Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 2001
gepubliceerd op 21 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012939
pub.
21/12/2001
prom.
21/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/21/2001012939/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende de tewerkstelling en vorming van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 september 1999 Tewerkstelling en opleiding van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 1999 onder het nummer 53138/CO/105) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de arbeiders die zij tewerkstellen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.

Doel

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst coördineert de bepalingen van : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997 betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen; - de artikelen 34 en 35 van het sectoraal akkoord 1999-2000 van 29 april 1999.

Sectorale rekening

Art. 3.De sectorale rekening "Opleiding risicogroepen", geopend ingevolge het centraal akkoord van 18 november 1988, wordt behouden voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2000.

Deze rekening wordt beheerd door een paritair samengestelde raad.

Bijdrage

Art. 4.Rekening houdend met de bepalingen van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, storten de ondernemingen in 1999 en 2000, binnen de maand na het verstrijken van elk kwartaal, 0,10 pct. van de brutolonen van de werklieden aan 108 pct. van het verlopen kwartaal op de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen" ter ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen.

Principe

Art. 5.Gedurende de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de aanwerving en de opleiding van bepaalde categorieën werkzoekenden en arbeiders financieel ondersteund door de maatregelen voorzien bij de artikelen 6, 7 en 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De paritaire raad beslist over de aanwending van de gestorte bijdragen in functie van de financiële middelen van de paritaire rekening en van de gevraagde tegemoetkomingen van de ondernemingen.

Tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven

Art. 6.§ 1. Als tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven voor risicogroepen, kunnen onder meer volgende maatregelen worden genomen : - vervanging van bruggepensioneerden of loopbaanonderbrekers door personen behorend tot de risicogroepen; - projecten van alternerend leren en werken; - aanwerving van personen die geen recht hebben op werkloosheidsuitkeringen noch loopbaanonderbrekingsvergoedingen en die na een periode te zijn thuis gebleven voor de opvoeding van de kinderen of voor de verzorging van een inwonend familielid, opnieuw werkzoekende zijn; - positieve acties voor vrouwen; - reclasseringsinitiatieven ten voordele van bedreigde oudere of laaggeschoolde werknemers; - opleiding van laaggeschoolde werknemers; - aanwerving en opleiding van personen behorend tot risicogroepen, zoals hierna beschreven in § 2. § 2. Onder risicogroepen wordt onder meer verstaan : - deeltijds leerplichtigen; - laaggeschoolde werklozen;. hieronder wordt verstaan werklozen met een scholingsgraad lager dan secundair onderwijs; - langdurige werklozen; hieronder wordt verstaan werklozen die minstens twee jaar werkloos zijn; - oudere werklozen; hieronder wordt verstaan werklozen van 45 jaar en ouder; - werklozen die betrokken zijn bij tewerkstellingsprojecten van de overheid : ondermeer het begeleidingsplan voor werklozen, de weer-werk-actie en de "Smet"-banen; - werkzoekenden die bij het "Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van personen met een handicap / Fonds communautaire pour l'intégration sociale et professionnelle des handicapés" zijn ingeschreven; - werkzoekenden die geen werkloosheids- of onderbrekingsuitkeringen genieten en die de laatste drie jaar geen beroepsactiviteit hebben verricht; - bestaansminimumtrekkers; - migranten; - werknemers van 45 jaar en ouder of met een scholingsgraad lager dan secundair onderwijs en die aan een nieuwe functie of installatie moeten aangepast worden ingevolge een reorganisatie, herstructurering of de invoering van nieuwe technologie.

Voor de ondernemingen die tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven opzetten, opgesomd in § 1 hierboven of die door de paritaire raad als gelijkwaardig worden bevonden, wordt een tegemoetkoming voorzien in de terzake gedane financiële inspanning.

Aanwervings- en opleidingspremies

Art. 7.De aanwerving en opleiding van volgende categorieën werkzoekenden : - werkzoekenden die het secundair onderwijs niet hebben voltooid; - werkzoekenden van minstens 45 jaar; - werkzoekenden die minstens twee jaar werkloos zijn of opgenomen in inschakelingsprogramma's van de overheid; wordt aangemoedigd door het toekennen van een aanwervings- en opleidingspremie van 50 000 BEF voor een aanwerving met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.

Herplaatsingspremies

Art. 8.De opleiding van eigen arbeiders die het secundair onderwijs niet hebben voltooid of die minstens 45 jaar zijn, om hen aan te passen aan nieuwe installaties of een nieuwe job ingevolge de invoering van nieuwe technologie, een reorganisatie of een herstructurering en zo hun tewerkstelling te behouden, wordt financieel ondersteund door het toekennen van een herplaatsingspremie aan de onderneming. Het bedrag van de herplaatsingspremie wordt paritair bepaald in functie van het aantal opleidingsuren.

Vereffening

Art. 9.Behoudens verlenging van de bijdrageplicht bij wet of nieuw centraal akkoord, wordt de sectorale rekening "Opleiding risicogroepen" op 31 december 2000 opgeheven en het gebeurlijk beschikbaar saldo vereffend volgens criteria te bepalen door de paritaire raad.

Geldigheidsduur

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^