « Directeur » : de Directeur van de Dienst voor de Regulering van het Spoorwegvervoer en voor de exploitatie van de luchthaven van Brussel-Nationaal; 3°. « werkdagen » : alle dagen met uitzondering van de volgende dagen : - de zaterdagen; - de zondagen; - 1 januari; - de eerste werkdag van het jaar; - Paasmaandag; - 1 mei; - Hemelvaartsdag; - Pinkstermaandag; - 21 juli; - 15 augustus; - 1 november; - 2 november; - 11 november; - 15 november; - van 25 december tot 31 december; - de sluitingsdagen vastgesteld door de Minister die bevoegd is voor het Openbaar Ambt of de Minister die bevoegd is voor het spoorwegvervoer. HOOFDSTUK II. - Procedureregels

Art. 2.De infrastructuurbeheerder of de kandidaat legt zijn verzoekschrift betreffende een geschil inzake de verdeling van de spoorweginfrastructuurcapaciteiten neer bij de Dienst door middel van een aangetekende brief met ontvangstbevestiging.

Art. 3.Zodra het in artikel 2 bedoelde verzoekschrift ontvangen wordt, belast de Directeur een deskundige met het onderzoek van de zaak teneinde een beslissing voor te bereiden. Daarvoor draagt de deskundige de titel van auditor.

Art. 4.Zodra het in artikel 2 bedoelde verzoekschrift ontvangen wordt, informeert de Dienst de verweerder, alsook elke andere belanghebbende partij, per aangetekende brief met ontvangstbevestiging dat een verzoek inzake het administratief afhandelen van een geschil werd ingediend en hij nodigt hen uit om hun dossier, samen met een memorie en een inventaris van de stukken, binnen de twee werkdagen, naar hem door te sturen.

Het aantal exemplaren van zijn dossier dat elke partij overhandigt, bedraagt evenveel als er belanghebbende partijen zijn, plus één.

Wanneer bepaalde stukken niet voor kopiename in aanmerking komen, moet men de originelen afgeven bij de Dienst. In de inventaris waarvan sprake in het eerste lid, moet men voor de stukken in kwestie de vermelding toevoegen dat ze ter inzage liggen bij de Dienst.

Art. 5.Zodra de in artikel 4 bedoelde dossiers ontvangen worden, stuurt de Dienst het dossier van de partij(en) per aangetekende brief met bericht van ontvangst naar de belanghebbende partij(en), of informeert de belanghebbende partij(en) van het ontbreken van een dossier.

HOOFSTUK III. - Verloop van de zitting

Art. 6.De zitting vindt plaats binnen de vier werkdagen na de in artikel 4 eerst lid bedoelde termijn. De Dienst meldt de datum, het uur en de plaats van de zitting aan de partijen.

De zitting is niet openbaar.

Art. 7.De partijen kunnen ofwel persoonlijk verschijnen ofwel zich laten vertegenwoordigen of laten bijstaan door een advocaat.

Art. 8.Na de partijen en het verslag van de auditor te hebben gehoord, brengt de Directeur de zaak in beraad. De Directeur kan gebruik maken van deskundigenonderzoek en voorlopige maatregelen uitspreken.

Art. 9.De beslissing houdende afhandelen van het geschil wordt per aangetekende brief met ontvangstbevestiging aan de partijen betekend.

De betekening vermeldt de beroepsmogelijkheden alsook de voor dit beroep bevoegde instanties.

Art. 10.Onze Minister van Mobiliteit wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^