Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 1999
gepubliceerd op 25 november 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de vaststelling van het bedrag van de vergoedingen toegekend aan de voorzitter en de leden van de Raad voor de Mededinging, aan de deskundigen, alsook aan elke persoon die met de Raad dient samen te werken

bron
ministerie van economische zaken
numac
1999011373
pub.
25/11/1999
prom.
21/09/1999
ELI
eli/besluit/1999/09/21/1999011373/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de vaststelling van het bedrag van de vergoedingen toegekend aan de voorzitter en de leden van de Raad voor de Mededinging, aan de deskundigen, alsook aan elke persoon die met de Raad dient samen te werken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij de wet van 26 april 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de vaststelling van het bedrag van de vergoedingen toegekend aan de voorzitter en de leden van de Raad voor de Mededinging, aan de deskundigen, alsook aan elke persoon die met de Raad dient samen te werken;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 10 februari 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 8 juli 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 8 juli 1998;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Justitie van 18 september 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het nodig is de functies van de leden van de Raad voor de Mededinging zo spoedig mogelijk te herwaarderen, rekening houdend met de belangrijkheid en het toegenomen volume van de dossiers die hen worden voorgelegd;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 30 april 1993 betreffende de vaststelling van het bedrag van de vergoedingen toegekend aan de voorzitter en de leden van de Raad voor de Mededinging, aan de deskundigen, alsook aan elke persoon die met de Raad dient samen te werken, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.§ 1. Aan de leden van de Raad voor de Mededinging die hun functie niet voltijds uitoefenen, wordt per zittingsdag een presentiegeld van 8 000 F toegekend.

Ingeval bovenvermelde leden de voorzitter vervangen, wordt hun een vacatietoelage van 1 200 F per uur toegekend voor de prestaties die buiten de zitting worden geleverd en inherent zijn aan de functie van voorzitter. § 2. Aan deskundigen en personen die met de Raad voor de Mededinging dienen samen te werken, wordt per zittingsdag een presentiegeld van 1 500 F toegekend. § 3. De voorzitter, de ondervoorzitter, de leden en de deskundigen en personen die met de Raad voor de Mededinging dienen samen te werken, hebben recht op vergoedingen wegens reiskosten, overeenkomstig de bepalingen die ter zake gelden voor de ambtenaren-generaal van de ministeries. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, R. DEMOTTE

^