Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 oktober 2007
gepubliceerd op 16 november 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012660
pub.
16/11/2007
prom.
21/10/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de metaalhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007 Nationaal akkoord 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 26 juni 2007 onder het nummer 83470/CO/149.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader

Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.

De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid

Art. 3.Koopkracht Afdeling 1. - Indexering

Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 februari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) januari van het kalenderjaar tegenover januari van het voorafgaande kalenderjaar. Afdeling 2. - Verhoging van de minimumuurlonen en de effectieve

uurlonen - Op 1 oktober 2007 worden alle lonen verhoogd met 0,7 pct. - Op 1 oktober 2008 worden alle lonen verhoogd met het saldo van 5,0 pct. verminderd met de som van de reële index op 1 februari 2007, de loonsverhoging van 0,7 pct. op 1 oktober 2007 en de reële index op 1 februari 2008.

Indien dit saldo negatief is, wordt er geen loonsverhoging toegepast.

Deze saldoformule dient als uitzonderlijk en éénmalig te worden beschouwd.

Partijen engageren zich de bestaande functieclassificatie te actualiseren en een procedure bij betwisting uit te werken.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake uurlonen van 26 mei 2005 zal vanaf 1 januari 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Art. 4.Eindejaarspremie De arbeiders die op het ogenblik van de melding van het vrijwillig vertrek 5 jaar of meer anciënniteit in de onderneming hebben, hebben recht op een pro rata eindejaarspremie.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 26 mei 2005 zal vanaf 1 januari 2008 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

De artikels met betrekking tot de gelijkstellingen, met name de artikels 7 en 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dienen te worden verduidelijkt. Bovendien dient het vaderschapsverlof te worden geïntegreerd in artikel 7.

Art. 5.Sociaal fonds § 1. Vanaf 1 juli 2007 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid verhoogd tot 8,00 EUR per werkloosheidsvergoeding en tot 4,00 EUR per halve werkloosheidsvergoeding. § 2. Vanaf 1 juli 2007 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexeringen op 1 februari 2006 en op 1 februari 2007 (de sociale index van de maand januari van het kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand januari van het voorgaande kalenderjaar).

Door deze berekening, met name 2,02 pct. op 1 februari 2006 en 1,92 pct. op 1 februari 2007 worden de aanvullende vergoedingen met 3,98 pct. geïndexeerd.

Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 juli 2007 als volgt verhoogd : - Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid : - 8,32 EUR per werkloosheidsuitkering; - 4,16 EUR per halve werkloosheidsuitkering. - Aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid, voor oudere werklozen en oudere zieken : - 5,39 EUR per werkloosheids- en ziekteuitkering; - 2,70 EUR per halve werkloosheids- en ziekteuitkering. - Aanvullende vergoedingen bij ziekte : - 80,18 EUR na 60 en 120 dagen; - 104,40 EUR bij een langere ziekteperiode. - Aanvullende vergoeding bij sluiting : - 266,92 EUR + 13,46 EUR/jaar met een maximum van 880,41 EUR. - Aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 66,73 EUR. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 29 mei 2006 zal vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient op een aantal technische punten nog verder te worden verduidelijkt. Bovendien dient deze collectieve arbeidsovereenkomst te worden aangepast om uitvoering te geven aan het generatiepact.

Art. 6.Sectoraal pensioenfonds Vanaf 1 januari 2008 wordt de bijdrage van 1,2 pct. van de brutobezoldigingen van de arbeiders voor het sectoraal pensioenstelsel verhoogd met 0,3 pct. tot 1,5 pct..

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 inzake het sectoraal pensioenstelsel zal vanaf 1 januari 2008 in die zin voor onbepaalde duur worden aangepast.

