Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 maart 2021
gepubliceerd op 12 mei 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2019

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021200703
pub.
12/05/2021
prom.
21/03/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 MAART 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2019 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2020, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2019.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 maart 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2020 Sectorale pensioentoezegging voor het jaar 2019 (Overeenkomst geregistreerd op 28 juli 2020 onder het nummer 159665/CO/318.02) HOOFDSTUK I. - Voorwerp van de overeenkomst

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : - in uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2011 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (registratienummer 104291/CO/318.02), afgesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap (PSC 318.02), en zoals laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 318.02 (registratienummer 153156/CO/318.02); - in toepassing van punt 4 van het pensioenreglement dat als bijlage is opgenomen bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2011 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (registratienummer 104291/CO/318.02), afgesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, en zoals laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2019 tot wijziging van het pensioenreglement van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel 318.02 (registratienummer 153156/CO/318.02). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van : - de categorieën voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - de in het buitenland gevestigde werkgevers en hun in België gedetacheerde werknemers in de zin van de toepasselijke EEG-verordening inzake de sociale zekerheid.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op : - werknemers met een contract van interimarbeid; - werknemers met een vakantie-, studenten- of IBO-contract (individuele beroepsopleiding); - leerlingen waarvoor geen sociale zekerheidsbijdragen worden betaald (erkende leerling van de middenstand, leerling met industrieel leercontract, leerling in opleiding tot ondernemingshoofd, leerling met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de gemeenschappen en gewesten, stagiair met een beroepsinlevingsovereenkomst); - arbeidszorgmedewerkers en personen tewerkgesteld in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten op de inrichting van de OCMW's en een tewerkstelling in het kader van artikel 78 van het koninklijk besluit van 25 november 1991, tenzij er sproke is van een arbeidsovereenkomst; - werknemers die activiteiten uitoefenen terwijl zij al een wettelijk rustpensioen genieten; - erkende beroepsjournalisten gedurende de periode die in aanmerking komt voor het wettelijk aanvullend pensioen voor erkende beroepsjournalisten, geregeld door het koninklijk besluit van 27 juli 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971); - coöperanten van Belgische niet-gouvernementele organisaties, die werken in het buitenland en voor wie een aansluiting bestaat bij de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid; - niet aan RSZ onderworpen werknemers die occasioneel sociaal-cultureel werk verrichten. HOOFDSTUK III. - Pensioentoezegging

Art. 4.§ 1. Op 31 december 2019 wordt een eenmalige toelage op de individuele pensioenrekening gestort voor het jaar 2019. § 2. De valutadatum vanaf wanneer het rendement toegekend wordt is 1 januari 2020.

Art. 5.§ 1. De toelage voor het jaar 2019 bedraagt maximaal 37,50 EUR per rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 voor zover : - de aangeslotene in het jaar 2019 door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is; - én deze organisatie voor het jaar 2019 bijdragen betaalde in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer 104453/CO/318.02) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2019 tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2019 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van bijdragen voor het jaar 2019 (registratienummer 150614/CO/318.02). § 2. De toelage voor het jaar 2019 bedraagt maximaal 21,26 EUR per rechtgevend trimester in de periode tussen 1 januari 2019 en 31 december 2019 voor zover : - de aangeslotene in het jaar 2019 door een arbeidsovereenkomst verbonden was met een organisatie waarop het pensioenreglement van toepassing is; - én deze organisatie voor het jaar 2019 een vrijstelling van bijdragen had in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 februari 2011 tot wijziging van de statuten en de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot aanvullende financiering tweede pensioenpijler" (registratienummer 104453/CO/318.02) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2019 tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2019 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van bijdragen voor het jaar 2019 (registratienummer 150614/CO/318.02).

Art. 6.§ 1. De toelage wordt toegekend in verhouding tot de "contractuele arbeidstijd", zijnde [het gemiddeld aantal uren per week van de werknemer] gedeeld door [het gemiddeld aantal uren per week van de maatpersoon].

Als de werknemer geen volledig trimester gewerkt heeft of in de loop van een trimester van contractuele arbeidstijd is veranderd, wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen van de arbeidsduur ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. § 2. Als de werknemer in de loop van het trimester met wettelijk pensioen is gegaan wordt de contractuele arbeidstijd geproratiseerd in functie van het aantal kalenderdagen tot de pensioendatum ten opzichte van het aantal kalenderdagen in het betrokken trimester. § 3. In geval van opzeggingsvergoeding wordt de toelage, bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, toegekend voor de volledige periode waarmee deze opzeggingsvergoeding overeenkomt, voor zover deze periode een aanvang neemt in het jaar 2019 en de betrokken werknemer voorafgaand aan deze periode aan de voorwaarden van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft voldaan. § 4. De berekening van de toelage wordt vastgesteld op basis van de gegevens die meegedeeld werden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding, duur en opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst

Art. 7.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020 en is gesloten voor onbepaalde tijd. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen worden opgezegd voor 30 juni van ieder kalenderjaar, met uitwerking op 1 januari van het daaropvolgend kalenderjaar. De opzegging moet betekend worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, die een kopie van de opzegging stuurt aan elke ondertekenende partij. § 3. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 maart 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^