Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 november 2017
gepubliceerd op 01 december 2017

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2011 betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2017013648
pub.
01/12/2017
prom.
21/11/2017
ELI
eli/besluit/2017/11/21/2017013648/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 NOVEMBRE 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer uwe Majesteit een ontwerp van koninklijk besluit ter ondertekening voor te leggen dat tot doel heeft het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen te wijzigen. 1. Algemeenheden Nadat het hoger vermeld besluit vier jaar is toegepast en na ontmoetingen met vertegenwoordigers van niet-spoorwegondernemingen die één of meerdere overwegen bezitten, is gebleken dat het begrip van de gebruikte definities niet optimaal is, wat geleid heeft tot de wijziging van twee artikelen van hetzelfde besluit. Daarnaast zou de beschrijving van de veiligheidsinrichtingen aan passieve overwegen veel lastiger kunnen zijn dan gewild.

Omdat de bepalingen niet altijd eenvoudig te beschrijven zijn, hebben wij voor de beschrijving van overwegen met passieve signalisatie dezelfde structuur aangenomen als voor de actieve signalisatie.

Tijdens de controles van de veiligheidsinrichtingen aan privé-overwegen, is gebleken dat particulieren die een privé-overweg gebruiken zich niet volledig bewust waren van het gevaar waaraan zij zich blootstelden door het feit dat de overgang over de sporen vrijgelaten werd.

Wij hebben eveneens rekening gehouden met het feit dat incidenten en defecten zich kunnen voordoen aan de veiligheidsinrichtingen van actieve overwegen en ook met het feit dat het treinpersoneel van een trein rijdend op een spoorlijn die niet beschikt over actieve signalisatie, manueel de beveiliging kan verzekeren van overwegen die overschreden worden door een trein. 2. Uitleg per artikel Artikel 1.In artikel 1 worden de bepalingen 3° /1 en 5° /1 ingevoegd waarin "vergrendelingsmechanisme" en "systeem met afsluiting" worden gedefinieerd.

Art. 2.Dit artikel behoeft geen uitleg.

Art. 3.De bepaling 2° van artikel 3 wordt gewijzigd op zodanige manier dat enkele gevallen gewettigd worden, zoals stedelijke kruispunten, waar al dan niet gelijktijdig of zelfs gezamenlijk gebruik gemaakt wordt van de specifieke verkeerslichten aan de overwegen en de specifieke verkeerslichten aan de weg.

Art. 4.De vervanging van artikel 6 strekt ertoe enkel de beschrijving van veiligheidsinrichtingen met passieve signalisatie toe te laten aan de rechterkant van de weg in overeenstemming met artikel 3 betreffende de actieve signalisatie.

Art. 5.De invoeging van artikel 6/1 strekt ertoe bijkomende veiligheidsinrichtingen te beschrijven die dienen te worden ingepland aan een overweg met passieve signalisatie in overeenstemming met artikel 4 betreffende de actieve signalisatie.

Art. 6.Artikel 7 met betrekking tot privé-overwegen wordt aangevuld met een derde paragraaf die verplicht om deze privé-overwegen na elke overschrijding af te sluiten wanneer er een systeem met afsluiting is om zo het spoorvervoer veilig te stellen.

Art. 7.Artikel 9 wordt vervangen door drie paragrafen die opleggen om de bevelen gegeven door personeel van de spoorwegbeheerder na te leven, door het gebruik van verkeersborden die de doorgang verbieden, wanneer er defecten zijn aan de actieve signalisatie of in elk ander geval, meer bepaald wanneer het gaat over een overweg met passieve signalisatie.

Art. 8.Artikel 14, paragraaf 1 wordt vervangen door een paragraaf die de bepalingen verduidelijkt met dewelke de signalisatie conform moet zijn tijdens de visuele verificatie.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT

Raad van State, afdeling Wetgeving advies 60.208/4 van 31 oktober 2016 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen' Op 5 oktober 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Mobiliteit belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 31 oktober 2016. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Bernard Blero en Wanda Vogel, staatsraden, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 31 oktober 2016.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten, haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Op die drie punten behoeft over het ontwerp geen enkele opmerking te worden gemaakt.

De griffier, De voorzitter, Colette Gigot Pierre Vandernoot

Raad van State, afdeling Wetgeving advies 60.209/4 van 31 oktober 2016 over een ontwerp van ministerieel besluit `tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 november 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/11/2011 pub. 09/11/2011 numac 2011014240 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot vaststelling van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen type ministerieel besluit prom. 03/11/2011 pub. 27/02/2013 numac 2013014048 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot vaststelling van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen' Op 5 oktober 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Mobiliteit belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van ministerieel besluit `tot wijziging van het ministerieel besluit van 3 november 2011Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/11/2011 pub. 09/11/2011 numac 2011014240 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot vaststelling van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen type ministerieel besluit prom. 03/11/2011 pub. 27/02/2013 numac 2013014048 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot vaststelling van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 31 oktober 2016. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Bernard Blero en Wanda Vogel, staatsraden, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 31 oktober 2016.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerking.

Aangezien het ontwerp strekt tot wijziging van de technische normen met betrekking tot de veiligheidsinrichtingen aan de overwegen op de spoorwegen, moet daarvoor de mededelingsprocedure gevolgd worden die voorgeschreven is bij artikel 5 van richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 `betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij'. Van het vervullen van dit voorafgaand vormvereiste dient melding te worden gemaakt in de aanhef.

De griffier, De voorzitter, Colette Gigot Pierre Vandernoot


21 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 april 1835 betreffende het tolgeld en de reglementen van de spoorwegpolitie, artikel 2, geïnterpreteerd bij de wet van 11 maart 1866;

Gelet op de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen, artikel 17, vervangen bij de wet van 1 augustus 1960 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004;

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op advies nr. 60.208/4 van de Raad van State, gegeven op 31 oktober 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/07/2011 pub. 20/07/2011 numac 2011014189 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen sluiten betreffende de veiligheidsinrichtingen aan overwegen op de spoorwegen, worden de bepalingen onder 3° /1 en 5° /1 ingevoegd, luidende: "3° /1 "vergrendelingsmechanisme": een mechanisme dat waarborgt dat, door middel van een slot of een gelijkwaardig alternatief, onbevoegden de overweg niet kunnen gebruiken;"; "5° /1 "systeem met afsluiting": of een systeem met volledige afsluiting, of een systeem met gedeeltelijke afsluiting, en/of een bijkomend afsluitsysteem voor voetgangers en fietsers, zoals beschreven hieronder;".

Art. 2.In artikel 2, § 1, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de wet van 19 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/2006 pub. 23/01/2007 numac 2006014300 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen sluiten betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen" vervangen door de woorden "de wet van 30 augustus 2013 houdende de Spoorcodex".

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 2°, vervangen als volgt: " 2° a) het verkeerslicht dat de overgang verbiedt en/of b) de verkeerslichten zoals bedoeld in de artikels 61 tot 64.1 van de Wegcode.".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 6.Overwegen met passieve signalisatie zijn aan weerszijden en rechts van de overweg uitgerust ofwel met het verkeersbord A 45 ofwel met het verkeersbord A 47. ».

Art. 5.In afdeling 2 van hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 6/1.Dezelfde overwegen kunnen met een of meerdere bijkomende verkeersborden A 45 of A 47 uitgerust worden.".

Art. 6.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3. Wanneer een privé-overweg is uitgerust met een systeem dat de overweg geheel afsluit, moet het systeem worden gesloten en vergrendeld door middel van een vergrendelingsmechanisme na elke overschrijding, door de particulier voor wie de privé-overweg nodig is.".

Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 9.§ 1. De gebruikers van de openbare weg of van de privé-weg nemen de in dit besluit beschreven signalisatie in acht zodra zij regelmatig naar de vorm en voldoende zichtbaar is. § 2. Het personeel van de spoorwegbeheerder mag aan de gebruikers van de openbare- of van de privé-weg een verbod opleggen om een overweg te overschrijden, aan de hand van een verkeersbord C3 en/of C19. § 3. In het bijzonder, ingeval van storing van de actieve signalisatie, respecteren de gebruikers van de openbare- of van de privé-weg de bevelen van het personeel van de spoorwegbeheerder, die ertoe strekken gevaarlijke situaties, exploitatieongevallen of ongevallen waarbij zijzelf of anderen betrokken zijn te voorkomen.

Het personeel van de spoorwegbeheerder maakt hierbij gebruik van een verkeersbord C3 en/of C19 naargelang het geval.".

Art. 8.In artikel 14 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen als volgt : " § 1. De administratie en de spoorwegbeheerder voeren gezamenlijk periodieke controles uit van alle overwegen. Deze controle houdt een visuele verificatie in van de conformiteit van de veiligheidsinrichtingen aan de bepalingen van dit besluit en zijn uitvoeringsbesluiten en geeft aanleiding tot het opstellen van een schriftelijk verslag.".

Art. 9.De minister bevoegd voor het spoorvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 november 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT

^