Art. 7.Vervoerskosten - Wanneer de arbeider zich verplaatst naar het werk met het openbaar vervoer bedraagt de tussenkomst van de werkgever de volledige terugbetaling van de totale kost van het gebruikte openbaar vervoer. - Wanneer de arbeider zich verplaatst naar het werk met het eigen vervoer en er doen zich op het traject naar het werk wegwerkzaamheden voor, dan dient de werkgever deze extra verplaatsing te vergoeden, mits voldaan aan volgende criteria : - na wegwerkzaamheden van minimum 4 weken, te betalen vanaf de 1e dag; - de reisroute moet minimum 5 km extra bedragen (heen en terug); - de arbeider moet een verklaring op eer afleggen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerkosten van 8 juli 2003 zal vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur, met uitzondering van de eerste alinea met betrekking tot de terugbetaling inzake het openbaar vervoer, die geldt van 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2009. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid

Art. 8.Sectorale tewerkstellingscel De sectorale tewerkstellingscel die in uitvoering van het nationaal akkoord 2001 - 2002 in de schoot van Educam werd ingevoerd, dient uitvoering te geven aan de afspraken gemaakt in het generatiepact alsook aan de regelgeving op regionaal vlak.

De sociale partners zullen binnen Educam - rekening houdend met bovenvermelde principes - verder uitvoering geven aan de sectorale tewerkstellingscel.

Opmerking De principes van deze sectorale tewerkstellingscel zullen worden ingeschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding vanaf 1 juli 2007, en dit voor onbepaalde duur.

Art. 9.Contracten bepaalde duur, bepaald werk en uitzendarbeid - Wanneer een arbeider wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur na één of meerdere uitzendcontracten, wordt de anciënniteit opgebouwd tijdens deze uitzendcontracten meegerekend. - Wanneer een arbeider wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur na één of meerdere contracten van bepaalde duur, bepaald werk of uitzendarbeid, mag er geen proefperiode worden opgenomen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake meldingsplicht contracten bepaalde duur, uitzendarbeid en onderaanneming van 26 mei 2005 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 juli 2007, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding

Art. 10.Algemene bepalingen In uitvoering van het interprofessioneel akkoord engageren de sociale partners zich de participatiegraad van de arbeiders met 5 pct. te verhogen en voorzien hiervoor het volgende menu : - het verruimen van het aanbod van opleidingen georganiseerd door Educam; - het verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van de opleidingsplannen; - een sectoraal vormingsaanbod buiten de werkuren; - een beperkt individueel recht op opleiding voor elke arbeider.

Art. 11.Risicogroepen - Bevestiging van de bijdrage van 0,15 pct. voor onbepaalde duur. - Voortzetten van de werkzaamheden inzake het optimaliseren van de aansluiting opleiding - arbeidsmarkt, ook voor het voltijds onderwijs. - Verlenging van de bepalingen met betrekking tot instroom van risicogroepen.

Art. 12.Recht op permanente vorming - Bevestiging van de bijdrage van 0,55 pct. voor onbepaalde duur. - Aanbeveling om een individueel recht op permanente vorming van één dag per arbeider per twee jaar in te voeren en dit binnen het kader van het collectief recht op vorming en opleiding. - Verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van de opleidingsplannen in de onderneming. - Actievere rol van de Educam-adviseurs indien er zich in de onderneming problemen voordoen bij het opmaken en uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van dit recht geen gebruik kunnen of willen maken. - Opleiding buiten de werkuren is slechts mogelijk mits voldaan aan volgende criteria : - in ondernemingen met maximum 3 arbeiders of in specifieke omstandigheden die vorming tijdens de werkuren onmogelijk maken; - minimum 4 uren en maximum 16 uren per jaar per arbeider; - keuzemogelijkheid door de arbeider tussen recuperatie of uitbetalen van de vormingsuren aan 100 pct.; - enkel op vrijwillige basis en alleen voor arbeiders met een contract van onbepaalde duur; - onder controle van Educam; - voor een duurtijd van 2 jaar met een evaluatie.

