21 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de beroepenclassificatie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken, betreffende de beroepenclassificatie.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de cementfabrieken Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1993 Beroepenclassificatie (Overeenkomst geregistreerd op 16 november 1993 onder het nummer 34143/CO/106.01) HOOFDSTUK I. - Classificatie

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, en de werkgevers van de ondernemingen welke onder het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken ressorteren.

Art. 2.De beroepenclassificatie wordt als volgt samengesteld : 1. Functies fabricatie Categorie 1 Afgeschaft. Categorie 2 Categorie voorbehouden aan de arbeiders die juist in dienst genomen zijn, gedurende de tijd nodig voor hun beroepsvoorlichting, met een maximum van 6 maanden.

Categorie 3 - Handlanger - Refectorist Categorie 4 - Conducteur veegmachine - Refectorist-gebreveteerde hulpverlener - Toezichter krijtbreker - Kipper - Laden los cement - Opzakker/lader zakken - Opzichter uittrekken en toevoer cement - Bediener van de lift-truck, payloader - Hulpbrander - Opzichter tweede niveau - Pompist pap (ex. toevoer pap) - Dispatcher - Lader-wagen op paletten - Clarkist - Toezichter fardelisatielijn - Opzichter klinkertransport - Kaaiman Categorie 5 - Bediener transportapparatuur klinker en andere grondstoffen - Verzender klinker - Magazijnier zakken - Machinist schop - Machinist bulldozer, scraper - Bestuurder van zware laadmachines op rubberband - Vrachtwagenbestuurder - Machinist rolbrug - Kraanbestuurder (havenkraan) - Krijtmengelaar - Krijtmengelaar/maalder toeslagstoffen - Krijtmengelaar/maalder pap - Voorbereider scheikundige proeven - Voorbereider fysische proeven - Monstertrekker - Machinist locomotief - Droger slakken - Opzichter eerste niveau - Operator pompenzaal - Opzichter cementlevering vrac en ontvangst van grondstoffen - Laborant Categorie 6 - Polyvalente droger - Polyvalente machinist die ten minste 3 functies vervult (schop, bull, vrachtwagen, kraan, brug) - Polyvalente voorbereider cementdeeg en toeslagstoffen (mengen, stockage) - Maalder ruwe pap - Bestuurder van graafmachine - Bestuurder van rotopelle - Lontaansteker - Verantwoordelijke voor de voorbereiding van kolen (drogen, vervoer, malen) - Machinist op de zware loco erkend door de N.M.B.S. en tewerkgesteld op het nationaal spoorwegnet - Tweede cementmaalder (ex. Categorie 5) Categorie 7 - Opzichter fabricatielijn klinker - Eerste cementmaalder - Eerste brander - Eerste bestuurder graafmachine - Eerste bestuurder rotopelle - Hoofdmenger - Operator kwaliteitscontrole proces (pap, klinker, cement) Buiten categorie - Brigadier van de fabricatie of Ploegbaas 2. Functies onderhoud Niveau 1 Arbeiders die eenvoudige werken uitvoeren inzake toezicht en onderhoud : - Toezicht en onderhoud van de ontstoffingsinstallaties - Smeerders - Herstellers der ovenbekleding - Magazijniers Categorieën die met dit niveau overeenstemmen : A - B, door de directies van de fabrieken te waarderen naargelang de omstandigheden van uitvoering. Niveau 2 Geschoolde arbeiders die een diploma van het niveau LSTO/LSTL - HSTO/HSTL - THO/OHL of een equivalente vorming bezitten en in het vak dat met dit diploma overeenstemt, tewerkgesteld zijn.

Categorieën die met dit niveau overeenstemmen : C - D, volgens het kwalificatieniveau en de waardering van de directies der fabrieken.

Niveau 3 Geschoolde arbeiders van niveau 2 die een grote ondervinding bezitten inzake het aanwenden van hun kennis en waarvan de functie een hoge graad aan verantwoordelijkheid omvat.

Categorieën die met dit niveau overeenstemmen : D - E, volgens de waardering van de directies der fabrieken.

Niveau 4 Arbeiders die de volgende functies uitoefenen en die aan de gewenste criteria voldoen om dit niveau te bekomen : - Instrumentist - Automaticien - Hydraulicien - Pneumaticien Categorieën die met dit niveau overeenstemmen : F - G - H. Toegangscriteria voor de categorieën F - G - H 1. Kennis in de specialiteiten a) Opleiding : in principe moet de vereiste opleiding van het volgende niveau zijn : technisch graduaat in de betrokken specialiteiten of A2 + bijkomende opleiding in de specialiteiten, het diploma A2 kan door avondcursussen bekomen worden.b) Polyvalentie : beheerst een beroep volledig en oefent naar behoren twee andere onderhoudsfuncties uit.2. Autonomie en initiatief « Beheert de problemen » (= neemt de problemen op zich en volgt zijn tussenkomst op). Worden in overweging genomen, de vooruitgang in de polyvalentie en de voortdurende vorming om de evolutie van deze technieken te volgen.

Buiten categorie - Brigadiers van het onderhoud.

N.B. - Speciale beroepen Volgende functies worden nog beschouwd - Metsers : A - B - C of D; - Monteerders : B - C of D, de categorie D mag slechts toegekend worden aan monteerders die de plannen kunnen lezen.

COMMENTAREN 1. De arbeiders worden in bovenvermelde categorieën geklasseerd wanneer deze werkelijk de vermelde functies uitoefenen.De overeenstemmende lonen zijn vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de koopkracht. 2. Bepaling van de aangepaste categorie De evolutie van het fabricatieproces en de ontwikkeling van de technologie gedurende de laatste tien jaren hebben een invloed gehad op de organisatie en het functioneren van de cementbedrijven. Een groter aantal werknemers vervullen aldus afwisselend verschillende taken.

Voor wat de werkorganisatie en de taakverdeling betreft, houden de directies van de fabrieken in het algemeen rekening met : - de zwaarte van sommige werken; - de noodzakelijkheid om werknemers te vormen en hen gedurende deze vormingsperiodes te vervangen; - de verzoeken van de werknemers zelf.

Deze kenmerken hebben bovendien een verschillende invloed al naar gelang de grootte van de onderneming.

Deze verschillende elementen worden door de locale directies in samenspraak met de syndicale afvaardigingen van de fabrieken in aanmerking genomen voor de correcte bepaling van de passende categorie, verwijzend naar de terminologie van de beroepsclassificatie. 3. Verworven situaties : In geval van klassement op een hoger niveau dan dit voorzien in de classificatie, dient men het volgende onderscheid te maken : indien de arbeider voor bepaalde individuele redenen in een hogere categorie geklasseerd is, zal hij zijn statuut behouden.De classificatie zal op de nieuwe titularissen van toepassing zijn; indien op zekere plaatsen, voor redenen eigen aan de fabriek, een functie op een hoger niveau geklasseerd werd en dit op een collectieve manier, zullen de lokale overeenkomst of de lokale gewoonten behouden worden. 4. Opleidingsniveau De woorden "in principe" verbonden aan het vereist diploma om de categorieën F - G - H te bereiken, beantwoorden aan de bezorgdheid om de arbeiders die de nodige kennis verworven hebben zonder het vereist diploma te hebben en dat de hiërarchie in staat acht de functies die recht geven op de bovenvermelde categorieën te vervullen, niet definitief te blokkeren. HOOFDSTUK II. - Geldigheid

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden met een opzegging van 3 maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de cementfabrieken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX