Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 september 2004
gepubliceerd op 05 oktober 2004

Koninklijk besluit tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2004002115
pub.
05/10/2004
prom.
21/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/21/2004002115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot toekenning van een installatiepremie door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn aan bepaalde personen die hun hoedanigheid van dakloze verliezen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikel 57bis, ingevoegd bij de wet van 23 augustus 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 april 2004;

Gelet op het advies 37.215/3 van de Raad van State, gegeven op 2 juni 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder dakloze : de persoon die niet over een eigen woongelegenheid beschikt, die niet de middelen heeft om daar op eigen krachten voor te zorgen en daardoor geen verblijfplaats heeft, of die tijdelijk in een tehuis verblijft in afwachting dat hem een eigen woongelegenheid ter beschikking wordt gesteld.

Art. 2.§ 1. De persoon die : - hetzij, enkel een vervangingsinkomen ten laste van de sociale zekerheid of een uitkering ten laste van een stelsel van sociale bijstand geniet; - hetzij, een inkomen heeft dat lager is dan het bedrag voorzien in artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie verhoogd met 10 %, heeft, éénmaal in zijn leven, recht op een installatiepremie wanneer hij zijn hoedanigheid van dakloze verliest door een woonst te betrekken die hem als hoofdverblijfplaats dient.

In het geval dat twee of meer daklozen zich op hetzelfde adres vestigen en deel uitmaken van hetzelfde gezin, wordt enkel één installatiepremie toegekend. § 2. Deze premie wordt door de betrokkene aangewend om de inrichting en de uitrusting van de woning te bekostigen.

Het O.C.M.W. mag de premie niet aanwenden om de huurwaarborg of de huurprijs te financieren. § 3. De premie bedraagt één twaalfde van het jaarlijkse bedrag van het leefloon vastgesteld in artikel 14, § 1, eerste lid, 4°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

Art. 3.§ 1. De Staat verleent aan voornoemd centrum een toelage van 100 % van het bedrag van de installatiepremie, toegekend overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. § 2. De berekening van de toelage van de Staat aan het centrum gebeurt op voorlegging van de beslissing die binnen 45 dagen wordt overgemaakt. § 3. De uitbetaling van de toelage gebeurt op voorlegging door het centrum van een maandelijkse staat.

Art. 4.Om te mogen genieten van de toelage van de Staat, zijn de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ertoe gehouden zich te onderwerpen aan de controle ingericht door de minister.

Art. 5.Dit besluit is niet van toepassing op de personen die het voordeel kunnen genieten of reeds het voordeel genoten voorzien in artikel 14, § 3, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en in artikel 5 van het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en niet in het bevolkingsregister is ingeschreven.

Art. 6.Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT

^