Verdere modaliteiten en omkaderingsmaatregelen zullen worden uitgewerkt. - Voorzien van een sectorale regeling inzake verplaatsingskosten voor arbeiders die zich verplaatsen naar een vormingscursus.

Opmerking De ondertekenende partijen verklaren zich akkoord om, rekening houdend met deze principes, een collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding af te sluiten, en dit vanaf 1 juli 2007 voor onbepaalde duur, met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot vorming buiten de arbeidstijd. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit

Art. 13.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.

Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.

Art. 14.Anciënniteitsverlof Vanaf het kalenderjaar waarin de arbeider 15 jaar anciënniteit in de onderneming telt, heeft de arbeider recht op 1 dag anciënniteitsverlof.

Bij overgang van de onderneming blijft de anciënniteit die de arbeider heeft opgebouwd behouden.

Gunstiger regelingen op ondernemingsvlak blijven onverminderd van toepassing. Wanneer echter op het vlak van de onderneming de 1ste anciënniteitdag later valt dan de sectorale regeling, dient de 1e anciënniteitdag te worden geënt op de sectorale regeling, met name vanaf 15 jaar anciënniteit.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake anciënniteitsverlof van 26 mei 2005 zal in die zin vanaf 1 januari 2008 voor onbepaalde duur worden aangepast. Bovendien dient te worden verduidelijkt in de collectieve arbeidsovereenkomst dat een anciënniteitdag recurrent is naar de volgende jaren toe.

Art. 15.Flexibiliteit Partijen bevelen de ondernemingen aan om rekening te houden met de bepalingen van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 inzake arbeidsorganisatie, met name het verhogen van de interne grens van 65 uren tot 130 uren.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake arbeidsorganisatie en inzake flexibiliteit van 26 mei 2005 zullen vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2009 worden verlengd.

Art. 16.Kort verzuim - Bij overlijden van een familielid in de 1ste graad van de arbeider, zoals opgenomen in artikel 4, punt 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 10 oktober 2001 wordt het aantal dagen kort verzuim verhoogd tot 4 dagen. - De gewijzigde adoptiewetgeving dient ook te worden opgenomen in bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 10 oktober 2001 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 juli 2007 voor onbepaalde duur.

Art. 17.Verplaatsingstijd van service-techniekers De sociale partners engageren zich tegen 1 juli 2007 een sectoraal kader uit te werken rond de verplaatsingstijd van service-techniekers, zoals omschreven in de definitie opgenomen in de aanbeveling rond tijdskrediet van 9 juni 2004.

Dit sectoraal kader, waarbij de reistijd gaande van 30 minuten tot één uur per werkdag niet wordt beschouwd als arbeidstijd, maar wel dient te worden verloond aan het normale uurloon, kan enkel worden toegepast indien hieromtrent op het vlak van de onderneming een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kosten en vergoedingen voor verplaatsingen van 22 juni 1977 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2009. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning

Art. 18.Tijdskrediet en loopbaanvermindering Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake tijdskrediet van 26 mei 2005 dient vanaf 1 juni 2007 te worden aangepast aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater inzake tijdskrediet.

Art. 19.Brugpensioen § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2010.

Opmerking In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 26 mei 2005 worden aangepast en verlengd. § 2. In de collectieve arbeidsovereenkomst brugpensioen na ontslag van 26 mei 2005 wordt de brugpensioenleeftijd voor vrouwen verhoogd tot 56 jaar.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag zal vanaf 1 juli 2007 tot en met 30 juni 2010 in die zin worden aangepast. § 3. De bestaande brugpensioenregeling, die een brugpensioenleeftijd vastlegt op 56 jaar mits 33 jaar beroepsloopbaan en in functie van 20 jaar ploegenarbeid met nachtprestaties, zoals bedoeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 49 van de Nationale Arbeidsraad, wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen ploegenarbeid van 26 mei 2005 wordt verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 en zal in die zin worden aangepast. § 4. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake halftijds brugpensioen van 26 mei 2005 wordt verlengd vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 en zal in die zin worden aangepast. § 5. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt er een recht op brugpensioen geïnstalleerd vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan.

De betaling van de aanvullende vergoedingen zal integraal door het sociaal fonds worden ten laste genomen.

Opmerking In uitvoering hiervan wordt vanaf 1 januari 2008 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar.

De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 29 mei 2006 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 januari 2008 en dit voor onbepaalde duur. § 6. Onder de voorwaarden bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en volgens de daarin bepaalde modaliteiten behouden de arbeiders die zijn ontslagen met het oog op brugpensioen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomsten of in het kader van een op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen het recht op de aanvullende vergoeding : - wanneer ze het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan de werkgever die hen heeft ontslagen en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen; - ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen en inzake statuten fonds voor bestaanszekerheid zullen vanaf 1 juli 2007 in die zin worden aangepast. § 7. Voor de duur van het akkoord 2007-2008 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen - procedure, zoals voorzien in artikel 18, § 4, van het nationaal akkoord 2005-2006 verlengd : Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg

Art. 20.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het akkoord 2007-2008 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging voorzien in artikel 19 van het nationaal akkoord 2005-2006 verlengd.

Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet langer meer moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het paritair subcomité samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag.

Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.

Art. 21.Statuut van de vakbondsafvaardiging De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafgevaardigde van 26 mei zal vanaf 1 januari 2007 als volgt worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur : - De laatste alinea van artikel 7 wordt vervangen door : "Indien het mandaat van een vakbondsafgevaardigde, om gelijk welke reden, een einde neemt tijdens de uitoefening van dit mandaat, heeft de werknemersorganisatie waartoe deze afgevaardigde behoort, het recht om de persoon aan te duiden die het mandaat zal voleindigen. » - De alinea's 1, 3 en 4 van artikel 13, § 4 worden aangevuld met de woorden "of een kandidaat vakbondsafgevaardigde" die na het woord "plaatsvervangende vakbondsafgevaardigde" bijgevoegd worden.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafgevaardigden van 26 mei 2005 zal in die zin worden aangepast vanaf 1 januari 2007, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IX. - Sectorale projecten 2007-2008

Art. 22.Lonen jonge arbeiders De sociale partners van de sector engageren zich om tegen 1 januari 2009 een regeling uit te werken die ervoor zorgt dat de leeftijdsdiscriminaties zoals opgenomen in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst loonvorming van 8 juli 2003, weggewerkt wordt.

Art. 23.Antistress- en veiligheidsbeleid in de ondernemingen De sociale partners van de sector bevelen de ondernemingen aan om, gedurende de looptijd van het akkoord van start te gaan met : - het inventariseren en analyseren van de risico's ter zake op het werk; - het opnemen van preventiebeleid inzake stress en veiligheid als belangrijk element binnen zowel het globaal preventieplan als het jaarlijks actieplan, met als doel het evalueren en remediëren van stress- en veiligheidsrisico's; - het informeren van de arbeiders op alle niveaus binnen de onderneming omtrent de risico's en vooral omtrent het belang van de preventie.

In samenwerking met het sectoraal vormingsinstituut zal een aangepast pakket samengesteld worden ten behoeve van de arbeiders van de sector.

Art. 24.Ploegenpremie Partijen engageren zich de bepalingen van artikel 11 en 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake loonvorming van 8 juli 2003 op te nemen in een aparte collectieve arbeidsovereenkomst inzake ploegenpremie.

Opmerking Een collectieve arbeidsovereenkomst inzake ploegenpremie wordt gesloten en treedt op 1 januari 2008 in voege, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duurtijd akkoord

Art. 25.Sociale vrede Deze collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.

Art. 26.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008, tenzij anders bepaald.

De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de ondertekenende organisaties.

De artikels die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 mei 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het nationaal akkoord 2007-2008 Paritair Subcomité voor de metaalhandel Premies Vlaamse gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^